Beeld: Yulia Mulino
Onder de paraplu Van Tuin tot Bord runnen Nijmeegse bewoners buurtmoestuinen met bijbehorende wijkrestaurants. “Soms zingen we onder het koken. Het maakt niet uit als er iemand vals zingt.”
Pal naast het wijkgebouw De Schakel in de Nijmeegse jarenzestigwijk Grootstal ligt een groene oase. Een ruig parkje met jonge boompjes, slingerende paden, een jeu-de-boulesbaan en bloemenperken. In het midden een ronde moestuin, omzoomd met een hekwerk van kastanjehouten palen. Daarin groeien rode kolen, tuinbonen, aardbeien, kapucijners, kropsla, rozemarijn, munt en allerlei andere groenten, kruiden en bloemen. De blauwe bloemetjes van het komkommerkruid en de oranje van de Oost-Indische kers worden geplukt door vrijwilliger Sjoekie. “Die gebruiken we voor de garnering”, vertelt de gepensioneerde kleuterjuf en wijkbewoonster. Behalve in de tuin werkt ze als gastvrouw in het buurtrestaurant. Wekelijks koken bewoners in De Schakel een maaltijd met producten uit de gezamenlijke moestuin. “Sinds die moestuin heb ik meer contacten in de buurt. Er zijn zelfs fijne vriendschappen ontstaan.”
Voor elk wat wils
Sjoekie brengt de bloemen naar de keuken in het wijkgebouw, waar de voorbereidingen voor de maaltijd in volle gang zijn. Vijf wijkbewoners met kookschorten wassen sla, snijden zoete aardappels en raspen wortels, onder begeleiding van kok John Carrie. Drie dagen in de week kookt hij in een restaurant in Nijmegen-Oost, op dinsdagen begeleidt hij hier de bewoners bij het koken. “De recepten komen deels uit het restaurant, deels van vrijwilligers en van koks van de andere locaties.” Dat zijn de overige twee wijken van Van Tuin tot Bord. Mede-initiatiefnemer en directeur van Van Tuin tot Bord is Elly Janssen. Na als projectmanager in verschillende Afrikaanse landen te hebben gewerkt, wilde ze zich dichter bij huis nuttig maken: voedsel met sociale doelen verbinden. Door verschillende activiteiten te combineren – moestuinieren, koken, een buurtrestaurant runnen – kan bijna iedereen wel iets leuks vinden om te doen.
Janssen maakte in samenwerking met opbouwwerk en zorgorganisaties een plan. “Hoe krijgen we een divers gezelschap aan tafel, waaronder ook kwetsbare mensen uit de wijken?” Met geld van het VSBfonds en het Oranjefonds kreeg ze tot nu toe drie Van Tuin tot Bord-locaties van de grond, die later ook gemeentelijke subsidie kregen. “En volgende week gaan we in een vierde wijk proefdraaien.” Met de fondsen worden onder andere de koks en de begeleiders bij het moestuinieren betaald, op freelancebasis. Buurtbewoners doen het grootste deel van het werk, maar een beetje professionele ondersteuning blijkt nodig, vertelt Janssen. “De vrijwilligers vinden het erg prettig dat iemand de boel coördineert. Zo kunnen zij hun eigen ding doen in de moestuin- of kookgroep.”
Behalve ontmoetingen stimuleert Van Tuin tot Bord gezonde voeding. Janssen herinnert zich een deelnemer die vorig jaar zei: “Nu eet ik tenminste één keer in de week gezond.” Dat is winst. De maaltijden zijn vegetarisch, maar om niemand af te schrikken wordt dat niet van de daken geschreeuwd. De moestuinen worden biologisch bewerkt: de tuinvrijwilligers hebben onlangs een cursus gedaan bij Velt, een organisatie die ecologisch moestuinieren promoot. Het buurtrestaurant vult groenten uit de moestuin aan met producten die in Nijmeegse winkels over de datum zijn. De eigen oogst is deels bestemd voor Quiet, een organisatie die in 2013 ontstond met de uitgave van de eerste ‘armoedeglossy’ Quiet 500, als tegenhanger van de Quote 500. Inmiddels zijn er 13 Quiet Communities die stille armoede proberen te verlichten door hun leden gratis producten en diensten aan te bieden.
