Het platteland in Europa loopt leeg. Wat doen we met die gebieden? Rewilding Europe wil het teruggeven aan de natuur. Kan dit ook in het kleine Nederland?
In grote delen van Europa loopt het platteland leeg. De landbouw is er niet meer concurrerend genoeg. Jongeren trekken weg en ouderen proberen te overleven in dorpen die nauwelijks toekomstperspectief hebben. Naar schatting zal tot 2030 meer dan 30 miljoen hectare grond verlaten worden. Wat doen we met die leeglopende gebieden? Rewilding Europe heeft het antwoord: geef ze terug aan de natuur.
“We hebben in Europa veel natuur verloren. Leeglopende gebieden zijn een geweldige kans om de natuur weer meer de ruimte te geven.” Aan het woord is Frans Schepers, algemeen directeur van Rewilding Europe, een stichting die hij samen met drie andere Europeanen in 2011 oprichtte. Rewilding Europe heeft een grensverleggende toekomstvisie, legt Schepers uit. ‘Rewilding’ staat voor het wilder maken van natuurgebieden, waarbij die natuur meer op eigen benen staat, de mens een welkome bezoeker is en waar de lokale economie profiteert van de terugkeer van wilde diersoorten. Rewilding Europe zet zich in voor de herintroductie van groot wild, zogenaamde ‘sleutelsoorten’ in het ecosysteem.
In acht Europese gebieden wordt deze visie inmiddels ten uitvoer gebracht. In 2022 zal op één miljoen hectare dit proces van ‘rewilding’ in gang zijn gezet. Verlaten landschappen moeten zo omgetoverd worden tot spectaculaire natuurlandschappen met een rijke flora en fauna, natuurlijke bossen en graslanden, meanderende rivieren en wilde dieren. “Onze eigen iconische natuurlandschappen, zoals Amerika haar Yellowstone heeft en Afrika haar Serengeti”, schetst Schepers. Een prachtig idee. Wat maakt het zo anders dan traditioneel natuurbeheer? En kan dit ook in ons kleine land?
Natuurlijke processen
Bos moet bos blijven, heide moet heide blijven en soortenbescherming vindt op de vierkante kilometer plaats. Dat is het huidige natuurbeleid, en dat is naar de smaak van Rewilding Europe nog veel te weinig gericht op natuurherstel en te veel op het fixeren van een bepaalde status. “Behoud en bescherming zijn belangrijk,” zegt Frans Schepers desalniettemin, “de natuur staat nog steeds onder zware druk. Maar we moeten ons goed realiseren dat veel van onze natuur is gedegradeerd.” Rewilding Europe richt zich daarom vooral op herstel van natuurlijke processen, en wil dat het niet de mens is die beheert. “Als die processen de ruimte krijgen en daar de juiste condities voor worden gecreëerd, laat de natuur een enorme herstelkracht zien. Gelukkig zijn er steeds meer mensen die zich realiseren dat behoud onvoldoende is. En dat rewilding de toekomst is.”
Natuurontwikkeling
Toch is rewilding niet nieuw, ook niet in Nederland. Onder de noemer ‘natuurontwikkeling’ pioniert Nederland al bijna 30 jaar met dit onderwerp. In 1992 presenteerde het Wereld Natuur Fonds bijvoorbeeld het plan ‘Levende Rivieren’, dat de gefixeerde Nederlandse delta weer leven inblies. En, de Oostvaardersplassen, ooit bedoeld als industrieterrein, is nu een natuurgebied van Staatsbosbeheer met ontelbare moeras- en watervogels en Europa’s grootste kudde wilde paarden. Zelfs de majestueuze zeearend en de kraanvogel zijn er als broedvogel teruggekeerd. Deze natuurontwikkeling werd vastgelegd in De Nieuwe Wildernis, Nederlands best bekeken natuurfilm ooit.
Ook in de vele tientallen andere Nederlandse natuurontwikkelingsgebieden kwamen verdwenen soorten terug, soms met hulp. Zoals de Europese bizon (wisent) die tot begin vorige eeuw nog op de rand van uitsterven balanceerde. In 2007 werden de grazers in het Kraansvlak, onderdeel van Nationaal Park Zuid-Kennemerland, geherintroduceerd. Inmiddels bestaat de kudde uit 22 wisenten. Ook werd een kleine kudde konikpaarden losgelaten. Sindsdien leven de wisenten en de koniks naast elkaar. Ze worden niet beheerd en leven vrij. En dankzij hun aanwezigheid heeft het dichtgroeiende duingebied haar oorspronkelijke open dynamiek met opstuivend zand teruggekregen, vertelt projectleider van het Kraansvlak Yvonne Kemp. Het project werd lid van het snelgroeiende European Rewilding Network waarin momenteel 57 initiatieven in 25 Europese landen verenigd zijn, waarvan acht in Nederland.
