De grote steden kunnen door openbare aanbestedingen 120 miljoen besparen op het openbaar, zegt de minister. Zonder verlies van kwaliteit. De steden zelf hebben daar geen fiducie in. “Dit kan betekenen dat er niet meer overal een bus rijdt.”
Het idee dat openbare aanbestedingen leiden tot goedkoper openbaar vervoer komt van Bruno Bruins, oud staatssecretaris, burgemeester, topman van het UWV en allround draaideurbestuurder van de VVD. Aan het einde van de kabinetsperiode Balkenende IV constateerde hij, in opdracht van de regering, dat de eerdere privatisering van het openbaar vervoer buiten de grote steden wel 15 procent kostenbesparing op had geleverd. Dus, zo was zijn redenering, als we dat ook in de grote steden doen, levert dat dezelfde kostenreductie op. Die conclusie nam het kabinet Rutte over in het huidige regeerakkoord.
Oh ja, Bruno Bruins is ook de baas van Connexxion. Hij verklaarde zijn pleidooi voor privatisering vanuit de klassieke liberale opvatting dat bedrijven het nu eenmaal altijd beter doen dan de overheid. In een artikel in het Financieel Dagblad van 1 maart 2010 zegt hij: “Wij lopen gewoon harder voor de reiziger omdat we niet zeker weten dat we het vervoer ook morgen nog mogen doen.”
Bezuinigingen
In het regeerakkoord is opgenomen dat de grote steden het openbaar vervoer gaan aanbesteden. En dat dat 120 miljoen euro oplevert. Dat mag de huidige minister van Infrastructuur, Melanie Schultz van Haegen, nu gaan uitvoeren. Bovenop een bezuiniging van 5 procent op de Brede Doel Uitkering, (BDU, de jaarlijkse overheidsbijdrage aan provincies en stadsregio’s voor OV), die ze sowieso doorvoert. Het totaal aan bezuinigingen op het openbaar vervoer in de grote stadsregio’s komt daarmee op 165 miljoen euro.
De inschatting van 120 miljoen euro besparing door aanbestedingen blijkt echter veel te rooskleurig. De vervoersbedrijven in de grote steden hebben niet stilgezeten sinds de grote privatiseringen van de jaren 90. Uit een studie van KPMG in opdracht van de Tweede Kamer blijkt dat aanbesteding maximaal 15 tot 20 miljoen oplevert. Bruins redenering klopt dus niet.
Schultz van Haegen liet er onderzoekers op los. Volgens de onderzoeken kan een efficiencyslag in de organisatie van het openbaar vervoer 20 miljoen opleveren. Tariefverhogingen zijn ook goed voor 32 miljoen. En in de rest van de BDU bestedingen is ook nog wel 22 miljoen te halen. Een bedrag van maar liefst 68 miljoen euro is volgens de minister te besparen door “rationalisering” van de netwerken. Tel die bedragen bij elkaar op en je komt op een besparing van 145 miljoen euro. Dan komt de minister nog 23 miljoen tekort om de volle 165 miljoen te verwezenlijken, maar die wil ze dan wel compenseren.
Rationaliseren
Maar wat is dat eigenlijk, de rationalisering van netwerken? En welke gevolgen heeft het?
We belden met onderzoeksbureau Conquist dat het betreffende onderzoek heeft uitgevoerd. “Onze opdracht was om te kijken wat een versobering van het vervoersnet oplevert”, zegt Frank Appelman van Conquist. “Dat hebben we heel globaal gedaan. Ik wil benadrukken dat ons onderzoek echt een quickscan was.”
De onderzoeker kwamen in een sterk gepolitiseerde situatie terecht. De minister wilde horen dat er 120 miljoen euro af kon, terwijl de stadsregio’s wilden zien dat dit een enorme kaalslag zou opleveren. “We hebben het daarom bewust erg theoretisch gehouden, omdat we geen zin hadden om partij te kiezen”, zegt Appelman. “In onze werkhypothese hebben we alleen gekeken naar de bereikbaarheidsfunctie van het OV. De sociale functie van het OV hebben we geheel achterwege gelaten. Dus een kaart met dikke lijnen, waar er niet overal voldoende dekking is. Mensen moeten dan met de fiets of een flink eind lopend naar de dichtstbijzijnde halte.”
