Noodgedwongen én als strategische keuze, boren milieuorganisaties nieuwe inkomstenbronnen aan, onder andere bij bedrijven. De grens tussen milieuorganisaties en bedrijfsleven lijkt te vervagen. Maar waar je de grens legt tussen ‘goede’ en ‘foute’ bedrijven, blijkt hemelsbreed te verschillen. “Je moet je niet afhankelijk maken van grote bedrijven die systeemverandering tegenhouden.”
Een vergoeding van ‘enkele tonnen’ krijgt de Gelderse Natuur en Milieufederatie voor de vijf windturbines die binnenkort langs de A15 bij Nijmegen verschijnen. Stichting Natuur en Milieu ontving op zijn beurt inmiddels 693.429 euro van energieleverancier Eneco en ruim honderdduizend euro van autofabrikant Nissan. Voor respectievelijk de aankoop van zonnepanelen en een project om elektrisch autorijden te stimuleren. Op het eerste gezicht ongebruikelijke inkomstenbronnen voor milieuclubs, maar het ziet ernaar uit dat dit nog maar het begin is: ‘nieuwe verdienmodellen’ worden bij meer milieu- en natuurorganisaties geïntroduceerd. Deels gedwongen door opdrogende overheidssubsidies en teruglopende donaties, maar ook als bewuste omarming van het bedrijfsleven.
Windmolenproject
In 2012 sneuvelde het plan voor een windmolenpark langs de A15 bij Nijmegen en Oosterhout, waarna stroombedrijf Eneco zich uit het project terugtrok. Daarop namen de Gelderse Natuur en Milieufederatie (GNMF), een Nijmeegse windmolen-projectontwikkelaar en de coöperatie WindpowerNijmegen het initiatief om in eigen beheer een windmolenpark te beginnen. Daarbij al snel gesteund door de gemeente Nijmegen, die daarin de mogelijkheid zag om het halen van zijn klimaatdoelstelling dichterbij te brengen. “Dit is de eerste keer dat wij de rol van projectontwikkelaar op ons hebben genomen”, vertelt Alex de Meijer van GNMF. De Gelderse milieuorganisatie begon daaraan doordat medewerkers op individuele basis al bij het windpark betrokken waren. “Maar vanwege het geleidelijk verdwijnen van de provinciale subsidie moeten we ook op andere manieren geld gaan verdienen.”
Dat daaraan ook risico’s kunnen zitten was van meet af aan duidelijk. Je weet bijvoorbeeld niet zeker of de geïnvesteerde tijd, geld en moeite worden terugverdiend: dat hoort bij ondernemen. “Het heeft intern tot veel discussie geleid. Je begint ergens aan, stopt er heel veel tijd en energie in, zonder dat je weet of het een succes wordt. Maar als het wel lukt, zetten we een flinke stap”, vertelt De Meijer.
Inmiddels lijkt het windpark er – na jarenlange voorbereidingen – inderdaad te gaan komen. De Gelderse Natuur en Milieufederatie krijgt een vergoeding voor de projectontwikkeling van de BV voor het windpark, die eigenaar van de molens wordt. De Gelderse Milieufederatie wordt dus geen mede-eigenaar. “Daar hadden we eigenlijk niet aan gedacht. Maar in een volgend windmolenproject zou dat best kunnen.”
Gebiedsregisseur
Ook op vergelijkbare manieren boort de milieufederatie nieuwe inkomstenbronnen aan. Aan de noordoostkant van de Veluwe moet een ecologische verbindingszone komen met het IJsseldal. Dat vergt aanpassingen in een gebied waar nogal wat boeren hun bedrijf hebben. De provincie Gelderland heeft de Gelderse Milieufederatie ingehuurd om als ‘gebiedsregisseur’ op te treden. Oftewel te proberen allerlei maatschappelijke belangen een beetje op één lijn te krijgen en tegelijkertijd de natuur in het gebied erop vooruit te helpen.
Dergelijke nieuwe manieren van samenwerken “roepen altijd dilemma’s op”, volgens De Meijer: “Je kunt het verwijt krijgen dat je je laat inpakken door bedrijven en overheden.” Maar er blijft daarnaast altijd de mogelijkheid om bijvoorbeeld juridische procedures te voeren, als dat nodig is om misstanden van bedrijven te bestrijden: een stok achter de deur om toch de confrontatie (weer) aan te gaan.
Beleggingsportefeuille
Andere milieuorganisaties gaan al een stuk verder met sponsoring door het bedrijfsleven. In het laatste jaarverslag van Natuur en Milieu (SNM) valt te lezen dat de organisatie in 2014 betaald werd door Enexis, ASN Bank, Paardekoper (verpakkingsindustrie), TenneT, Liander, Eneco, Rooftop, Nissan, Rockwool, Buckaroo, Rabobank, Athlan Car Lease, Stedin Netbeheer en Velux.
