Beeld: Shutterstock
Waar de meeste klimaatwetenschappers roepen hoe nijpend de situatie is, schetst de Britse Hannah Ritchie hoopvolle perspectieven. Haar boodschap: we hebben de mogelijkheden om onze grootste klimaatproblemen op te lossen, nu meer dan ooit. Maar dan moeten we niet verzanden in doemdenken.
Onlangs verscheen de Nederlandse vertaling van Hannah Ritchies eerste boek, Niet het einde van de wereld. In eerste oogopslag snijdt haar boodschap weinig hout. We moeten ons toch juist wél enorme zorgen maken om het klimaat?
Ritchie is senior onderzoeker Global Development aan de Universiteit van Oxford. Daarnaast is ze hoofdonderzoeker bij Our World in Data, een organisatie die de meest urgente wereldproblemen onder de loep neemt. Met haar boek wil ze mensen anders laten kijken naar onze grootste klimaatproblemen en -oplossingen. Ze richt zich op de vooruitgang die de mensheid wél geboekt heeft en de kansen die er nu liggen.
Kun je vertellen waar je boek over gaat?
“Als wetenschapper zoom ik uit en kijk ik naar wat we al weten. Ik bekijk cijfers en gegevens op de lange termijn, om te zien welke veranderingen zich in de wereld voordoen. Pas als je daar van een afstand naar kijkt, kun je zien er werkelijk gebeurt. Op deze manier behandel ik luchtvervuiling, klimaat, ontbossing, voedsel, verlies van biodiversiteit, overbevissing en plastic. Mijn boek is een datagedreven blik op de grootste problemen waar we mee te maken hebben. Ik laat zien waar we nu staan en wat, volgens mij, de volgende stap zou moeten zijn. De kernboodschap is: deze problemen zijn groot, urgent en hebben enorme gevolgen. Maar ze zijn wel op te lossen.”
En waarom wil je juist deze boodschap overbrengen?
“Van kinds af aan is klimaatverandering een onderdeel van mijn leven. Later koos ik voor een studie aardwetenschappen, en op een gegeven moment bereikte ik een punt waarop ik rondliep met hetzelfde gevoel dat veel mensen tegenwoordig hebben. Namelijk dat we moeten accepteren dat onze problemen steeds erger worden en de toekomst nooit beter zal zijn dan het nu. Ik voelde me verlamd. Toen ik de data over deze onderwerpen bestudeerde, kwam ik erachter dat mijn gevoel niet klopte. Als je een stapje terug doet, blijkt dat we wél vooruitgang boeken. Ik wil tegenwicht bieden aan de mentaliteit dat we gedoemd zijn en er niks is wat we nog kunnen doen om het tij te keren. Want dat is niet wat de wetenschap ons vertelt. En het is ook nog eens contraproductief! In zekere zin is mijn boek dus een oproep om er nu alles aan te doen om de problemen op te lossen, en er niet van weg te kijken.”
Welke vooruitgang hebben we dan geboekt?
“In mijn boek leg ik uit dat duurzaamheid tweeledig is. De VN-commissie Brundtland uit 1987 definieert duurzame ontwikkeling als: voldoen aan de behoeften van de huidige generatie zonder de behoeften van toekomstige generaties in gevaar te brengen. In milieukringen merk ik dat de aandacht vooral naar één deel gaat: het beschermen van ons milieu voor toekomstige generaties. Het andere deel is er dus voor zorgen dat mensen vandaag de dag een goed leven hebben. Op dat vlak zijn we de afgelopen decennia dramatisch vooruitgegaan. In het grootste deel van de wereld zijn alle maatstaven voor menselijk welzijn omhooggeschoten. Denk aan kind- en moedersterfte, geboorte- en armoedecijfers, honger en toegang tot allerlei faciliteiten die we nu als vanzelfsprekend zien. Maar ook daar zijn we er nog niet, want er is veel ongelijkheid in de wereld. Het punt is dat we wel al grote stappen hebben gezet. Het probleem is dat die vooruitgang ten koste is gegaan van het milieu. De grote uitdaging van de komende decennia is om dat evenwicht te herstellen. Kunnen we het welzijn van mensen verbeteren en tegelijkertijd het milieu beschermen? Ik denk dat het antwoord ja is.”