Bijzonder vervelend. Maar het was dan ook een theoretische studie. Het onderzoek van Conquist gaf aan dat dit in het meest realistische scenario zo’n 68 miljoen euro kon opleveren. “Maar daarmee gaat de minister akkoord met een visie waarin het openbaar vervoer dus geen enkele sociale functie heeft”, zegt Appelman. “Persoonlijk vind ik als dat je visie is, je dat ook eerlijk moet zeggen. Maar helaas is de minister nog niet zo ver.”
Kostendekkingsgraad
In politieke taal klinkt dat ongeveer zo: “De minister heeft in haar visie op het regionaal OV een efficiënte bediening van de grote reizigersstromen op de hoofdassen van het vervoersysteem vooropgesteld.” Aan het woord is Jaap Stuurwold, woordvoerder van minister Schultz. “Dit betekent dat kritisch gekeken moet worden naar vervoerdiensten met een lage tot zeer lage kostendekkingsgraad, vaak bestaande uit dun bezette ontsluitingslijnen. Het is aan de decentrale overheden om hierin invulling te geven en keuzen te maken die passen bij de kwaliteit die zij voor het OV nastreven.” Hij wijst er op dat “de decentrale overheden daarnaast altijd nog de mogelijkheid hebben om andere middelen in te zetten voor het OV.”
Maar de opdracht aan Conquist was toch echt het totaal negeren van de sociale functie van het OV en kijken wat dat oplevert. Daar zit toch wel een bepaalde sturende opvatting achter. Stuurwold laat weten dat “de minister ervan uitgaat dat de drie stadsregio’s een pakket aanbesteden dat een gerationaliseerd OV-netwerk inhoudt.”
Overigens maken die stadsregio’s gretig gebruik van de mogelijkheid om het OV overeind te houden met andere middelen. Minimaal de helft van de bezuinigingen halen zij bij infrastructuurprojecten buiten het OV. Volgens de minister was daar nog geen zevende te halen.
Protesten
“Een bus is een bus. Diesel is diesel. En personeel is personeel”, zo vat Erik Vermeulen van vakbond Abvakabo/FNV het samen. “Dat heeft allemaal een prijs. En aangezien het niets oplevert als je tramrails uit de weg sloopt, zal bezuinigen neerkomen op het schrappen van buslijnen.”
Hij blijkt daarin gelijk te hebben. Onacceptabel, vindt de vakbond, want de bezuiniging van 120 miljoen is gebaseerd op niks. Iemand zonder bestuurlijke verantwoordelijkheid heeft ooit iets gezegd dat niet waar is, en daar baseert de minister nu haar beleid op. Vermeulen wil proberen om de minister op andere gedachten te brengen. Als laatste redmiddel is hij bereid om stakingen in te zetten, maar “zeer tegen onze zin.”
“Het is jammer dat deze kwestie puur als een arbeidsconflict in de media komt”, zegt Ivo Stumpe van Milieudefensie. “Want het is veel meer dan dat. Dit is een fundamentele focusverlegging in het openbaar vervoer. Waar het vroeger een basisvoorziening was, wordt het nu aanvullend vervoer.”
Volgens hem gaat de vergelijking tussen het openbaar vervoer in de steden en daarbuiten niet op. Buiten de steden heeft bijna iedereen noodgedwongen een auto, zegt Stumpe. “Omdat het openbaar vervoersnet daar uit pure armoede altijd al aanvullend was. In de steden lag de lat altijd een stuk hoger.”
Voor Milieudefensie is uiteraard het groenere karakter van het openbaar vervoer erg belangrijk. De overheid steekt miljoenen in de elektrische auto, maar er is allang elektrisch vervoer in de vorm van trams, treinen en metro’s. Volgens Stumpe zou de minister dat juist moeten promoten. “Uiteindelijk resulteert deze bezuinigingsslag in slecht openbaar vervoer en directeurs met bonussen. Daar zit niemand op te wachten, toch?”
Nou ja, bijna niemand dan.
Geef een reactie