“Van oudsher waren we vooral gericht op lobby richting de overheid”, legt Olof van der Gaag uit, directeur campagnes van Stichting Natuur en Milieu (SNM). Dat blijft de club vanuit het kantoor in de Utrechtse binnenstad ook doen. “Maar maatschappelijke verandering komt niet alleen meer bij de overheid vandaan. Het is vaak effectiever om bedrijven en consumenten te beïnvloeden.” Vandaar dat SNM de samenwerking zoekt met “bedrijven die goeie dingen doen”, zoals ASN Bank, Eneco, Nissan en Rockwool.
Een andere reden om ook met bedrijven in zee te gaan, is het afbouwen van subsidies. “Onze vaste overheidssubsidie van 1,8 miljoen euro per jaar werd vijf jaar geleden ineens nul.” Een heel ander type motivatie dus: nieuwe fondsen uit organisatorisch lijfsbehoud.
Van der Gaag vindt dat de nieuwe strategie succesvol is. Als voorbeeld noemt hij de samenwerking met de ASN Bank. De milieuclub helpt de bank om zijn beleggingsportefeuille klimaatneutraal te maken.
“In die portefeuille zit 10 miljard. Als die volledig klimaatneutraal wordt, heeft dat grote impact.” Door de samenwerking met de bank, kreeg SNM toegang tot het klantenbestand en dat was weer heel bruikbaar om de aanschaf van zonnepanelen via SNM te promoten. “Doordat wij de organisatie voor de consument doen, zoals de selectie van de leverancier, bieden wij de consument gemak en financieel voordeel omdat de gezamenlijke inkoop goedkoper is.” In 2013 en 2014 ontving SNM 457.723 euro aan vergoeding van de ASN Bank. In het zonnepanelenproject werkte SNM op zijn beurt samen met energieleverancier Eneco door de panelen van dat bedrijf aan de man te brengen.
Dat Eneco niet de meest duurzame energieleverancier is, was voor Natuur en Milieu geen belemmering voor de samenwerking: “Van de grootste leveranciers is het wel de groenste”, reageert Van der Gaag. “Wij willen ook dat Eneco zo snel mogelijk groener wordt. Maar zij zijn nu afhankelijk van ons, doordat wij hen aan klanten helpen. We draaien de machtsverhoudingen dus om.” In het verleden was Natuur en Milieu te afhankelijk van de overheid, volgens Van der Gaag: “Omdat we nu veel meer financiers hebben, waaronder bedrijven, zijn we nu veel onafhankelijker.”
Essent
Opvallend genoeg is juist Sible Schöne, directeur van HIER klimaatbureau, het daar niet mee eens. HIER kreeg zelf veel kritiek over zich heen omdat het zich laat sponsoren door Essent. Volgens energieonderzoeksbureau WISE “de smerigste energieproducent van Europa”. Op zijn beurt bekritiseert Schöne juist Natuur en Milieu: “Doordat ze zonnepanelen van Eneco verkopen, zijn ze niet meer onafhankelijk.”
Dat Essent het door HIER georganiseerde jaarlijkse Klimaatfeest betaalt, is volgens Schöne wat anders. “Essent is de grootste producent van groene stroom.”
HIER is in 2006 opgericht rond het bezoek van Al Gore aan Nederland. De organisatie kreeg geld van de Postcodeloterij tot de klimaattop in Kopenhagen in 2009 en moest daarna zijn eigen broek ophouden. “Dat is gelukt. Ons uitgangspunt is dat we maatschappelijke activiteiten willen doen die bijdragen aan de aanpak van het klimaatprobleem.” Daartoe runt HIER bijvoorbeeld het secretariaat van de ‘CO2-prestatieladder’ bij bouwbedrijven, onder andere betaald door ProRail en Rijkswaterstaat. Ook het secretariaat van HIER-opgewekt, waar kennis van lokale energieproducenten wordt uitgewisseld, wordt door HIER gerund, met geld van onder andere de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en energienetwerkbeheerder Liander.
Die lokale opwekking van energie betekent een ondergraving van de positie van HIER-sponsor Essent. Maar volgens Schöne wringt dat niet. “Ook energiebedrijven zijn met nieuwe verdienmodellen bezig: Nuon, Essent, Eneco, die doen allemaal precies dezelfde dingen.” Energie opwekken met fossiele bronnen én duurzame bronnen, waarbij ze zich ook realiseren dat de energievoorziening verandert door decentrale opwekking.
