Guatemala is een van de gewelddadigste landen in de wereld. De huidige president speelde ooit een sleutelrol in de gruwelijke geschiedenis van het land, waarin de inheemse bevolking massaal het leven liet. Nu is hij groot voorstander van handelsverdragen en buitenlandse investeringen, ten koste van de rechten van de bevolking. Maar de onvrede groeit, de roep om aftreden klinkt steeds luider en mensen strijden ondanks alles voor een leefbare omgeving.
Guatemala is in beweging, en dat gaat niet zachtzinnig. Op 25 april trad de vice-president van Guatemala af, Roxana Baldetti, verdacht van betrokkenheid bij een enorm corruptieschandaal. Het topje van een ijsberg, wist iedereen. Sindsdien demonstreren duizenden mensen elke zaterdag op het plein voor het nationale paleis in Guatemala Stad. Al tien weken lang roepen ze wekelijks om het aftreden van president Otto Perez Molina. Begonnen zoals we dat onderhand zo goed kennen – een via sociale media georganiseerd protest met ditmaal de hashtag #RenunciaYa, ‘aftreden nu’ – is het protest nu maatschappijbreed en grensoverschrijdend. Ook Honduras is aangestoken.
En het zijn niet de enige demonstraties. Tijdens de dag van het leger, afgelopen 30 juli, waar er op vele plekken festiviteiten plaatsvinden, zijn er groepen die vandaag juist het leven vieren en een tegengeluid bieden. Waar het leger er voor de nationale veiligheid moet zijn, ‘waarborgen ze vooral de veiligheid van internationale investeerders’, zeggen velen.
Is er een Midden-Amerikaanse lente aangebroken? Laten we het hopen. Die is broodnodig, want Guatemala is één van de gevaarlijkste landen die er zijn. Wat betekent het om in dit land te strijden voor een leefbare en groene omgeving? Fotograaf Michael Rhebergen zocht verhalen.
Zomaar terrorist
Het is vroeg in de ochtend wanneer de zon langzaam over de berghellingen tevoorschijn komt. Aan het eind van een zandweg wacht ik op Christina Hernandez. Op 5 mei 2012 kreeg zij een telefoontje dat ze direct de bus moest pakken om naar haar grootouders aan de kust te vertrekken. Haar vader was opgepakt en ze zochten ook haar. Ze moest onderduiken en in veiligheid gebracht worden om niet net als haar vader in de gevangenis te belanden voor iets wat zij niet gedaan had.
Christina is één van de coördinatoren van een jongerenbeweging in Santa Eulalia in het noordwesten van Guatemala, die zich inzetten voor het behoud van natuur en cultuur. Wij lopen een stuk over de onverharde weg omhoog. Slaan daarna af een smal pad op om slingerend over bergpaden bij haar 15-koppige familie thuis aan te komen. In het huis, gebouwd van hout, hoor ik haar verhaal en dat van haar vader. Hij verzette zich publiekelijk, tegen een waterkrachtcentrale in zijn dorp. Zij vluchtte naar de kust, haar vader werd in de ochtend van 5 mei opgepakt en naar de gevangenis vervoerd in de hoofdstad. Lokale schoolmeester, ineens vermeend terrorist.
Acht maanden heeft hij in hechtenis gezeten. Aangeklaagd wegens banden met criminele organisaties en het aanzetten tot misdrijven. Esteban, de vader van Christina, oogt gespannen, aangedaan, wanneer hij erover praat. “Ik ben maar een simpele man” legt hij uit, “een schoolmeester op een lokale school en ineens word je opgepakt als een zware crimineel.” Eind maart van dit jaar is zijn zaak gesloten. Daarmee heeft hij bijna drie jaar met het risico rondgelopen om opnieuw opgepakt te worden. Angst regeerde zijn leven.
Politiek machtsspel
Het zijn geen losstaande incidenten, maar veeleer een politieke strategie die verband houdt met de wereldwijde vraag naar grondstoffen en de nationale drang naar ontwikkeling. Een sluimerend politiek machtsspel waar de bevolking onder lijdt. Een tekenend verhaal, waar ik er veel van hoor in de maanden die ik in Guatemala doorbreng.
