Beeld: Keti Koti Tafel
Rituelen, een zangkoor, een gestructureerde dialoog en – niet te vergeten – een Surinaamse driegangenmaaltijd. Dat alles zorgt tijdens de Keti Koti Tafel voor een veilige sfeer om over racisme te praten.
In een voormalig Jezuïetenklooster in de Maastrichtse binnenstad huist de mensa van de School of Business and Economics van de universiteit. Daar staan twee lange fleurig gedekte tafels met kleedjes, blauwe en gele servetjes, bakjes bananenchips, zoetzuur en flessen roze gemberbier. Vanavond schuiven zo’n 75 mensen aan voor de Keti Koti Dialoog- tafel: een driegangenmaaltijd inclusief rituelen, zang en een gestructureerd gesprek over discriminatie en uitsluiting. De deelnemers die zichzelf als zwart of van kleur omschrijven, wordt gevraagd bij de gele servetjes te gaan zitten. De overige, witte deelnemers nemen plaats bij de blauwe servetten. Ter opening van de avond zingt het Surinaamse vrouwenkoor Fri Yeye (‘vrije geest’), begeleid door twee mannen op drums, een welkomstlied. Een van de vrouwen sprenkelt water uit een kalebas over de vloer: een winti-ritueel om goden, geesten, voorouders en de aarde te bedanken.
Verbroken ketenen
Jaarlijks wordt op 1 juli Keti Koti (‘ver- broken ketenen’, spreek uit als ‘kettie kottie’) de afschaffing van de slavernij gevierd. “Maar er was niet echt sprake van uitwisseling over wat kolonialisme doet en hoe het doorwerkt in ons dagelijks leven”, vertelt Elias Simonse ter opening van de avond. Zijn moeder Mercedes Zandwijken besloot daarom zo’n 12 jaar geleden samen met haar man Machiel Keestra dialoogtafels op te zetten. Mede geïnspireerd door de tradities van Mercedes’ Surinaamse ouders en die van de Sederavond van Machiels familie. Dan vieren de Joden de bevrijding van hun voorouders uit de Egyptische slavernij.
Sinds zij hun initiatief startten, hebben op allerlei plekken in het land mensen samen aan tafel gezeten bij scholen, gemeentes, bedrijven en andere organisaties. In totaal meer dan 35 duizend. Vanavond is de Universiteit Maastricht de samenwerking met Stichting Keti Koti Tafel aangegaan. Aan de twee tafels zitten medewerkers en studenten van de universiteit en andere inwoners van Maastricht. Tegenover mij zit de Indiase student Isabelle Vaz, die een juridische master doet. Behalve dat ze nieuwsgierig was naar de Keti Koti-aanpak, werd ze ook aangetrokken door de maaltijd, geeft ze wat besmuikt toe: “Ik hou van Surinaams eten, dat is sterk beïnvloed door de Indiase keuken.”
Intieme kennismaking
Op tafel staat voor de eters een piepklein bamboe bootje met daarin houtige strookjes. Kwasi bita, een kinine houdende plant uit Suriname. Simonse vraag de deelnemers een strookje in de mond te steken en de bittere smaak te proeven, refererend aan wrange tijden uit het verleden. Terwijl het koor een treurlied zingt, smeren de tafelgenoten die tegenover elkaar zitten elkaars polsen in met een beetje kokosolie, bedoeld om de pijn weg te nemen die onze voorouders werd aangedaan of juist toebrachten. Een intieme kennismaking, ter voorbereiding op de dialoog.
Onder de pindasoep, het voorgerecht, wordt de eerste vraag van de dialoog voorgelezen. “Deel een gebeurtenis met je tafelgenoot waarbij je stilzwijgend getuige was van discriminatie of een discriminerende opmerking.” Na 1 minuut stilte geven de tafelgenoten elkaar antwoord. Bij de Heri Heri, het hoofdgerecht met onder andere cassave, kookbanaan, boontjes en bakkeljauw, volgt vraag twee: “Deel een ervaring waarbij het je gelukt is om je uit te spreken toen je getuige was van discriminatie.” Het toetje is Bojo, een sponzig Surinaams cakeje van geraspte cassave, kokos, rozijn en suiker. Met de zoete smaak van vrijheid, maar ook een pijnlijke geschiedenis. Suikerriet was ten tijde slavernij een van de belangrijkste Surinaamse exportgewassen. Het herinnert ons eraan dat de huidige Nederlandse rijkdom voortvloeit uit een koloniaal verleden. De slotvraag: “Hoe wil je je handelen aanpassen ten behoeve van de strijd tegen racisme en discriminatie en wat heb je daarbij nodig van de ander?”
Tussen de gangen door zingt Fri Yeye liederen. Muisstil is het juist als twee deelnemers plenair indringend vertellen over hun ervaringen met discriminatie en racisme. Zoals die keer dat de Nigeriaanse echtgenoot van een van hen, zelf een witte vrouw, werd aangehouden. Zijn rijbewijs werd ingenomen omdat het ongeldig zou zijn, waarvoor hij bovendien een boete kreeg. Hij had het rijbewijs volgens de officiële kanalen laten omzetten van Nigeriaans naar Nederlands, maar dat werd niet geloofd. Dat veranderde toen de vrouw ter plekke op de plaats delict verscheen; zij kreeg zonder omhaal het rijbewijs van haar man weer terug.
“Er zijn niet vaak gelegenheden om in een vertrouwde omgeving over racisme te praten”, zegt Isabelle Vaz na afloop van de Maastrichtse Keti Koti Tafel. “Hier, vanavond kon het.” In India behoort ze tot een christelijke minderheid die in het kastenstelsel als minderwaardig wordt gezien. Nu ze 4 jaar in Nederland woont, weet ze hoe het is om als iemand van kleur gediscrimineerd te worden. Deze avond was waardevol, maar daar zou het volgens haar niet bij moeten blijven. Of zoals een van de andere deelnemers het verwoordde: “De mensen die hier zitten, zijn bereid zich open te stellen. Hoe bereiken we ook de mensen die niet hier zijn?”
Bojo
Ingrediënten:
- 180 gram boter
- 1 kg geraspte cassave
- 400 gr geraspte kokos
- 400 ml kokosmelk
- 1 blik gecondenseerde melk
- 125 gr suiker
- 16 gr vanillesuiker
- 6 ml amandelessence
- 3 ml rumessence
- 10 gram kaneel
- 100 gr rozijnen
- snufje zout.
Bereiding:
Smelt de boter. Meng alle ingrediënten in een kom. Vet een bakblik (35 bij 20 bij 6 cm) in en bekleed met bakpapier. Stort het beslag erin. Bak de Bojo in ongeveer 1 uur op 170 graden mooi goudbruin. Voor 12 personen. Nyan switi!
Geef een reactie