Modder gooien
Daar denken ze bij WISE toch anders over. “Heel kwalijk dat HIER zich door Essent laat betalen”, vindt woordvoerder Markus Schmid. Een klimaatcampagne kan het niet maken om de grootste vervuiler van Nederland aan te prijzen: RWE, zoals Essent tegenwoordig heet, is de grootste CO2-uitstoter van Europa, mede-eigenaar van de kerncentrale in Borssele en de bouwer van een enorme kolencentrale in de Eemshaven. Als een van de weinigen heeft WISE de samenwerking publiekelijk veroordeeld. Natuur en Milieu wil dat bijvoorbeeld niet doen. “Elke organisatie moet zijn eigen afweging maken”, vindt SNM. Zelfs het openlijk bekritiseren, wordt bekritiseerd, vertelt Schmid: “Het ligt heel gevoelig. Ons werd verweten met modder te gooien en bij te dragen aan een slecht imago van milieuorganisaties. Niemand durft eigenlijk zijn mond open te trekken.”
WISE realiseert zich goed dat het zich ook kwetsbaar maakt door wél de mond open te doen. Al is het maar omdat het zich zelf óók laat sponsoren door bedrijven. “Daarover zijn wij heel transparant”, zegt Schmid. Alle financiële informatie, tot aan de salarissen van WISE-medewerkers, is inderdaad op de website na te lezen. “Bij die sponsoring moet je heel goed de oorzaak en het gevolg uit elkaar halen: we doen eerst onderzoek en op basis van de uitkomsten zoeken we sponsors.”
WISE laat elk jaar samen met organisaties als het Wereld Natuur Fonds, Hivos, Consumentenbond, Natuur en Milieu en Greenpeace uitrekenen welke energieleverancier het groenste is. Vier van de groensten worden door WISE aangeprezen en via de website kan gebruik gemaakt worden van een overstapservice. “Met de bedrijven die het beste scoren, worden gesprekken gevoerd en ze worden uitgenodigd om WISE te sponsoren.”
Op dit moment zijn dat Pure Energie, Qurrent, Huismerk Energie en Greenchoice. Dat zijn de ‘preferred suppliers’ die een eigen logo op de WISE-site krijgen en als eerste genoemd worden als potentiële overstappers met WISE bellen. Met het sponsorgeld kan WISE weer andere activiteiten betalen, nodig omdat het steeds moeilijker wordt om donateurs te vinden.
Systeemverandering
‘Verdienmodellen’ vind ik eigenlijk niet het juiste woord, zegt Maarten Bijl van Milieudefensie: “Alsof je ergens geld uit wilt halen om winst mee te maken, en dat willen wij niet.” Milieudefensie wil in plaats daarvan een systeemverandering bewerkstelligen. “Daarom staan wij kritisch tegenover krachten en machten – zoals grote bedrijven – die de status quo bewaren en gaan wij niet aan het infuus liggen van partijen die wij moeten kunnen bekritiseren.”
In de praktijk betekent het dat Milieudefensie er naar streeft zijn geld voor minstens de helft bij particulieren op te halen. Het is dus niet zo dat per definitie sponsoring door alle bedrijven wordt uitgesloten. “We stellen daar strikte voorwaarden aan. We willen voorkomen dat we bedrijven aan greenwashing helpen.”
In de praktijk komen dus alleen bedrijven in aanmerking die goede dingen doen waar Milieudefensie helemaal achter staat. Vaak kleine koploperbedrijven die in duurzaamheid voorop lopen. Bedrijven als Essent of Eneco, die ook in fossiele energieproductie doen, komen daarom niet in aanmerking als sponsor. Collega-organisaties als HIER en Natuur en Milieu laten zich wél door die bedrijven betalen.
“Zij kiezen er voor om met kleine stapjes te werken, dat wil ik niet diskwalificeren”, zegt Bijl, maar uiteindelijk zit het hem in een verschil in inzicht met die organisaties.
“Wij hebben een ander DNA, een andere overtuiging. Voor werkelijke verandering heb je een ander economisch systeem nodig.” En moet je je dus niet afhankelijk maken van grote bedrijven die zo’n systeemverandering tegenhouden. Overigens voelt Milieudefensie ook niet zo de noodzaak om opeens nieuwe inkomstenbronnen aan te boren: “Wij staan tussen de mensen, hebben veel contact met burgers die ons steunen om onze idealen. Daar zit onze legitimatie, en niet zozeer bij bedrijven of overheden.”
roland zegt
@: “In de praktijk alleen bedrijven, die goede dingen doen waar Milieudefensie helemaal achter staat. Bedrijven als Essent of Eneco, komen daarom niet in aanmerking als sponsor.”
– In http://www.projecta15.nl werkt Milieudefensie samen met Eneco, een autofabrikant, leasebedrijven, e.d. De A15 wordt verlengd naar de Duitse grens, waardoor vrachtwagens beter kunnen wedijveren met minder energie verbruikende trein en binnenvaart.