Het land in Midden-Amerika leeft met de nalatenschap van een 36-jarig durende burgeroorlog, een genocide en kent een lange geschiedenis van militaire regimes. Het is een land met een van de meest ongelijke samenlevingen in de regio, hoge criminaliteitscijfers, straffeloosheid. Grote bedrijven komen nu het land binnen om natuurlijke hulpbronnen te exploiteren. Hierdoor groeit de sociale onrust in het land.
Door de wereldwijde vraag naar grondstoffen en de regionale behoefte aan elektriciteit wordt er steeds meer land onteigend en vervuild, tot groot ongenoegen van de lokale bevolking. De regio’s waar deze grootschalige projecten plaatsvinden zijn overwegend ruraal en bewoond door de inheemse bevolking van het land, van oudsher achtergestelde groepen die leven met onderdrukking en uitbuiting. Invloed op en waarborging van deze gevolgen ontbreken compleet voor hen, doordat er institutionele kaders missen. Deze zelfde vage kaders stellen bedrijven en overheid in staat schimmige projecten uit te voeren en mensen te intimideren met gevangenisstraf.
Licenties voor grootschalige projecten worden makkelijk afgegeven. Dit is het punt waar de oneerlijke machtsstrijd begint. Eerlijke en vroegtijdige consultatie vanuit de overheid wordt niet gedaan, ook al is het een verplichting vanuit internationale wetgeving. Mensen nemen het initiatief door zelf consultatieprocessen te starten en mensen te informeren, dit worden ook wel consultas popular genoemd. Het zijn processen die door internationale verdragen onderkend worden. ‘Nee’ is daarop veelvuldig en eenduidig het antwoord. Dit ‘nee’ wordt echter door de overheid dikwijls niet erkend. Met het argument dat de consulta niet bindend is. De kaarten zijn daarmee geschud.
De overheid lijkt geen keus te hebben. Driekwart van de economie is informeel: er is een enorme zwarte markt waar de overheid niets van terugziet, én waar een hoge mate van corruptie goed in gedijt. Guatemala kent de laagste belastinginkomsten uit heel Latijns-Amerika. Toch heeft het zijn koers wel degelijk bepaald. Met het tekenen van de vredesakkoorden in 1996 kwamen er langzaam maar zeker ook neoliberale vrijhandelsverdragen om economische ontwikkeling aan te moedigen. Dit heeft de poorten opengezet voor transnationale bedrijven met interesse in exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen waar het land rijk aan is. Otto Pérez Molina, de huidige president, verkozen door ‘democratische’ stemmen, was voormalig legercommandant ten tijden van de genocide. Buitenlandse investeringen heeft hij altijd als hoge prioriteit gezien voor zijn administratie. Daarmee houdt de wereldwijde economie verband met de politieke gevangenen en intimidatietechnieken in Guatemala.
De overheid en bedrijven beweren dat deze megaprojecten ontwikkeling brengen. Het zal voor meer werkgelegenheid zorgen, meer inkomsten, meer voorzieningen. “Maar ten koste van wat?” vraagt Maria Concepción zich af. Ze werkt voor CEDFOG, een onderzoeksinstituut uit Huehuetenango, waar veel van de problematiek zich de laatste jaren afspeelt. “Ook hier in het centrum van de stad zal veel veranderen, er zal een andere dynamiek komen. Meer verkeer, meer vervuiling, meer mensen, meer prostitutie en meer alcoholisme. Het zal van grote invloed zijn op de sociale en culturele sfeer.”
Meer honger
Een paar dagen voordat ik Christina op zoek sta ik buiten in een rij. Het is een lange rij aan de kant van de straat. Nu ben ik zelf gespannen. Het is bezoekuur in de gevangenis van Huehuetenango waar ik op bezoek ga bij Rogélio Velásquez en Saúl Méndez. Twee gemeenschapsleiders uit Santa Eulalia en veroordeeld voor 33 jaar cel. “Er is ons iets in de schoenen geschoven. Het enige waar wij op hopen is gerechtigheid.” Verklaard Rogelio, die net als Esteban tegen een waterkrachtcentrale in hun regio strijdt.
Buiten regent het wanneer Christina en ik op weg gaan naar Carmelia en Cenaida, de echtgenotes van Rogélio Velásquez en Saúl Méndez. We komen aan bij een kleine hut waar Cenaida hout aan het hakken is. Haar dochtertje van zeven zit op de grond en speelt met een versleten pop. “Ik moet nu al het werk doen, ik moet wel, voor onze kinderen” zegt Cenaida. Haar man zit inmiddels al bijna twee jaar vast in Huehuetenango, veroordeeld voor 33 jaar cel.
