Meer snelwegen of beter openbaar vervoer? Daarover gaat de discussie. Maar als we de opmars van de auto willen stuiten moeten we volgens Hans Jeekel eerst begrijpen waarom we daar zo afhankelijk van zijn.
“Een tragiek”, noemt Hans Jeekel de discussie over duurzame mobiliteit. “Van de auto verlies je het altijd! De auto heeft zoveel voordelen. Die strijd is niet te winnen. Ja, er is misschien wel iets van haar hegemonie af te knabbelen. Als je zorgt voor mooie zoevende bussen, flitsende fietspaden en lightrail-verbindingen laat een aantal mensen de auto wellicht staan. Maar dan gaat het om kleine percentages, hiermee bereik je geen omslag naar duurzame mobiliteit.”
Ik vroeg hem zijn licht te laten schijnen op het door Milieudefensie gepubliceerde plan voor een groene metropool (zie kader). Maar daarover wil hij het liever niet hebben. Niet dat het een slecht plan is. “Helemaal niet. Minder files en schonere lucht is natuurlijk toe te juichen, maar het is zo’n beperkte discussie. Duurzame mobiliteit vraagt om een veel ruimere blik, een veel bredere discussie. Die is in Nederland volledig afwezig.”
Morele discussie
Hans Jeekel kan het weten. Werkend aan kennis en innovatie bij Rijkswaterstaat heeft hij vanuit zijn werkkamer op de 16de verdieping van het ministerie van Infrastructuur en Milieu niet alleen prachtig zicht op de bossen en duinen die zich ten westen van Den Haag uitstrekken, maar ook op de discussies die er in het ‘veld’ van de bouw, water en mobiliteit worden gevoerd.
“Het is opvallend dat het rond water voor alle maatschappelijke partijen duidelijk is wat het grote vraagstuk is”, zegt Jeekel. “Dat is veiligheid. Men is het natuurlijk over veel dingen niet eens, maar wel over het vraagstuk waarover de discussie moet gaan. Bij mobiliteit is dat geheel anders. De een wil het over luchtvervuiling en klimaatverandering hebben, de ander over het opraken van de olie, en een derde over files. Al die partijen kwetteren vrolijk door elkaar heen, niet mét elkaar. Daarom is er in Nederland feitelijk geen debat over mobiliteit.”
Ook de milieubeweging is hier debet aan, meent Jeekel. “Zij versmallen het debat vaak tot de auto versus het openbaar vervoer en de fiets. Dan wordt het dus al snel een morele discussie waarbij mensen zich of schuldig voelen of boos worden. Waarom? Omdat ze het gevoel hebben dat ze niet zonder die auto kunnen, ook al weten ze dat deze ‘slecht’ is. Ze zijn voor een groot deel van hun dagelijkse activiteiten immers van die auto afhankelijk. Dat moet je onderkennen voordat je over oplossingen kan gaan praten.”
Auto-afhankelijkheid
In zijn recent verschenen proefschrift De auto-afhankelijke samenleving laat Jeekel zien dat die afhankelijkheid van de auto daadwerkelijk groot is. Ruim 40 procent van de huidige verplaatsingen met de auto kan niet, of heel moeilijk, met een ander vervoermiddel worden gedaan. Als onze manier van leven niet verandert, is dat percentage over een jaar of tien opgelopen tot ruim 50 procent, stelt Jeekel vast. Een schrikbeeld: “Dan zijn mensen voor de helft van hun dagelijkse activiteiten, hun werk, consumptie, vrije tijd, sociale contacten en dus voor hun deelname aan de maatschappij afhankelijk van de auto. Dáár moeten we ons echt zorgen over maken. Niet alleen de milieubeweging. Nee, iedereen.”
