Sinds augustus rijdt de Wegenwacht ook per fiets door Amsterdam en Den Haag. Praktisch, gezien het drukke verkeer in die steden. En schoon. ANWB ambassadeur maatschappelijk verantwoord ondernemen Jasper IJsselstijn: “Misschien lever ik maar een bijdrage van 0,0001 procent, maar het is wél een bijdrage.”
“Wauw! Zoiets heb ik nog nooit gezien”, roept Helen McLaughlin verbaasd. Ze staat met pech op de Elandsgracht in Amsterdam, de auto start niet meer. ANWB-Wegenwacht Marc Geijteman heeft zojuist zijn elektrische fiets geparkeerd. “Ik zag hem eerst helemaal niet. Ik dacht nog: waar blijft die Wegenwacht-auto dan”, vertelt McLaughlin lachend. Er komen meteen belangstellenden bij de fiets staan die alles willen weten over het model en de technische specificaties. Geijteman is al die aandacht wel gewend. “Zo gaat het overal. Mensen vinden het prachtig, je wordt continu aangesproken.”
Binnen een half uur ter plaatse
De Wegenwacht op de fiets is een drie maanden durend experiment in Den Haag en Amsterdam. Het is een idee uit de koker van Jasper IJsselstijn, teammanager én ambassadeur Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen bij de ANWB. Hij zag de Wegenwacht in Duitsland ook gebruik maken van fietsen en was meteen enthousiast. “In de zomer is er rondom Scheveningen echt geen doorkomen aan voor de Wegenwacht. Dan biedt de fiets een mooie oplossing.”
Datzelfde geldt natuurlijk voor het centrum van Amsterdam. De Wegenwacht is dan ook niet de eerste die daar op de fiets overstapt. Denk maar aan de fietstaxi’s, de politie op de fiets en de fietskoeriers. “Auto’s hebben eigenlijk niet zoveel te zoeken in het centrum van Amsterdam”, vindt Geijteman. Op de fiets is hij een stuk sneller ter plaatse, en dat is volgens hem ook de grootste winst van dit experiment. McLaughlin kan het beamen. “Aan de telefoon zeiden ze dat het ongeveer een uur zou duren. Maar hij was hier al binnen een half uur.”
Milieuvriendelijke smeermiddelen
Dat de fietsende Wegenwacht tijd bespaart, is mooi meegenomen voor Jasper IJsselstijn. Als MVO-ambassadeur is hij voortdurend op zoek naar mogelijkheden om de organisatie te vergroenen – maar dan wel binnen de kaders van de ANWB. “Onze leden mogen er natuurlijk geen last van hebben. En het mag ook niks extra kosten, wat bij duurzame maatregelen vaak nog wel het geval is. Wij hebben alleen het geld van de leden te besteden, dus daar gaan we zuinig mee om.”
Toch kreeg hij al aardig wat voor elkaar. Trots overhandigt hij het deel van het MVO-Jaarverslag dat speciaal aan de Wegenwacht is gewijd. Hij vertelt enthousiast over de vernieuwde milieustraten om het afval beter te kunnen scheiden en de zoektocht naar milieuvriendelijke smeer- en reinigingsmiddelen. Hij zorgde er ook voor dat het nieuwe Wegenwacht-uniform een Fair Wear certificaat heeft. Een collega regelde dat 600 afgedankte haakse slijpers via de Stichting Gered Gereedschap een tweede leven kregen in Tanzania. “Duurzaamheid is niet de kernmissie van de ANWB. Maar ik vind gewoon dat je als grote organisatie een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebt. Je moet iets met die haakse slijpers, die gooi je niet weg.”
Verandering van onderop
De meeste mensen zullen bij de ANWB niet direct aan duurzaamheid denken. “We kampen wat dat betreft een beetje met een imagoprobleem”, vindt persvoorlichter Ad Vonk. “En we lopen ook heus niet op kop, maar we doen wel ons best. Duurzaamheid staat bij ons hoog in het vaandel.” Dat neemt niet weg dat de ANWB ook opkomt voor de belangen van automobilisten, en soms botst dat. Zoals de houding van de ANWB ten opzichte van 130 kilometer per uur. “Een hogere maximumsnelheid had van de ANWB nooit gehoeven”, zegt Vonk. “Maar nu er politiek besloten is dat dit de maximumsnelheid moet zijn, dan moet het ook consequenter worden doorgevoerd. Dat vergroot de verkeersveiligheid.”
IJsselstijn vindt beide zaken wel eens lastig met elkaar te rijmen, maar gelooft in verandering van onderop. “Het heeft geen zin als het management een MVO-beleid uitzet voor de hele organisatie. Het moet door het personeel gedragen worden. Ik wil de verantwoordelijkheid bij de mensen zelf neerleggen, zorgen dat zij het belangrijk gaan vinden.” Met vier miljoen leden kan je er vanuit gaan dat een deel van de achterban van de ANWB wel degelijk duurzame ambities heeft. “Maar die groep is eigenlijk nog te klein om echt invloed te hebben”, denkt IJsselstijn. Hij vergelijkt de ANWB met een olietanker. “Die kan je niet zomaar keren op de oceaan. Maar wel met heel veel moeite een klein beetje van koers doen veranderen. Misschien lever ik maar een bijdrage van 0,0001 procent, maar het is wél een bijdrage. En wie weet, hebben we volgend jaar nog veel meer fietsen rijden voor de Wegenwacht.”
80 kilo gereedschap
Aan Marc Geijteman zal het niet liggen. Die wil de hele winter wel doorrijden. In zijn vrije tijd zit hij ook graag op de fiets, en hij slalomt moeiteloos met zijn 80 kilo gereedschap het Amsterdamse verkeer door. “Het is voor mij veel meer ontspannen werken. In bijna de helft van de gevallen had ik er met de auto niks te zoeken gehad, zou ik niet eens kunnen parkeren. Nu kom ik overal makkelijk bij.” Hij schat dat hij in zo’n 90 procent van de gevallen de bestuurder weer op weg kan helpen. Helen McLaughlin heeft minder geluk. Haar startmotor blijkt kapot, en omdat het een automaat is kan haar auto niet aangeduwd worden. Geijteman belt een lepelwagen voor haar. En fietst zelf weer door naar de volgende klant, nagestaard door verbaasde voorbijgangers.
[…] Lees verder op de website van Down to Earth […]