Beeld: De Sering
In het Amsterdamse restaurant De Sering werken ze met goedkope vegan maaltijden aan gemeenschapszin. Samen koken en eten schept een band. “Mijn droom is dat in het hele land non-profitbedrijven met volkskeukens ontstaan.”
Op loopafstand van station Amsterdam Sloterdijk, te midden van een wirwar van wegen, spoorbanen, viaducten en bouwputten, vind je op een doorleefd bedrijventerrein een voormalige fabriekshal. In die hal zit De Sering, dat onder andere de Volkskeuken herbergt. Daar kun je voor een donatie van tussen 2,50 en 7,50 euro van een maaltijd genieten. Bij TestTafel worden voor 35 euro culinaire zevengangendiners geserveerd. Allebei vegan en met een eclectische kookstijl. In één menu vind je bijvoorbeeld bánh mì (Vietnamees broodje), een ganachetaart van aardpeer en vegan bouillabaisse.
Binnen is het op deze doordeweekse winteravond om zes uur al een levendige boel, met zo’n veertig eters aan lange tafels. “All good things begin with a bowl of soup” en “Kom Gezellie bij de Sering” staat op fleurige posters en banners. Aan de muur hangen zwart-witfoto’s van landschap- pen en mensen naast een pride-vlag. Vrijwilligers achter de bar serveren drankjes en de maaltijd van vandaag: wortelsoep of snert, met brood en toppings – koriander, selderij en rodekoolcompote. Als hoofdgerecht mac ’n cheese, de kaas gemaakt van cashewnoten. Facultatief als dessert: appel-kool-cake voor 1,50 euro. Een deel van de wortelsoep is nog in de maak: een Volkskeukenvrijwilliger staat met een megastaafmixer bij twee dampende zestigliterpannen.
Ontmoetingsplek
Gezeten aan een van de lange tafels, met borden erwtensoep onder onze neuzen, vertelt initiatiefnemer Daan Dorr over het ontstaan van De Sering. Om de haverklap komt een van de medewerkers hem iets vragen. Over de niet-werkende pinautomaat, of er nog meer vlierbloesemlimonade is, hoeveel de biologische wijn per glas kost. Zelf heeft hij in gastronomische restaurants gekookt in Amsterdam en op de IJslandse eilandengroep Vestmannaeyjar, maar dat bleek niet zijn ding. Wel was hij onder de indruk van de Extinction Rebellion-actie in 2019, toen activisten de weg onder het Rijksmuseum blokkeerden. Maar na die actie zakte de boel weer in, zag Dorr, veel actievoerders bleken overwerkt. “Het viel me op dat mensen nog wel te porren zijn voor kortetermijn-acties, maar moeilijker voor lange termijn”, herinnert hij zich. “Volgens mij door gebrek aan gemeenschapszin, zoals de arbeidersbeweging die begin twintigste eeuw nog wel kende. We leven in eenzame, geïsoleerde tijden, ook de activisten.”
Dorr besloot zelf wat aan die gemeenschapszin te gaan doen door gezamenlijk te koken en te eten. Zodat mensen uit verschillende groepen elkaar makkelijker ontmoeten en een band kunnen opbouwen. Hij begon in 2019: met een compagnon serveerde hij een keer in de week een maal, in een illegaal pand zonder keuken waar het soms naar binnen regende. Het was een succes, maar door corona moest de tent voor lange tijd dicht. Daarna was het geld op. Hij organiseerde vier keer een culinair TestTafel-diner om geld in te zamelen voor laagdrempelige maaltijden van een volkskeuken. Ook dat liep boven verwachting goed en sinds 2022 zit De Sering op de huidige locatie. Van dinsdag tot en met donderdag is de Volkskeuken open voor lunch en diner, van woensdag tot en met zaterdag kun je aanschuiven bij TestTafel voor het avondeten. Daarnaast is er in het pand ruimte voor concerten, feesten, trainingen, lezingen én wordt er op verzoek gekookt bij grote acties, zoals van Extinction Rebellion. De keuken van TestTafel staat onder leiding van een professionele kok en zo’n twintig betaalde medewerkers, die ongeacht functie of ervaring hetzelfde minimumloon verdienen. Elke dag werken er twaalf vrijwilligers voor de Volkskeuken. Met alle andere taken zoals administratie, vergunningskwesties en communicatie, komt het totaal aan Sering-vrijwilligers op zo’n tweehonderd.
Makkelijk en goedkoop
Er wordt vegan gekookt vanwege de duurzaamheid uiteraard. “Maar het is ook extreem makkelijk om vegan te koken, je hoeft niet met verschillende menu’s te werken en het is heel goedkoop”, zegt Dorr. Het liefst zou De Sering zijn inkopen doen bij lokale biologische producenten, maar volgens hem missen die de infrastructuur om dagelijks in grote volumes te kunnen leveren. “Als we nog meer verse voedingswaren nodig gaan hebben, kunnen we misschien zelf een lokale boerderij opzetten.” Eerst maar eens vier nieuwe vrijwilligers welkom heten, die vanavond door Dorr worden rondgeleid. “Of je nu een keer per half jaar een ui komt snijden of elke dag wil komen: dat mag allemaal. Doe wat werkt voor jou, alle hulp is welkom”, zegt Dorr. Hij gaat de nieuwe vrijwilligers op vijf zondagen kookles geven. “Daarna moet je zelf je weg weten te vinden als je gevraagd wordt: ‘Kook jij even 60 liter soep?’”
Als het goed is, gaat in het najaar een dependance van De Sering elders in de hoofdstad van start. In De Bijlmer bijvoorbeeld, met gratis kinderopvang. “Nu kunnen alleen mensen met geld zich opvang veroorloven. Ook dat moet voor iedereen toegankelijk zijn”, licht Dorr toe. “Mijn droom is dat in het hele land non-profitbedrijven met volkskeukens ontstaan.” Tegen de nieuwe vrijwilligers: “Misschien kunnen jullie in de toekomst zelf een volkskeuken beginnen.”
Basissoep van De Sering
Of je nou 60 liter soep wil koken,of 150 liter om uit te delen tijdens een A12-blokkade van XR: de Sering-koks draaien er hun hand niet voor om. Lees hun recept hier. Wil je de basissoep thuis maken? Deel het recept dan door vijftig. Of door tien en trakteer je hele straat. Weet je niet waar te beginnen? Meld je aan als vrijwilliger en volg kooklessen bij De Sering.
Ria Olijslager zegt
Leuk Michiel.
Het deed me onmiddellijk denken aan de schoolkampen van groep 8 waar we de kinderen, ouders en onderwijzend personeel van eten moesten voorzien. In grote pannen roeren en altijd soep vooraf. Meestal tomatensoep, dat lusten bijna alle kinderen! Mooie herinneringen!