Doos van Pandora
Maar er is ook kritiek. In het vakblad Current Biology noemen Britse en Deense ecologen rewilding zelfs de doos van Pandora. De effecten op de langere termijn zijn namelijk onbekend, volgens deze ecologen, en de herintroducties gaan niet altijd goed. Ze geven als voorbeeld de zaak van opnieuw geïntroduceerde bizons in de Deense bossen, die allen stierven aan parasieten. Dus, adviseren zij, is het beter te investeren in de traditionele methode van natuurbehoud en soortenbescherming.
Kemp, projectleider van het Kraansvlak, vertelt: “De bizon is uiterst gevoelig voor parasieten. Dat betekent dat herintroductie een vakkundige en intensieve voorbereiding vraagt, en daarna een jarenlange monitoring. In het Kraansvlak werd tijdens observaties vrijwel elke hap die de wisenten namen en elke stap die zij zetten vastgelegd.” Ja, herintroductie gaat ook wel eens mis, zegt ze, “maar ook dat is natuur. Niks doen is wat mij betreft geen optie. Door toedoen van de mens was de wisent bijna uitgestorven. Dan kun je wegkijken, maar je kan ook je best doen om het dier te behouden. Ik kies voor dat laatste.” Rewilding Europe is niet onder de indruk. “Natuurlijk zijn er sceptici. We kunnen jarenlang discussiëren, maar wij willen liever leren door aan de slag te gaan. Natuurontwikkeling laat zich maar zeer ten dele voorspellen, en dat maakt het juist interessant”, zegt Schepers. Bovendien benadrukt hij dat juist ook herintroducties een belangrijke reden zijn waarom veel diersoorten in Europa weer langzaam opkrabbelen van eeuwenlange achteruitgang.
Trofische cascade
Een klassiek voorbeeld van rewilding en wat voor een vergaand effect dit heeft op het landschap, is de herintroductie van de wolf in Yellowstone Park in Amerika, in 1995. Bijna zeventig jaar was het dier afwezig en sinds de herintroductie heeft de wolf zelfs helemaal veranderd hoe het park eruitziet. Herten, die aanvankelijk alles kaalgraasden, begonnen uit angst voor de wolf bepaalde plekken te vermijden. De vegetatie bloeide daar op, er kwamen bomen en er vestigden zich zangvogels, bevers en kleine zoogdieren. De bevers bouwden dammen en daar kwamen weer otters, muskusratten, eenden, reptielen en vissen op af. Er is minder erosie in de rivier en er zijn meer poelen ontstaan. Dit heet een ‘trofische cascade’: een ecologisch proces dat aan de top van de voedselketen begint en helemaal doorloopt tot onderaan. Het was een verrassend inzicht. Er werd een film over Yellowstone gemaakt: How wolves change rivers, waarvan de Britse schrijver en milieuactivist George Monbiot de voice-over insprak.
Monbiot is fervent aanhanger van rewilding. Zijn TED-Talk erover werd meer dan 14 miljoen keer bekeken en in 2013 kwam zijn boek Feral uit. Hierin pleit hij voor een wilder Groot-Brittannië. Hij stelt dat natuurbeschermers een inmiddels verpest landschap beschermen. De heuvels van Wales, waar hij woont, zijn saai en kaal, dankzij de schapen die alles wegvreten. Schapen hebben meer schade aangericht in dit land dan alle gebouwen, alle vervuiling en alle klimaatverandering bij elkaar, zegt hij. Het boek leidde tot de oprichting van Rewilding Britain dat pleit voor minder schapen zodat de natuurlijke bossen kunnen herstellen.
Daarmee gaat Rewilding Britain een stap verder dan Rewilding Europe dat zich vooral op krimpregio’s richt. Uiteraard zijn de Engelse schapenboeren minder enthousiast. Maar het standpunt van Monbiot is helder: “We hebben meer diversiteit nodig. We hebben natuur nodig. Rewilding is goedkoper en biedt nieuwe financiële perspectieven voor de bewoners.”
De Nederlandse boer
Rewilding Europe is het daarmee eens. Schepers: “Het huidige Europese natuurbeleid dreigt onbetaalbaar te worden, terwijl het platteland blijft leeglopen. Er doen zich historische kansen voor.” Deze nieuwe vorm van natuur moet zichzelf namelijk gaan terugverdienen door middel van ‘natuurondernemingen’ die de lokale bevolking laten profteren en tegelijk financieel bijdragen aan het gebied. Schepers ziet landschappen voor zich waar Europa’s iconische diersoorten onderdeel zijn van een moderne maatschappij. “Nieuwe natuur als basis voor een nieuw economisch model voor het platteland. Een omschakeling van marginale, gesubsidieerde landbouw naar een natuureconomie.”
