Milieu, voor mij is het zo’n 32 jaar oud. Toch vraag ik me af wat dat is, dat sommige mensen onder ons in staat stelt om om te gaan met een finish die maar blijft wijken. En wat het is, dat anderen doet afhaken, opbranden, uitblussen. Of de kop in het zand steken.
Sprinten, alsof je leven er vanaf hangt, want je leven hangt er op een bepaalde manier echt vanaf. Maar dan op een gegeven moment doorkrijgen dat je eigenlijk een marathon loopt. Dat je daarna beseft dat de finish telkens weer verder weg geschoven wordt. En er dan maar een estafette van maken, met nieuwe lopers, die ook beginnen als sprinters. Is dat hoe het voelt?
De mensen die zich veertig jaar geleden een ongeluk schrokken en besloten: nú moet er iets gebeuren. Die mensen, hadden die voorzien dat het er veertig jaar later niet beter, maar slechter voor zou staan? De nieuwe mensen, die schrokken van Al Gore, van een snelweg in hun achtertuin, van wat ze plots ontdekten over de bio-industrie. Hoe lang sprinten die mee?
Ik ben zelf nog lang niet zo oud als Milieudefensie. Toen ik opgroeide, was ‘milieu’ er al volop, in angstaanjagende vormen. Zo werd er plotseling overal gif ontdekt in die onschuldig ogende aarde onder ons en maakten bussen haarlak en koelkasten gaten in de blauwe lucht boven ons.
Er was oerwoud dat tegen de vlakte ging, en melkflessen die geen pakken mochten worden – maar het wel werden. Er was een Postbus 51 campagne die ons maande de kraan niet te laten lopen als je je tanden poetste en een tekenfilm van een zeehondje dat pelsjagers telkens te slim af was. En ook iets met kernwapens, wat ik nog niet zo snapte.
Nu werk ik in de milieubeweging. Een marathon loop ik dus, want hoe langer je er werkt, hoe meer ellende je te weten komt, en het is ook gewoon een baan. Milieu, voor mij is het zo’n 32 jaar oud. Toch vraag ik me af wat dat is, dat sommige mensen onder ons in staat stelt om om te gaan met een finish die maar blijft wijken. En wat het is, dat anderen doet afhaken, opbranden, uitblussen. Of de kop in het zand steken.
Ik ben opgehouden met oudgedienden daarnaar te vragen. De antwoorden die ze geven zijn zelden bevredigend, misschien omdat ze het zelf ook niet weten. Ik vrees ook dat dit ‘probleem’, dit verlangen om een doel te bereiken, alles ervoor opzij te zetten, hard te werken, ernaartoe te sprinten, maar het nooit werkelijk bereiken, inherent is aan heel het leven. Maar misschien hoeven we ons daar niet ontmoedigd door te voelen. Want waarom zou je je inzetten voor het milieu, als je dat niet leuk vindt? Oplossen zullen we het milieuprobleem tenslotte toch nooit. Zonder finish is er alleen het lopen. Geniet ervan.
Geef een reactie