Op 15 mei 2019 publiceerde De Volkskrant een artikel over het gebruik van het omstreden middel RoundUp – oftewel glyfosaat – door Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. Door de commotie die hierover ontstond, besloot Natuurmonumenten er per direct mee te stoppen. Staatsbosbeheer niet; woordvoerder Imke Boerma vertelt waarom.
Schokkend nieuws, dat natuurbeschermingsorganisaties glyfosaat gebruiken. Of niet?
“Nee hoor, we zijn altijd transparant geweest over het gebruik ervan. Dus in die zin was het geen nieuws. Maar bestrijdingsmiddelen zijn natuurlijk wel een heel belangrijk onderwerp, ook voor ons. Wij vinden dat het in de hele wereld een stuk minder zou moeten, en bij voorkeur helemaal niet.”
Is dat niet een beetje hypocriet, als jullie het zelf ook gebruiken?
“Natuurlijk zouden we er het liefste mee stoppen. Het is voor ons ook een dilemma. Want is het middel niet erger dan de kwaal? We gebruiken het alleen als het écht niet anders kan. Dat blijkt wel uit de cijfers: we hebben het afgelopen jaar 34 liter RoundUp gebruikt, in de 275.000 hectare natuur en landschap die we beheren. Wij gebruiken het alleen kleinschalig en lokaal, op individuele planten of groepen planten.”
Om welke planten gaat het dan?
“Alleen om de reuzenberenklauw, omdat die een gevaar vormt voor de volksgezondheid. Als je met reuzenberenklauw in aanraking komt, krijg je brandblaren op je huid. Daarom halen we de planten weg bij speelplaatsen en langs wandelpaden waar veel mensen komen.”
Zijn er geen andere manieren om ze te verwijderen?
“Waar mogelijk doen we het natuurlijk handmatig. Maar soms lukt dat niet, en moeten we acuut ingrijpen. We zijn voortdurend op zoek naar nieuwe manieren om invasieve exoten te bestrijden. We doen nu bijvoorbeeld een proef om de wortels van de Japanse duizendknoop te laten afsterven door hete stoom. Het lastige is dat niet-chemische manieren heel arbeidsintensief zijn. En niet altijd succesvol.”
Hoe staan jullie tegenover een Europees verbod op het gebruik van glyfosaat?
“Daarover zou je ons niet horen klagen. Want dan zou het ook in andere sectoren, waar de gebruikte hoeveelheden echt een bedreiging voor de biodiversiteit zijn, niet meer gebruikt mogen worden. Het zou voor ons wel consequenties hebben. We willen niet dat mensen met brandwonden het bos uitkomen, dus dan zien we ons wellicht genoodzaakt in sommige gebieden de recreatie en toegankelijkheid flink te beperken. Of het kan betekenen dat exoten de inheemse planten verdringen.”
Ingeborg Breuers zegt
Ik weet zeker dat Staatsbosbeheer haar werk ook kan blijven doen zonder glyfosaat. Het excuus klinkt gemakzuchtig. Als reuzenberenklauw eerder verwijderd wordt (voordat het reuzen geworden zijn) is gif niet nodig!
Jeanne Moorman zegt
Kunnen de mensen tegenwoordig niet meer zelf nadenken en de verantwoording dragen voor hun eigen gedrag. Als je een berenklauw ziet moet je UITKIJKEN.
Of zet een bordje bij de ingang van het bos: pas op voor de beer (enklauw)!
Theo Treffers zegt
Handmatig onkruid bestrijden is gewoon mogelijk kost enkel werktijd, dus het is een slechte smoes
karst weening zegt
Glyfosaat heeft een slechte naam, omdat de oorspronkelijke ontwikkelaar Monsanto bij veel tegenstanders van GMO een reputatie heeft gekregen als de “evil company”. Het middel zelf is nauwelijks toxisch, veel minder dan bijvoorbeeld aspirine. Daarvoor geldt ook dat je het liever niet gebruikt, maar indien nodig kan het geen kwaad. Zo is het ook met glyfosaat. Kortom, wanneer we de emotie weglaten, is er niets aan de hand.