En de Nederlandse boer? BoerenNatuur.nl, de landelijke vereniging van 40 agrarische collectieven, die samen een groot deel van het agrarisch beheer van natuur en landschap beheren, verwacht eigenlijk niet dat rewilding hier grootschalig gaat gebeuren. “Leegloop van het platteland resulteert hier vooral in leegstaande agrarische gebouwen. De grond is kostbaar en wordt veelal verkocht.” Ook land- en tuinbouworganisatie LTO Nederland vindt rewilding “best een sympathiek idee”, maar ziet een belemmering in onze grote variatie aan landschappen en grondgebruik op een kleine oppervlakte. Er is bovendien de vrees hinder te ondervinden of schade op te lopen van de wilde diersoorten. “Als je compensatie daarvoor niet goed regelt, dan kan zoiets niet rekenen op steun bij boeren en tuinders. Zij hebben te vaak ervaren dat toezeggingen te zacht blijken te zijn. Misschien moeten we met elkaar concluderen dat Nederland te klein is voor rewilding.”
Schepers vindt juist dat we ook in dit kleine land natuurlijke processen wel degelijk ruimte kunnen geven. “Kijk wat er gebeurd is langs de grote rivieren. Veel boeren zonder opvolger waren blij dat ze hun bedrijf voor een goede prijs konden verkopen. Met een geweldig positief effect voor de lokale economie, toerisme en zelfs de waarde van onroerend goed.” Hij heeft het bijvoorbeeld over natuurgebied de Gelderse Poort, aan de oevers van de Rijn en de Waal achter Nijmegen. Twintig jaar geleden was dat boerenland, maar Staatsbosbeheer gaf wind, water en dieren vrij spel. De rivieren vormden duinen, en de wilde paarden en runderen boetseerden een mozaïek van graslanden, ruigtes en waterplassen. “Dit rivierenlandschap is puur natuur dat laat zien dat we meer vertrouwen in de eigen herstelkracht en veerkracht van de natuur mogen hebben. Vertrouwen dat we met onze drang naar controle en voorspellen volledig zijn kwijtgeraakt.” Rewilding is vooruitzien, zo vindt Schepers. “Laten we investeren in de landschappen van de toekomst, en niet in die van het verleden.”
Ljubisa Marinovic zegt
Osnivanje uzgajalista posebne namene za restituciju i odrzivi razvoj evropskog bizona Zubra u parku prirode Stara planina
Dipl.ing.sum.Ljubisa Marinovic
Podrucje istocne Srbije pripada specificnom geografskom prostoru sa jedinstvenim prirodnim resursima i biodiverzitetom biljnog i zivotinjskog sveta.Vekovni procesi desavanja razlicitih antropogenih uticaja i drustveno-ekonomskih promena na ovim prostorima, doveli su kod iskonskih vrsta faune do kriticne vrednosti daljem opstanku ili potpune iscezlosti.
Tako je i evropski bison Zubr koji je u srednjem veku naseljavao skoro celu Evropu od Tesalije do Baltickog mora, nestao i sa prostora Balkna.On je primer savremenom covecanstvu, kako se moze ocuvati jedna vrsta, ali istovremeno i pretnja od totalnog unistenja.
Na Balkanu bio je cest u u Peoniji, Rodopskim i Balkanskim planinama u Srbiji I Bugarskoj.Narod je po njegovim boravistima i uspesnim mestima lova, za uspomenu po Zubru nazivao predele, izvore i reke, koja se po toponimima i sada poznaju.Tako postoji i Zubr planina kod grada Trna u zapadnoj Bugarskoj.Nedaleko kod Dimitrovgrada-Caribroda u blizini sela Senokos u podnozju Stare planine, nalazimo znamenito mesto stenu Zuber. . Nedaleko od grada Knjazevca juzno od sela Aldinac nalazi se predeo” Zubrov del”,a nesto juznije izmedju sela Zdrelo i Pricel nalazi se mesto Zuber u podgorju Stare planine.Srednjovekovna Srbija je bila bogatija sumama, biljnim i zivotinjskim svetom, tako iznad manastira Srpske srednjovekovne kulture, gde su bili zverinjaci i lovista vladara, nalazimo toponime koji govore o stanistima Zubra.Na prostoru iznad manastira Ravanica na obroncima Juznog Kucaja, nalazimo brdo Zubrovo, ispod koga izvire Zubrovski potok, a nesto dalje tece Zubrova reka.Takodje, iznad manastira Studenica, na planini Goliji, nalazimo reku Izubru i vis-vrh Zuber.Sve ovo potvrdjuje prisustvo Evropskog bizona Zubra na tlu Srbije od 10-15 veka.
