Patent aanvragen op een plant: dat kan. Zolang ze zijn ‘uitgevonden’ met genetische manipulatie. Toch krijgen grote bedrijven steeds vaker patent op traditioneel gekweekte planten en zaden. Hun monopolie bedreigt de biodiversiteit en onze voedselveiligheid, zegt Johanna Eckhardt.
No Patents On Seeds! strijdt al 20 jaar voor aanpassing van het Europese patentrecht. De coalitie bestaat uit een groep internationale organisaties die zich bezighouden met landbouw, biotechnologie en voedselveiligheid, waaronder bijvoorbeeld Oxfam Novib. Samen luiden ze de noodklok over het toenemende aantal patenten op planten en zaden dat wordt aangevraagd bij het European Patent Office (EPO), de instantie die Europese patenten toekent. Onlangs overhandigde No Patents On Seeds! 250 duizend biologische maiskorrels aan het EPO, vertelt Johanna Eckhardt, projectcoördinator bij No Patents On Seeds!. De maiskorrelsstonden symbool voor 250 duizend opgehaalde handtekeningen tegen patentrecht op planten en zaden.
Patenten zijn bedoeld voor uitvindingen. Toch kent het EPO ze ook toe aan natuurlijk materiaal, zoals planten. Hoe zit dat?
“Dat klopt, het doel van een patent is om technische innovaties te bevorderen. Het helpt uitvinders om de kosten van hun onderzoek en ontwikkeling terug te verdienen. Oorspronkelijk waren ze bedoeld voor chemische en mechanische uitvindingen, maar in de laatste jaren heeft wetgeving het mogelijk gemaakt om ze ook aan te vragen voor menselijk, dierlijk en plantaardig leven.”
Wat houdt een patent op plantaardig leven precies in?
“Het EPO kent patenten toe aan kenmerken van een plantenras. Je kan daarbij denken aan hogere concentraties van flavonoïden, dat zijn verbindingen in planten die allerlei dingen reguleren. Daardoor kan een plant bijvoorbeeld beter tegen droogte, of het lukt om bij hogere temperaturen te ontkiemen. Als je een nieuw ras veldsla kweekt dat extra goed tegen een droog klimaat kan, kun je alleen patent aanvragen op dat specifieke kenmerk van de veldsla.
Patent aanvragen op een heel plantenras kan niet. Je kunt wél terugvallen op het Europese kwekersrecht: het intellectueel eigendomsrecht voor nieuwe plantenvariëteiten. Andere bedrijven mogen het plantenras dan verder perfectioneren en als basis gebruiken voor nieuwe variëteiten. Daarin is het dus anders dan een patent, dat ieder gebruik door derden helemaal uitsluit.”
Klinkt duidelijk, wat gaat er nu mis?
“Eigenlijk mag het EPO alleen patenten toekennen aan kenmerken die voortkomen uit genetische modificatie, waarbij het DNA van een plant door mensen wordt aangepast. Dat valt onder innovatie. Maar kwekers kunnen ook op de traditionele manier tot een heel nieuw plantenras komen, bijvoorbeeld met kruisbestuiving. Ook daar kent het EPO vaak patenten aan toe.
Europa is hier kritisch over. In 1984 voerden het Europese Parlement en Raad van de Europese Unie een richtlijn in, waarin staat dat er geen patenten toegewezen mogen worden aan kenmerken die voortkomen uit traditionele plantenveredeling. Maar dat gebeurt tóch, omdat de richtlijn nogal vaag geformuleerd is. Sommige bedrijven grijpen die ruimte voor interpretatie aan om juridische achterdeurtjes te zoeken – en die vinden ze ook.
Het probleem wordt verergerd door de enorme reikwijdte die een patent kan hebben. Eén patent kan van toepassing zijn op wel honderd plantensoorten met hetzelfde kenmerk – of dat nu voortgekomen is uit genetische manipulatie of uit traditionele kweek. Zo kunnen enorm veel planten en zaden ineens onder een patent vallen: door willekeurige mutaties kan een ‘gewone’ appel zomaar een kenmerk hebben van een genetisch gemodificeerd exemplaar…
Daar komt nog eens bij dat bedrijven patent kunnen krijgen op een bepaalde manier van kweken, telen en verwerken. Biermerk Carlsberg heeft bijvoorbeeld patent op hun brouwproces, manier van oogsten, mout en alle dranken die met hun – ook gepatenteerde – gerst gemaakt worden. Hierdoor wordt het allemaal wel erg ingewikkeld voor andere kwekers en bierbrouwers om al die patenten te ontwijken.”