Maar als 40 procent van de verplaatsingen nu auto-afhankelijk is, is 60 procent dat niet. Is er niet veel gewonnen als je er voor kunt zorgen dat mensen voor die verplaatsingen de auto laten staan? “Ja, maar dat doen ze niet en je moet dus uitzoeken waarom niet. De Fietsersbond zei in reactie op mijn proefschrift: weet je dat een heel groot percentage van de autoritten over kleine afstanden gaat. Dat kan gemakkelijk met de fiets. Klopt, maar het punt is dat veel mensen, met name vrouwen, deze korte ritjes combineren. Ze brengen hun kinderen naar school, doen wat boodschappen, drinken een kop koffie op een terras in de stad en gaan ook nog even bij hun schoonmoeder langs omdat die ziek is. Vervolgens gaan ze weer naar huis. Elke keer een ritje van 3 tot 5 kilometer, gemakkelijk op de fiets te doen. Maar elke korte trip zit in een keten van trips, en er zit een winkel tussen. Dan wordt de fiets lastig als je net even iets meer wil kopen dan dat wat er in een fietsmandje past. Dus al deze activiteiten zijn volgens mijn definitie niet auto-afhankelijk, maar toch nemen mensen hiervoor de auto. Waarom? Omdat het comfortabeler en gemakkelijker is. Veiliger ook, en omdat het minder tijd kost. Want om 3 uur staan de kinderen alweer op de stoep.”
Honderd dingen tegelijk
Veel meer dan een gebrek aan ruimte is volgens Jeekel een gebrek aan tijd er de oorzaak van dat het verkeer in Nederland vastloopt. We willen honderd dingen tegelijk op een dag. De kinderen naar school, werken, boodschappen doen, naar de sportclub, nog even op familiebezoek. En dat terwijl alle winkels en voorzieningen maar van 9 tot 6 uur open zijn. Jeekel: “Hoe je dat geregeld krijgt zoek je zelf maar uit. Mensen worden in feite geacht individuele oplossingen te zoeken voor collectieve problemen. En de auto is voor velen de individuele oplossing bij uitstek. Het openbaar vervoer niet.”
Als je het autogebruik ter discussie wil stellen moet je het volgens Jeekel over al deze laatste zaken gaan hebben. Over ons streven naar gemak en comfort, over ons verlangen naar veiligheid, over afnemende sociale cohesie, over onze tijdsbesteding en toenemende stress. “Daar zie ik een waanzinnige hoeveelheid aangrijpingspunten voor een andere en duurzamere mobiliteit. Dan krijg je pas een debat en discussie die ons uiteindelijk minder afhankelijk van de auto maakt.”
Levenspatroon
Veiligheid en gemak. Het lijken niet de meest voor de hand liggende thema’s om je als milieubeweging mee bezig te houden. “Waarom niet? Ik ben me daar ten tijde van mijn voorzitterschap van De Kleine Aarde hogelijk over verbaasd. We proberen de duurzaamheid met zuinigere en schonere producten verder te brengen. Dat levert ook wel wat op. Maar het is niet genoeg. Als je werkelijk slagen wilt maken, moet je tenminste ons streven naar gemak en comfort ter discussie stellen. Dat vreet immers grondstoffen en energie. In Chigaco ging men vroeger buiten slapen als het binnen te warm was, nu zetten ze daar de airco aan. En waarom slapen ze niet meer buiten? Omdat het buiten onveilig zou zijn. Onveiligheid is zo’n ander onderbelicht aspect in de discussie over duurzame mobiliteit, maar het is wel een belangrijke reden waarom mensen de auto pakken.”
“We hebben een bepaald levenspatroon gekregen waarin de auto geweldig past. Dat levenspatroon is natuurlijk te veranderen, maar dan moeten we eerst beseffen dat er iets mis mee is. Bij voeding is het besef aanwezig dat we voor onze gezondheid en het milieu anders moeten gaan eten. De overheid probeert daar wat aan te doen. Misschien niet genoeg en niet de juiste dingen, maar er is een besef dat we wat aan ons levenspatroon moeten veranderen. Bij de auto is dat besef er niet. Er wordt geen koppeling gemaakt tussen ons levenspatroon en de automobiliteit. Omdat er fysieke alternatieven zijn gaan we altijd over twee dingen praten: alternatieve transportmiddelen of ruimtelijke inrichting. Dat zijn de twee grote thema’s. Maar mensen willen niet in compacte steden wonen en met alleen beter openbaar vervoer of de elektrische auto redt je het niet. Echt niet.”
Geef een reactie