In het rapport ‘Nederland 100 procent duurzame energie in 2030’, dat Urgenda op 14 maart presenteerde, ligt de lat hoog. De vraag is of hij misschien zó hoog ligt dat we er wel heel gemakkelijk onderdoor kunnen lopen.
In 2030 woont de Nederlander in een energieneutraal huis, rijdt hij in een elektrische auto (die hij natuurlijk deelt met de buren) en eet hij regionaal vegetarisch en op feestjes misschien eens een stukje vlees. Op zee staat een windpark van 16.800 megawatt (pakweg 4.200 fikse windmolens). Oh ja, onze industrie draait voor een groot deel op groene grondstoffen. Energiezuinig, dat spreekt voor zich. Zie hier de droom van Marjan Minnesma, directeur van Urgenda, die het rapport ‘Nederland 100 procent duurzaam in 2030’ schreef.
Minnesma hamert erop dat het rapport uitgaat van conservatieve schattingen. Met een beetje geluk kan het dus allemaal nog wat sneller. Natuurlijk heeft Minnesma een groene bril op, donkergroen zelfs. Dat is goed, want Urgenda moet niet alleen laten zien hoe een duurzame samenleving er in de praktijk kan uitzien, maar ook zorgen dat burgers, ondernemers en beleidsmakers hun dromen daarover durven na te jagen.
De vraag is of dat het beste met cijfers kan. Want wie gaat berekenen hoe onze samenleving in 2030 100 procent op duurzame energie draait, kan er op rekenen dat anderen met het rekenmachientje in de hand cijfers gaan checken en dromen gaan wegstrepen.
Neem energiebesparing. Urgenda gaat er vanuit dat Nederland in 2030 48 procent minder energie verbruikt dan in 2011, door energie te besparen. Bedenk dan wel dat tussen 2000 en 2010 Nederland jaarlijks slechts 1,1 procent energie wist te besparen. Dat was bovendien geen absolute maar een relatieve besparing. Zonder maatregelen was het energieverbruik gegroeid, nu bleef het op hetzelfde niveau hangen.
Duurzaamnieuws.nl rekende de strakke voorspelling voor ons wagenpark na. Dat omvat nu acht miljoen auto’s. Als dat over vijftien jaar voor driekwart elektrisch rijdt (volgens het Urgenda-rapport), telt dat op tot 6 miljoen elektrische auto’s. Tot 2030 (over 15 jaar) moeten er dus jaarlijks 400 duizend exemplaren verkocht worden. Dat betekent dat de huidige autoverkoop (pakweg 400 duizend per jaar) vanaf nu volledig elektrisch wordt. Bedenk dan wel dat vorig jaar 2.251 (volledig) elektrische auto’s verkocht. Ook als iedereen vanaf nu de auto deelt met de buurman, moeten er jaarlijks 200 duizend nieuwe elektrische auto’s over de toonbank gaan. Dat is precies de mondiale jaarproductie van elektrische auto’s.
Dan hebben we het nog niet gehad over het uitschakelen van de fossiele industrie en wat daar aan vasthangt. Overheden en bedrijven verdienen daar nu nog goud geld mee. De Nederlandse aardgasbaten bedroegen in 2012 14 miljard euro. Hoe snel gaan we dat afbouwen en wie gaat dat betalen? En brengen we de pijpleidingen en installaties voor olie en gas over vijftien jaar naar de schroothoop? Bedenk dan wel dat daar ook vele (tientallen) miljarden pensioengeld in geïnvesteerd zijn.
Misschien heeft Minnesma daarom een citaat van Nelson Mandela in het rapport opgenomen: ‘It always seems impossible, until it’s done.’
Geef een reactie