Hoe weet je als kweker dan waar je aan toe bent?
“Dat is heel lastig. Vooral voor kleinere kwekers is het systeem te complex. Vaak hebben ze niet de middelen om te achterhalen of een nieuw plantenras of verwerkingsmethode toevallig onder een patent valt. Dat kun je helaas niet makkelijk ergens opzoeken. Het is echt gevaarlijk voor kwekers om aan een nieuw ras te werken, soms durven ze er niet eens aan te beginnen. Terwijl het juist belangrijk is dat kwekers zelfstandig plantenrassen kunnen verbeteren! We hebben bijvoorbeeld variëteiten nodig die bestand zijn tegen virussen, of tegen droogte, hitte en andere gevolgen van klimaatverandering.”
En het zorgt voor een monopolie op de zadenmarkt, lijkt me?
“Klopt. Bayer, dat Monsanto heeft overgenomen, Corteva, BASF en ChemChina/Syngenta hebben samen nu meer dan 50 procent van de internationale zadenmarkt in handen. Zij zoeken constant naar manieren om zoveel mogelijk patenten in handen te krijgen, wat hun macht op de markt nóg meer versterkt. Steeds meer kleinschalige kwekers worden uit de markt gedwongen, wat ook weer leidt tot nog meer marktconcentratie. De grote bedrijven krijgen zo steeds meer van onze voedselproductie in handen. Onze vrije toegang tot levensmiddelen komt in gevaar.”
Wat bedoel je daarmee?
“Een handjevol grote bedrijven bepalen wat er in Europa wordt geteeld, geoogst én gegeten. Dat is een enorm risico voor onze voedselsoevereiniteit! Daarnaast zorgt het voor veel minder biodiversiteit op de akkers. De bedrijven zijn niet geïnteresseerd in een grote verscheidenheid aan gewassen; het liefst kweken ze veel planten van een klein aantal rassen. Kleine, regionale of biologische kwekers die juist wel met verschillende plantenrassen werken, zijn er nauwelijks meer. Die verminderde biodiversiteit is nadelig voor het aanpassingsvermogen van planten, terwijl dat juist nodig is voor de veranderende klimaatomstandigheden en nieuwe virussen. Ook plantenkenmerken die nu onbelangrijk lijken, kunnen ons in de toekomst wapenen tegen een nieuw virus.”
Wat doet het EPO hiertegen?
“We zijn doorlopend in gesprek met het EPO, maar dat heeft nauwelijks resultaat. Het EPO ziet niet in waarom juridische verduidelijking nodig is en verschuilt zich achter de 39 landen die lid zijn van de organisatie. Het EPO zegt eigenlijk: als wij geen duidelijk mandaat krijgen vanuit onze leden, zien we geen reden om iets te veranderen. Daarnaast hebben ze er weinig baat bij, want hoe meer patenten ze verlenen, des te meer ze verdienen.”
Een patent aanvragen bij het EPO is inderdaad niet goedkoop. Wat moet er veranderen?
“De wetteksten over wat wel en niet onder een patent op plantaardig leven valt, moeten duidelijker worden. Zodat er geen patent op traditioneel gekweekte planten kan zitten. Bovendien moet de reikwijdte van een patent worden beperkt. Prima dat er een patent zit op een kenmerk van een genetisch gemanipuleerd ras. Maar nu geldt dat patent voor álle planten die dat kenmerk bezitten, genetisch gemodificeerd of niet. Dat moet anders.”
Marjolein Tiemens zegt
Eigenlijk is een patent op een eigenschap, ook al is die met genetische manipulatie in een plant gebracht, gek. De eigenschap kwam toch al in de natuur voor.
Dat je de techniek kunt patenteren, OK. Maar eigenschappen, nee.
Ingeborg Breuers zegt
Eens met Marjolein Tiemens 17 maart 2023, 10.17 uur.!