Je zegt zelfs dat wij de eerste generatie in de geschiedenis zijn die duurzaamheid kunnen bereiken. Waarom ben je daar zo zeker van?
“Daar ben ik helemaal niet zeker van! Ik denk dat we de káns hebben om die generatie te zijn, maar daarvoor moeten we bepaalde oplossingen wel implementeren. Menselijke vooruitgang hoeft nu en in de toekomst niet meer ten koste te gaan van het milieu, omdat we veel meer mogelijkheden hebben – in dat opzicht zijn we vooruitgegaan. Als je naar de geschiedenis kijkt, was ons welzijn lange tijd afhankelijk van bijvoorbeeld het gebruik van fossiele brandstoffen voor energie, of het uitbreiden van landbouwgrond naar bossen en leefgebieden. Tegenwoordig kunnen we energie op een koolstofarme en minimaal vervuilende wijze produceren. Op het gebied van landbouw is het mogelijk om voedsel op een veel kleinere hoeveelheid land te verbouwen dan we dat nu doen. Daarmee kunnen we een einde maken aan ontbossing en beginnen met het herstellen van natuurlijke habitats. In mijn boek beschrijf ik meerdere van dat soort oplossingen.”
Klinkt logisch. Hoe kan het dat de meeste mensen hier minder positief over zijn?
“De negativiteit rondom deze onderwerpen is meer dan terecht. De problemen zijn enorm en we zijn niet zo snel vooruitgegaan als had gemoeten. Ik denk alleen dat het gevoel in evenwicht moet zijn. Als we ook optimistisch zijn, raken we niet zo snel verlamd. Dan kunnen we er nog iets aan doen. We moeten gewoon veel sneller handelen dan we nu doen.”
Zo lijkt het wel heel simpel. Hoe kunnen we dan versnellen?
“Veruit de grootste aanjager zullen goedkope koolstofarme technologieën zijn. Die zijn heel belangrijk, zelfs om rijkere landen ervan te overtuigen om sneller te handelen. Het goede nieuws is dat veel van deze alternatieven, zoals wind- en zonne-energie, nu de goedkoopste opties zijn. Daarnaast kun je veranderingen sneller realiseren als onderwerpen minder worden gepolitiseerd. Op het gebied van energie is er bijvoorbeeld veel verdeeldheid gecreëerd die de vooruitgang tegenhoudt. Vaak wordt aangenomen dat politiek rechts tegen veel van deze oplossingen is. Dat is niet waar, denk ik: het ligt er helemaal aan hoe je de kwestie framet. Een groot deel van de oplossing bestaat uit het vinden van de juiste boodschap voor het juiste publiek. Ik zou willen dat iedereen net zoveel passie voor klimaatverandering had als ik, maar uiteindelijk boeit het me niet waarom iemand voor hernieuwbare energiebronnen kiest. De uitkomst is wat telt. En ik denk dat onze generatie de uitkomst voor onze wereld positief kan beïnvloeden.”
Commentaar
Lisa Doeland
Filosoof, schrijver en universitair docent over onder andere de klimaatcrisis
“Ritchie vertelt een bekend verhaal. De milieubeweging focust zich op data over ecologische achteruitgang, zegt ze, omdat er iets moet overblijven voor toekomstige generaties. Maar voor de huidige generaties gaat het toch goed? Bovendien is haar definitie van duurzaamheid, die van de Brundlandt-commissie, eigenlijk heel problematisch en zeker niet de sterkste. Hij past toevallig wel goed binnen het groeikapitalisme.
Ritchies boodschap gaat gewoon weer over de westerse levensstandaard als doel voor de héle wereld. Dus: problemen over de schutting gooien naar de volgende generaties – of over de grenzen van Fort Europa. Die levensstandaard kunnen we best lang volhouden in sommige delen van de wereld, daar biedt ze genoeg handvatten voor. Maar er is nul aandacht voor andere delen van de wereld. Zo gaat ze er totaal aan voorbij dat al die “schone” energie die wordt opgewekt met windmolens of zonnepanelen ook extractivistisch, neokoloniaal en vervuilend is.