Thuiszitten is niks
In de keuken snijdt buurtbewoner Christine zoete aardappelen aan stukken. Behalve met koken, helpt ze ook in de tuin. “Maar ik heb nogal last van mijn rug. Dus ik verzorg vooral de aardbeien die op stahoogte in bakken groeien. Leuk om te koken met dingen die je zelf gezaaid en geoogst hebt.” Bij het aanrecht staat buurtbewoner Joris groenten schoon te maken. “Alleen hele dagen thuis zitten is niks. Vandaar dat ik naast mijn werk in de dagbesteding graag hier in de keuken werk. Het is gezellig, soms zingen we onder het koken. Het maakt niet uit als er iemand vals zingt.”
Nadat ze vaasjes met bloemen op de ronde tafels in de eetzaal heeft gezet, ontvangt gastvrouw Sjoekie de eerste eters. Volwassenen betalen 8 euro voor een maaltijd, voor kleine beurzen is er korting. Kok John vertelt voorafgaand aan de maaltijd de veertig eters wat er op het menu staat. Vooraf zoete aardappelsoep met sinaasappel-gremolata. Daarna gebakken polenta met Italiaanse stoof en gemengde salade. Het nagerecht wordt opgediend door twee internationale hogeschoolstudenten uit Curaçao en Brazilië, die hier stage lopen. Ze maakten een moes van aardbeien met lange vingers, rabarber en slagroom, gegarneerd met de bloemetjes van het komkommerkruid. Vrijwilliger Joris vindt het te druk om tussen de gasten in de eetzaal te zitten en eet daarom met kok John in de keuken. Maar als John na het eten alle collega-koks de zaal in roept, komt hij met een grote lach het applaus in ontvangst nemen.
Recept: zoete aardappelsoep met sinaasappel-gremolata
Voor ongeveer 40 personen. Of voor 4: deel dan de hoeveelheden door tien en neem 1 sinaasappel en 1 ui. De zoete aardappel kan eventueel vervangen worden door pompoen.
Ingrediënten:
- 8 uien
- bolletje knoflook
- olijfolie
- 8 el komijnzaad
- 1250 g winterwortels
- 1250 g zoete aardappel
- 6 l groentebouillon
- 4 kleine bio pers-sinaasappels
- bosje tijm
- 1000 g rode linzen
Bereiding:
1. Snijd de ui en teentjes knoflook fijn. Verhit wat olie in de soeppan. Bak de ui met de knoflook en 4 el komijnzaad 1 minuut zachtjes.
2. Schil de wortels en zoete aardappel en snijd ze in plakjes. Bak 1 minuut mee zonder te laten kleuren. Schenk de bouillon in de pan en breng aan de kook.
3. Was de sinaasappel en rasp de oranje schil er dun af. Houd de rasp apart en doe 2 sinaasappels in stukjes in de pan.
4. Laat de soep 10 minuten zachtjes koken.
5. Maak intussen de gremolata. Rooster in een droge koekenpan het laatste komijnzaad en schud in een vijzel. Vijzel het komijnzaad grof. Ris de blaadjes van de tijm. Rasp 1 of 2 extra tenen knoflook. Meng de sinaasappelrasp met de tijm, knoflook, het komijnzaad en nog wat olijfolie.
6. Pureer de soep grof met de staafmixer. Voeg de linzen toe en kook de soep nog 15-20 minuten tot de linzen gaar zijn. Breng de soep op smaak met zout en peper en sap van de laatste 2 sinaasappels.
7. Schep de soep in kommen. Schep in elke kom wat gremolata en maak af met een scheutje olijfolie.
Geef een reactie