Al in de eerste vijf minuten van This Changes Everything bieden Naomi Klein en regisseur/echtgenoot Avi Lewis ons een hoopgevend perspectief. Sinds de Verlichting zijn we de Aarde gaan bekijken als een machine die wij kunnen beheersen en kunnen leegplukken. Het mooie is: dat verhaal kunnen we veranderen.
Vervuiling oplossen met meer vervuiling, zo noemt Naomi Klein de toepassing van geo-engineering tegen het klimaatprobleem. Zo geformuleerd wordt de idiotie direct helder. Ze gebruikt deze omschrijving in haar bestseller én in de gelijknamige film, binnenkort op documentairefestival IDFA te zien: This Changes Everything. Waar dit idee om chemicaliën in de atmosfeer te spuiten om klimaatopwarming te stoppen pas diep in het boek aan de orde komt, begint de film er vrijwel direct mee. Voor Klein is het een logisch gevolg van de manier waarop wij sinds de 17e eeuw naar de Aarde zijn gaan kijken: als een machine die wij beheersen en naar onze wil kunnen vormen en leegplukken.
Deze ideologie is ontstaan in de Royal Society, ’s werelds oudste wetenschappelijke organisatie, ook de plek waar Klein de bijeenkomst over geo-engineering bijwoont. Het statige, koloniale, door mannen gedomineerde complex op een aangeharkt, symmetrisch landgoed geeft Kleins stelling kleur. Ze betoogt dat we hier de weg in zijn geslagen richting (door de mens veroorzaakte) klimaatverandering; door onszelf en elkaar het verkeerde verhaal te vertellen.
Het mooie is: dat verhaal kunnen we veranderen. In vijf minuten lukt het Klein en regisseur (en echtgenoot) Avi Lewis om de kijker een (voor sommigen) nieuw inzicht en hoopgevend perspectief te bieden. En dat is fijn. Inderdaad anders dan in sommige klimaatfilms, waar eerst heel veel ellende en onrecht wordt getoond en er pas aan het einde bijna plichtmatig een “het is nog niet te laat want…” komt.
Wel ergerlijk dat ze zelfs in die eerste vijf minuten tijd vindt om zich af te zetten tegen eerdere klimaatfilms, omdat ze geen hoop bieden. “Is het echt mogelijk om verveeld te raken door het einde van de wereld?”, vraagt ze zich af. Waarom die behoefte om, zoals in haar boek, eerst een handreiking te doen aan mensen die zich eerder niet druk maakten over de klimaatcrisis? En eerdere filmische pogingen om het onderwerp onder de aandacht te brengen weg te zetten als jammerlijk mislukt?
Overigens is ook This Changes Everything niet zaligmakend. Haar heldere boodschap verzandt enigszins doordat ze teveel verschillende landen bezoekt om gemeenschappen die in de frontlinie van de klimaatcrisis staan te portretteren. Niet dat de verhalen op zichzelf niet de moeite waard zijn. Het zijn vaak de armere, nauwelijks gehoorde mensen die de barricaden opgaan. Eigenlijk zijn hun argumenten in lijn met de manier waarop we volgens Klein eigenlijk weer naar de Aarde moeten kijken: de natuur geeft ons alle middelen om te kunnen leven en die moeten we beschermen en koesteren, niet knechten.
“Iedereen die water drinkt en lucht ademt gaat dit aan”, zegt een jonge inheemse Canadese leider die zich verzet tegen teerzandwinning en niet wil dat het land van haar voorvaderen wordt opgeofferd aan de mondiale zucht naar olie. Dat is ook wat Klein wil vertellen: hun strijd is de onze. Het klimaat gaat ons allemaal aan.
Geef een reactie