Exotische planten kunnen een bedreiging vormen voor de ‘inheemse’ planten. Daarom: een ode aan onze eigen aardpeer.
Pas op voor buitenlanders in de natuur: ze vormen een risico voor de autochtonen. Aldus een waarschuwing van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA), vorig jaar. Nu zou je denken, waar hebben we het over? Het gemiddelde Nederlandse bos wordt bovengemiddeld bevolkt door witte wandelaars. Maar de officiële instantie die moet waken over onze voedselveiligheid had het over exotische planten die een bedreiging kunnen vormen voor de ‘inheemse’ planten. De voedselbossenhype brengt namelijk met zich mee dat er her en der bomen en planten worden aangeplant die hier van oorsprong niet groeien. Denk aan Japanse walnoten, Siberische erwten, Chinese dadels, olijfwilgen, dwergmispels en klimaugurken. Moeten we die stroom buitenlandse flora niet tegenhouden aan onze nationale grenzen?
De NVWA liet haar ‘Team invasieve exoten’ een rapport schrijven: ‘Risicobeoordeling van voedselbossen als introductieroute voor invasieve plantensoorten’. Het team ontdekte maar liefst 481 buitenlanders onder de 593 soorten op de voedselbossenplantlijsten. Het gros van de vreemdelingen blijkt geen kwaad te kunnen. Maar 12 planten kregen het predicaat ‘hoog risico voor de biodiversiteit’, waarvan 9 ook nog eens een ‘hoog risico vormen voor het functioneren van ecosystemen’, omdat ze inheemse planten kunnen verdringen. Tjonge. Benieuwd welke angstaanjagende killerplanten er oprukken vanuit de doorgaans schattige voedselbossen met hoog hippiegehalte. Engiszins sensatiebelust downloadde ik het rapport van het Team invasieve exoten. Daar had je de tabel met de in knalrood oplichtende planten met hoog biodiversiteitsrisico.
Waaat?! Wát zie ik daar in dat rijtje staan? De rosa rugosa, oftewel de bottelroos, die al meer dan 100 jaar in Nederlandse parken en wegbermen wordt aangeplant, met zijn smakelijke, vitaminerijke rozenbottels waar mijn moeder in mijn kinderjaren de heerlijkste jam van maakte. De cranberry, die sinds 1845 op Terschelling groeit voor de onvermijdelijke kerstdiscompote, maar zich buiten de Wadden nergens thuis voelt. De aardpeer die sinds eeuwen in moestuinen wordt aangeplant vanwege zijn heerlijke knolletjes met artisjok-achtige smaak. Allemaal ‘hoog risico voor de biodiversiteit’? Laat me toch niet lachen. Dan is exoot aardappel, waar gangbare boeren wekelijks een hallucinatie-opwekkende cocktail van planten-, insecten-, en schimmeldodende middelen over uitsproeien, een honderdduizend keer ergere ecologische boosdoener. Hier wordt door de NVWA een staaltje door onwetendheid en vooroordelen ingegeven vreemdelingenangst ten beste gegeven. Leve de aardpeer! Al heeft die wel anderszins zijn invasieve kantjes als je ’s avonds onder de dekens ligt. De jerusalem artichoke, zoals de Engelsen hem noemen, wordt ook wel verbasterd tot fartichoke.
Aardperen met salieboter en hazelnoten
Ingrediënten
1 kilo aardperen
100 gram boter
2 tenen knoflook
handvol blaadjes salie
100 gram hazelnoten
peper en zout
Boen de aardperen stevig schoon met een borsteltje. Lukt het niet goed ze schoon te krijgen, dan kun je ze met een dunschiller schillen, wat een behoorlijk klusje is. Kook ze zo’n 5 tot 7 minuten in gezouten water beetgaar. Hak ondertussen de hazelnoten grof en rooster ze in een droge koekenpan. Smelt de boter, roer er de gehakte teentjes knoflook en gehakte salieblaadjes door. Giet de aardperen af, roer er het botermengsel en de hazelnoten door en breng op smaak met peper en zout.
Geef een reactie