Ritchie zegt ook dat er minder gepolitiseerd moet worden. Dat moet juist méér! Ze heeft de logica van een manager: als we alle neuzen maar dezelfde kant op krijgen, dan komt het goed. Maar de ecologische crisis is bij uitstek een politieke crisis: een deel van de mensen trekt over de rug van andere mensen dingen naar zich toe. En dan komt die Brundlandt-definitie weer voorbij: die klinkt alsof de rest van de wereld zich moet ontwikkelen tot het niveau van de zogenaamde ‘beschaving’ en het comfort dat het westen heeft gerealiseerd. Maar het tegenovergestelde moet gebeuren: de mondiale bovenklasse moet inleveren. Dus kun je het niet voor iederéén naar tevredenheid oplossen.”
Aiske Taverne
Coördinator Community bij Milieudefensie Jong en socioloog
“Persoonlijk vond ik het wel verfrissend om een ander geluid te horen. Hannah Ritchies boek heeft een andere toon dan de reguliere klimaatwetenschap. Het is een interessante invalshoek, maar wel een met mitsen en maren.
Ritchie vertelt de boodschap wel erg simplistisch. Voor mijn gevoel heeft ze een hele technische benadering van de oplossing van het klimaatprobleem. Daar is wel meer voor nodig dan overgaan op hernieuwbare energie. Volgens de definitie van duurzaamheid die zij hanteert, zijn we inderdaad heel goed bezig. Maar zo ligt het niet. Ik zit in m’n maag met ongelijkheid: mensen in andere landen ondervinden al de gevolgen van klimaatverandering, veel meer dan wij in het westen. En de oplossingen die er zijn, werken niet voor iedereen. Mensen aan de onderkant van de samenleving worden keihard geraakt. Haar benadering vind ik erg westers georiënteerd. Bij Milieudefensie Jong focussen we op klimaatrechtvaardigheid en systeemverandering. En ja, dat is moeilijker te bewerkstelligen dan zonnepanelen en windmolens.
Volgens Ritchie moeten we ons niet laten verlammen door doemdenken. Daar ben ik het mee eens, maar laten we wel kritisch blijven op het syteem waarin we leven. Dat hoeft niet te betekenen dat we lamgeslagen worden. Ik had zelf last van klimaatstress, net als veel jongeren, maar dat is minder geworden sinds ik actief ben geworden bij Milieudefensie Jong. Er is zeker een groep die wel afhaakt: die ervaart klimaatstress, wat wordt omgezet in apathie en een laag vertrouwen in politiek en instanties. Maar in mijn werk als coördinator kom ik veel jongeren tegen die er hetzelfde in staan als ik. Over degenen die ons kunnen vinden of op een andere manier hun zorgen omzetten in actie maak ik me geen zorgen. We kunnen de stress en frustratie samen omzetten in actie om grote bedrijven en de overheid ter verantwoording te roepen. Ik focus meer op wat ik wél kan doen. Dat is het medicijn.”
Hans Lodders zegt
Dak jullie wel voor het interview en de reacties daarop. Alledrie zijn waardevol. Zelf merk ik twee belangrijke toegevoegde waarden van het boek:
1) het biedt perspectief, zonder de problemen te bagatelliseren. Er is wel e.e.a. aan te merken op de oplossingen die ze aangeeft, zeker, maar het tegenovergestelde werkt contraproductuef voor veel mensen. Ik merk dat veel mensen, ook jongeren, opgelucht ademhalen en tegelijk de blik openen voor de grote klimaat(gerelateerde) problemen.
En dat brengt me bij waarde 2) het boek kan daarmee als bruggenbouwer dienen naar meer klimaatsceptici of cynici. Ik denk dat we dat in deze tijd echt nodig hebben. En daarvoor neem ik het simplisme graag voor lief!