Michiel Bussink ziet een oase van notenbomen voor zich op het Nederlandse platteland, te bereiken met één woord: diversiteit. Met heerlijk recept.
Het Nederlandse platteland is tegenwoordig een ecologische woestijn, maar kan weer een natuurrijke oase worden met één woord: diversiteit. Mits dat woord met de nodige praktijk wordt gepaard, uiteraard. Niet één soort gras in de weilanden, maar heel veel verschillende soorten, plus bloemen en kruiden. Niet voornamelijk gras en maïs, maar veel meer granen; gerst, rogge, boekweit, spelt. Niet alleen éénjarige gewassen, die elk jaar weer vragen om ploegen, zaaien en onkruid wieden. Maar meerjarige struiken en bomen, die na één keer planten jarenlange oogsten gaan leveren. Waaronder bijvoorbeeld notenbomen.
Met die noten kunnen we dan ook mooi werken aan de eveneens nodige ‘eiwittransitie’, zoals dat in beleidstaal tegenwoordig heet: minder dierlijke eiwitten eten, meer plantaardige. Worden we ook nog eens gezonder – van het Voedingscentrum moeten we meer noten eten. Notenbomen aanplanten dus. Zoals Juglans regia, koninginnen van het Nederlandse landschap. Na wat aanloopjaren kun je er ook nog eens meer mee verdienen dan met gras voor de koeien, rekende een notendeskundige eens uit. Diversificatie, daar heb je dat woord weer – ook in economische zin.
Her en der schiet de Nederlandse notenbeweging uit de grond, inclusief mooie food start-ups. Zo heb je oliemolen Kleine Muyl: daar kun je je walnoten brengen, krijg je ze als notenolie weer terug. Nu blijkt dat proces allerlei bijproducten te leveren die ook culinair interessant zijn. Zo kun je smakelijke en ook nog eens oergezonde thee zetten van de schotjes die de noten in de bolster gescheiden houden. De pulp die overblijft van het notenpersen, kun je in brood verwerken, of je kunt er koeken van bakken. En dan hadden we het nog niet eens over de groene (onrijpe) walnoten waar ik portachtige notenwijn van maak, en een gepekelde, zoet-zure, pikzwarte borrel-lekkernij. Het notenblad levert een natuurlijk insectenwerend middeltje en met de gekraakte, overgebleven houtige bolsters kun je de kachel aanmaken. Wat een DIVERSITEIT!
Wel is het zo dat 2017 in Oost-Nederland een dramatisch slecht notenjaar is, vanwege de late nachtvorst, afgelopen april, die de schitterende katjes van de notelaars deed bevriezen. Een oplossing voor dat probleem? Diversiteit. Niet afhankelijk zijn van één soort notenboom, maar van uiteenlopende rassen, die elk hun eigen bloeitijd hebben. Ook zwarte walnoot en Japanse hartnoot aanplanten dus. Diversificatie op onderstaand recept (hazelnoten, pecannoten) is ook toegestaan!
Harrievegan zegt
NIET veganistisch.