Vorig jaar kocht ik vier kippen die zeer productief bleken te zijn. Ze leggen zo veel eieren dat we van gekkigheid niet meer weten waar we er mee heen moeten. Toch heb
ik spijt van de aankoop van dit toompje.
Het zijn enorme vreetzakken en bovendien onderling agressief. Een pikorde is normaal bij kippen: eentje delft er meestal het onderspit. Maar meestal stabiliseren de verhoudingen zich na verloop van tijd. De verschillende kipjes lijken hun plek te kennen en de onderlinge agressie wordt een stuk minder. Zo niet bij mijn vier bruine leghorns, waarvan er eentje inmiddels rondloopt met kapot gekipte kam en armzalig verenkleed. Sneu. Ik had het er over met Heleen Hennink, van biologische tuinderij Haverkamp. Tijdens de wekelijkse boodschappen in haar boerderijwinkel wisselen we wetenswaardig heden uit over het landleven, zo ook over kippen. “Ik koop nooit meer bruine leghorns: zo agressief”, vertelde Heleen me. Dit kippenras is voor professionals gefokt om zo veel mogelijk eieren te produceren. Dat is te merken. Nu wist Heleen me te vertellen dat het kippengen dat aanzet tot eierproductie, ook het gen voor agressie is. Lekker zeg: agressie als bijproduct van het streven naar zo hoog mogelijke productie.
De volgende keer dan toch maar liever minder productieve, maar meer lieve kipjes. Zoals mijn vorige toompjes, die anders dan de leghorns in de winter stopten met leggen. Des te groter was de vreugde als ze in het voorjaar weer hun eerste ei legden, met tussen eind maart en eind april een hausse aan eieren. Aha, dáárom worden er met Pasen traditiegetrouw eieren gegeten: dan is er na de karige winter plotseling veel aanbod. Begrijpelijk ook dat de Germanen de voorjaarseieren als symbool voor vruchtbaarheid en nieuw lenteleven zagen. Door de christenen verknoopt met de opstanding van Jezus als symbool voor nieuw leven. Zo bezien ondergraven die agressieve leghorns met hun jaarronde massaproductiviteit – ‘ach ja, een boel eieren, so what’ – de verwondering over het leven dat komt en dat gaat. Onchristelijk eigenlijk, die intensieve kippenhouderij.
Spinaziebrood met eiersalade
- een rond brood
- 1 kilo verse spinazie of 500 gram uit de diepvries
- 2 tenen knoflook
- 125 gram crème fraîche
- handje pompoenpitten
- 4 eieren
- scheutje (olijf)olie
- een plakje feta of 3 ansjovisfilets
- 1 theelepel mosterd
- halve citroen
- bosje bieslook
- peper en zout
Net zoals eieren hoort ook spinazie als eerste gewas van de koude grond traditiegetrouw echt bij het voorjaar. Vandaar: spinaziebrood met eiersalade. Verse spinazie wassen, 5 minuten laten slinken in aanhangend water, in een vergiet vocht uit de geslonken spinazie drukken. De diepvriesspinazie even ontdooien in een pannetje. Pompoenpitten roosteren in een koekenpan. De spinazie vermengen met de crème fraîche, uitgeperste teentjes knoflook en pompoenpitten en op smaak brengen met peper en zout. Snijd over de lengte een kapje van het brood en hol het brood uit. Doe het spinaziemengsel in het brood, het kapje er weer bovenop en zet zo’n twintig minuten in een op 200 graden voorverwarmde oven. Maak ondertussen de eiersalade. Kook de eieren gaar. Verkruimel het brood dat uit de broodbol kwam en rooster dat bruin in wat olie. Maak een dressing door met een staafmixer het citroensap, de feta of ansjovis en de olijfolie te mengen. Snijd de eieren in stukjes en meng met de geroosterde broodkruimels, de dressing en de gehakte bieslook.
Geef een reactie