Carmelia is hetzelfde lot beschoren. “Ik maak me altijd zorgen, om mijn man, mijn kinderen, wat we moeten eten, het huis, alles.” De schulden stijgen, voor het betalen van advocaten en de bezoekjes aan haar man, zeven uur verwijderd van waar zij woont. Er zijn al twee oogsten verloren gegaan terwijl haar man in de gevangenis zit, honger voor haar en haar gezin ligt op de loer. De directe impact op deze families is daarmee groot. Mensen die van het land afhankelijk zijn, ermee vergroeit zijn zien hun leven veranderen. Het contrast met de belofte van meer werkgelegenheid is groot.
Het verhaal van deze twee families is hiermee symbool voor het patroon dat niet te negeren is: het opkomen voor simpele vrijheden kan in Guatemala betekenen dat je van al je vrijheden beroofd wordt. Mensenrechtenverdedigers en milieuactivisten worden gecriminaliseerd door de overheid en multinationale bedrijven. Sommigen worden vermoord, anderen worden opgepakt voor daden die ze nooit hebben gepleegd. Het is een strategie om mensen angst in te boezemen die het niet eens zijn met overheidsplannen om private bedrijven grond te laten ontginnen of waterkrachtcentrales te bouwen. Met zulke industriële ontwikkelingen zijn flinke investeringen gemoeid. En dat geld verbindt ons onherroepelijk hiermee. Maar ook het aanwenden van die invloed valt tegen.
Pensioenfondsen
In het departement San Marcos ga ik op bezoek bij Francisco Bámaca, een voormalig werknemer van het mijnbedrijf Marlin. Hij komt op voor zijn vrijheden en maakt mensen bewust van hun rechten. Gedrag dat niet wordt getolereerd. Als gevolg hiervan is hij uit het bedrijf gewerkt en is hij vervolgd.
De mijn Marlin is een omstreden mijn. Er is sprake van drinkwatervervuiling, onrechtmatige onteigening van grond, en nog veel meer problemen. De eigenaar van Marlin is een buitenlands bedrijf: het Canadese Goldcorp. Een bedrijf waar onze Nederlandse pensioensfondsbeheerder PGGM in investeert, ondanks dat ze zich bewust zijn van de problemen. PGGM schrijft al in een rapport uit 2011 te hebben gediscussieerd met Goldcorp, naar aanleiding van een onderzoek over de te implementeren aanbevelingen tot verbetering van de situatie. Uit een lijst die eind 2014 is verschenen van PGGM, blijkt in ieder geval dat Goldcorp een dialoog is gestart met de autoriteiten omtrent de rechten van de inheemse mensen. De situatie ter plekke is echter niet veranderd. De mensen die ik spreek hebben weinig hoop op verbetering.
“Er zijn hier nog nooit mensen van de overheid geweest om de situatie te bekijken,” maakt Francisco mij duidelijk. “Hoe kunnen ze dan weten wat de realiteit is?” Wanneer ik van hem een foto wil maken op weg naar de bus houdt hij me tegen. “Niet hier, als ze zien dat ik mij hier laat fotograferen kan ik opgepakt worden.” Het maakt mij eens te meer duidelijk hoe de verhoudingen hier liggen.
Licenties voor nieuwe projecten worden nog steeds verstrekt, de geschillen in de gemeenschappen blijven, en mensen willen niet meer met journalisten praten omdat ze bang zijn voor repercussies. Het aantal politieke gevangen is sinds mijn bezoek gestaag toegenomen. Mensen die ik nog in vrijheid heb kunnen spreken zitten inmiddels vast of er hangt een nieuw arrestatiebevel boven hun hoofd. Een ontwikkeling die een kleine groep mensen bijzonder goed lijkt uit te komen.
Maar week na week neemt de onvrede toe. Elke dag is er wel érgens een demonstratie. Over twee maanden vinden de nationale presidentsverkiezingen plaats. Het is de vraag of die enige verandering zal brengen in de huidige situatie van het land, dat zo ontzettend moeilijk groen te houden is, maar wat mensen niet weerhoudt daar toch voor te strijden.
Lees ook ons artikel: De andere 30. Milieuactivisten achter tralies.
Geef een reactie