Izcezlost iskonskih vrsta, njihovo ne postojanje u sadasnjem vremenu, na podrucijima izuzetnih vrednosti parkova prirode, osiromasuje zoolosku bastinu zemlje Srbije i snizava stepen valorizacije u ekonomskom pogledu.Strateski znacaj za ocuvanje bioloske raznovrsnosti flore i faune je zastita i restitucija nestalih vrsta i turisticka valorizacija odredjenih regiona.
Cilj i namena uzgajalista
Osnivanje zooloskih ograda-uzgajalista posebne namene na manjim povrsinama predstavlja osnovu za povratak izcezlih vrsta u odredjene regione i drzave.U okviru parka prirode Stara planina, programom razvoja zacrtani su dugorocni ciljevi zastite prirode i koriscenja prirodnih resursa u funkciji odrzivog razvoja podrucja i unapredjenja postojecih stanja.
Osnovni cilj osnivanja uzgajalista divljaci posebne namene, ogleda se u njegovom multifunkcionom znacaju:
1. Restitucija izcezlih vrsta u okviru iskonskog areala rasprostranjenja
2. Prezentacija predackih vrsta autohtone faune koja je izcezla sa ovih prostora
3. Ocuvanje retkih i ugrozenih vrsta i njihov odrzivi razvoj
4. Ocuvanje genofonda autohtonih i izcezlih vrsta u genotipu i fenotipu evropskog bizona Zubra.
Visenamenska funkcionalnost uzgajalista posebne namene, ogledace se kao rekreativno turisticki i obrazovno vaspitni centar divljaci medjuregionalnog znacaja:
– Vaspitavnje mladih generacija i populacija stanovnistva regiona, kroz skole u prirodi i eko kampove
– Posmatranje divljaci foro-safari
– Istrazivacke stanice i sire ekoloske edukacije
– Saradnja u okviru nacionalne i medjunarodne mreze zasticenih podrucja i rezervata prirode i koriscenja najsavremenijih iskustava u upravljanju zasticenih vrsta i prirodnim dobrima
– Inventarizacija faune sa posebnim osvrtom na retke i ugrozne vrste
– Stvaranje populacije Zubra kao maticnog fonda- reprocentra za osnivanje novih uzgajalista i zooparkova u zemlji i regionu Balkana.
Cilj projekta spasenja i ocuvanja Zubra je povratak autohtonih vrsta na podrucju Balkana, kao pretka zooloske bastine i biodiverziteta Srbije.Ovim ce se nasa zemlja pridruziti evropskom sistemu zastite i ocuvanja prirode i opstanka ugrozenih i izcezlih vrsta faune.
Studio zelfvoorziening zegt
Worden er hoeveelheden voedsel/grondstoffen van over de gehele wereld geïmporteerd, bij locaal produceren van voedsel in samenhang met locaal landelijk wonen is er voor rewilding nauwelijks ruimte.
Zie onder andere:
Voorbij de groene grens. >weg uit de stad.
http://www.zelfvoorziening.nl/nieuwsbrief_2.html
Bloemlezing basisbezit.
http://www.zelfvoorziening.nl/nieuwsbrief_41.html#blo
Studio zvz, pp.
Studio zvz zegt
Ook, in verband oa. met George Monbiot,
Zeespiegelstijging en rurale repopulatie.
http://www.zelfvoorziening.nl/nieuwsbrief_38.html#zee
Essie zegt
Alles goed en wel, maar de Deense en Zweedse ecologen hebben gelijk. Ze stellen dus dat de effecten op de langere termijn onbekend zijn, en de herintroducties gaan niet altijd goed. Dus, adviseren zij, is het beter te investeren in de traditionele methode van natuurbehoud en soortenbescherming.
Kijk naar de Oostvaarderplassen.! De prachtige Konikspaarden blijken nu teveel te worden en worden zonder pardon door Staatsbosbeheer afgeslacht. Afgelopen donderdag weer 80 paarden naar de slacht in Nijkerk! Ze zijn bereid de paarden ook nog eens af te voeren naar Rendac Is dat goed rentmeesterschap? Het is beslist immoreel en gemeen om die paarden de dupe te laten worden van de zo graag beoogde verwildering. Nederland is te klein.
Erger nog is dat Staatsbosbeheer publiekelijk beweert dat er elders geen plaats te vinden is. Ze liegen ook nog. Uit betrouwbare bron blijkt dat er voor 100 paarden plaats is in natuurreservaten in Wit Rusland. Kan de rewilderingclub in Nederland Staatsbosbeheer SBB daar eens op aanspreken. Bijv via de publiciteit. Dat is hard nodig, voordat het te laat is!