Iedere Down to Earth komt mét een recept van Michiel Bussink. “Als het even meezit, kunnen wij binnenkort weer naar de kroeg. Dat zou je onze kipjes ook gunnen.”
Virussen horen erbij. Dat was altijd al zo, maar moedertje natuur heeft ons afgelopen jaar nog maar eens keihard met de neus op dat feit gedrukt middels Covid-19. Dankzij menselijk vernuft in de vorm van vaccins kunnen we, als het even meezit, binnenkort weer naar de kroeg.
Dat zou je onze kipjes ook gunnen. De kroeg in de vorm van een lap grond met op te scharrelen zaden, pieren en torretjes. Maar traditiegetrouw waart tijdens de vogeltrek de vogelgriep rond. Ophokken maar weer dat kleine percentage van de kippen, waaronder die met biologisch keurmerk, dat buiten scharrelen gewend is. Zodat ze inmiddels met die telkens terugkerende vogelgriepgolven een flink deel van hun leven in de schuur zitten. Dat kan zo toch niet doorgaan!? Kunnen we die kipjes niet vaccineren tegen de vogelgriep?
Dat kan, maar dat gebeurt niet. Omdat er wat haken en ogen aan zitten (vogelgriep is er in verschillende varianten) maar vooral vanwege agro-industriële belangen. Het bedreigt de export, want sommige landen – waaronder Duitsland, Neerlands belangrijkste exportland – blieven geen vlees en eieren van gevaccineerde kippen. Bovenal is het ondoenlijk en te duur om 100 miljoen kippen te vaccineren. Oftewel: daarvoor zijn er veel te veel kippen. Die aantallen veroorzaken trouwens ook andere problemen, u weet het wel, ontbossing (voor veevoerproductie), overbemesting, dierenleed, smakeloos vlees. Terwijl we met veel minder kippen toe kunnen.
Dat is vooral een kwestie van perspectief, realiseerde ik me toen ik me verdiepte in de geschiedenis van de Nederlandse kippenhouderij. “Had men vroeger op eene boerderij 6 à 12 kippen, thans heeft men er 100 à 300”, schreef de Staatscommissie van de Landbouw in 1911. Tjonge, meer dan honderd kippen op één boerderij! Dát waren nog eens megakippenboeren, vonden ze. Tegenwoordig worden er op één bedrijf gemiddeld 45.000 leghennen gehouden of 80.000 vleeskippen. Veel kippen: het is maar hoe je het bekijkt. Laten we toewerken naar het ‘veel’ van 1911. Dat lost nogal wat problemen op en het wordt behapbaar om ze te vaccineren. Kippenvlees wordt dan wel, zoals het hoort, veel duurder, een luxe voor tijdens de feestdagen. Als hoofdgerecht met kerst, of als opmaat voor het nieuwe jaar waarin we weer naar de kroeg kunnen. Dat kan, maar dat gebeurt niet. Omdat er wat haken en ogen aan zitten (vogelgriep is er in verschillende varianten) maar vooral vanwege agro-industriële belangen. Het bedreigt de export, want sommige landen – waaronder Duitsland, Neerlands belangrijkste exportland – blieven geen vlees en eieren van gevaccineerde kippen. Bovenal is het ondoenlijk en te duur om 100 miljoen kippen te vaccineren. Oftewel: daarvoor zijn er veel te veel kippen. Die aantallen veroorzaken trouwens ook andere problemen, u weet het wel, ontbossing (voor veevoerproductie), overbemesting, dierenleed, smakeloos vlees. Terwijl we met veel minder kippen toe kunnen.
Een biologisch kerstkippetje
* 1 biologische, biologisch-dynamische of hobbyboerderijkip
* 1/2 à 1 liter karnemelk
* 1 fles zonnebloemolie
* 400 gram bloem
* peper en zout
* cayennepeper
* geraspte (biologische) citroenschil
Verdeel de kip in stukken en bestrooi minstens een uur van tevoren met peper en zout. Leg in een kom en doe er zoveel karnemelk bij dat de kip onder staat. Laat zo’n half uur staan. Meng de bloem met de peper, zout, cayennepeper en citroenschil. Verdeel de olie over twee grote koekenpannen (zodat er een laagje van zo’n tweeënhalve centimeter in de pan staat) en verhit de olie. Die is heet genoeg als een stukje brood bruin kleurt. Wentel de kip door de bloem en leg in de hete olie. Geen kip boven op elkaar leggen. Desnoods, bij te volle pan, de kip na elkaar frituren en warm houden in een oven (maximaal 50 0C). De kip af en toe omdraaien en in zo’n kwartier gaar en bruin bakken.
Geef een reactie