
Sander Bosman bij voedselbos Middelbos
In Nederland worden steeds meer voedselbossen aangeplant, met name op landbouwgrond. Zo’n bos levert een rijk ecosysteem en een veelzijdige oogst aan vruchten, kruiden en noten op. “Een voedselbos brengt de samenleving, natuur en landbouw dichter bij elkaar.”
Tientallen jonge boompjes, her en der wat struiken en een bonte verzameling planten en kruiden. Het is misschien nog wat vroeg om het al een bos te noemen, maar de eerste contouren van het voedselbos op agro-ecologisch landgoed het Middenbos zijn al wel zichtbaar. Sander Bosman heeft in april zelfs al de eerste vruchten kunnen plukken: honingbessen. “Het was een rijke oogst met zowel kleine als grote, en zure als zoete bessen. Daar word ik blij van! We hebben ook al wat wilde kruiden en zevenblad kunnen oogsten. En dan te bedenken dat dit een jaar geleden nog een kaal weiland was.” De komende jaren komt er nog veel meer moois aan, vervolgt Sander. “We hebben net aardappelen gepoot en er komen allerlei fruit- en notenbomen. Maar eerst creëren we een bosklimaat met onder meer wilgen en elzen. Al die begroeiing trekt ook weer vele soorten insecten aan en die worden weer gegeten door vogels. Zo ontstaat een rijk ecosysteem.”
“Een voedselbos is een van de meest complexe vormen van agroforestry”
Ook boeren stappen over naar een voedselbos
Steeds meer stukken landbouwgrond in Nederland veranderen in voedselbos. Van een paar hectare begin deze eeuw tot ruim 400 hectare nu. En in 2030 moet dat duizend hectare aan voedselbos zijn, is bepaald vanuit de Nationale Bossenstrategie. Vooral vanwege de ecologische voordelen: het planten van bomen en struiken stimuleert biodiversiteit en zorgt voor infiltratie van water in de bodem en de opname van stikstof en CO₂. Momenteel zijn er in Nederland zo’n 300 voedselbossen. Een deel daarvan is opgezet met boeren die geen toekomst meer zien in hun bestaande landbouwbedrijf. Ook in het Gelderse Tonden is dat het geval, vertelt Sander. “Het land waar we ons voedselbos realiseren, hoort bij het melkveebedrijf van boer Pieter. Omdat het bedrijf dicht tegen Natura 2000-gebied aan zit, was het aangemerkt als piekbelaster. Hierdoor werd het heel lastig om het financieel rendabel te houden. Bovendien wilde Pieter het richting z’n pensioen rustiger aan gaan doen.”
Agro-ecologisch landgoed


De wens van Pieter om te stoppen met melkvee sloot mooi aan bij Sanders droom voor het ontwikkelen van een agro-ecologisch landgoed, waar voedselproductie, biodiversiteit en de interactie tussen mens en natuur samenkomen. “Ik kende Pieter al langere tijd en ben een paar jaar geleden gaan meewerken op zijn bedrijf. Samen zijn we gaan nadenken over hoe we het anders kunnen doen. Om tot ingrijpende veranderingen in je bedrijfsstructuur te komen, ga je niet over één nacht ijs. Zeker in de landbouw – waar bedrijven vaak zijn ingericht op kostenefficiëntie en langetermijninvesteringen weinig experimenteerruimte bieden – is dat niet eenvoudig. Ik bewonder Pieters flexibiliteit en durf om in nieuwe bedrijfsmodellen mee te gaan. Samen zijn we gekomen tot plannen voor het ontwikkelen van diverse agroforestry-systemen. Agroforestry is de verzamelnaam voor landbouw met bomen.”
Boomweides en strokenteelt
Het plan is dat Sander een groot deel van de 26 hectare grond van Pieter overneemt. “Hiervan gaan we ongeveer een vijfde inrichten als voedselbos. Op de overige grond komen onder meer boomweides en agroforestry-stroken, akkerbouw met bomen en struiken. Ik ga me vooral bezighouden met de ontwikkeling van het voedselbos, Pieter gaat zich richten op de strokenteelt. Hij blijft dus betrokken bij het geheel. En dankzij de overname van z’n grond en de stoppersregeling voor melkveehouders, kan hij straks in alle rust van zijn pensioen gaan genieten. Het andere deel van Pieters grond wordt gekocht door Natuurmonumenten, dat pachten wij vervolgens weer voor 30 jaar.”
Ingewikkelde puzzel
“Een voedselbos is een van de meest complexe vormen van agroforestry”, zegt Jordy van Eijk, werkzaam bij de vakgroep Bosecologie en bosbeheer aan Wageningen University & Research (WUR). “Alles moet als een puzzel in elkaar passen. Over elke keuze moet je heel goed nadenken. Welke planten, struiken en bomen wil je, wat zet je waar neer en hoe zorg je dat alles goed bij elkaar past? Een plant of struik die veel zonlicht nodig heeft, moet je niet op een plek neerzetten waar over een aantal jaar een boom schaduw veroorzaakt. Andere vegetatie heeft juist wel weer luwte nodig, dan moet je kijken welke struik of boom dat kan geven. Daarnaast wil je geen competitie over water en moet je opletten dat je geen planten bij elkaar zet die vergelijkbare ziekten en plagen aantrekken.”
Werken vanuit het landschap
“We werken vanuit het natuurlijke systeem in plaats van dat we dat systeem naar onze hand zetten”
Maar voordat je aan de slag gaat met het aanplanten, moet je eerst goed inzicht krijgen in het water- en bodemsysteem, benadrukt Jordy. “Dat systeem moet het uitgangspunt zijn.” Een advies dat Sander, die door Jordy en diens stichting ReGeneratie wordt geholpen bij de aanleg van zijn voedselbos, ter harte heeft genomen. “We hebben onder meer de laagtes en hoogtes in het landschap in kaart gebracht. In lagere delen kun je bijvoorbeeld water vasthouden en in hogere delen kun je bomen met diepe wortels planten, zoals notenbomen. Door de toenemende periodes van droogte als gevolg van klimaatverandering wordt het bufferen van water uit natte tijden steeds belangrijker. We werken dus echt vanuit het natuurlijke systeem in plaats van dat we dat systeem naar onze hand zetten, zoals we in Nederland hebben gedaan met landbouwgrond sinds de Tweede Wereldoorlog. Pas nadat we het water- en bodemsysteem goed in beeld hadden, zijn we aan de slag gegaan met het ontwerp van het voedselbos.”
Kamperen tussen de frambozen
Dat ontwerp van het voedselbos in Tonden bestaat uit een grote diversiteit aan planten, struiken en bomen. Die moeten een veelzijdige oogst opleveren van onder meer blauwe bessen, moerbeien, pruimen, vijgen, appels en hazelnoten. De opbrengst van het bos is voornamelijk bedoeld voor campinggasten, vertelt Sander. “In het voedselbos gaan we tien kampeerplekken realiseren. Rondom elke plek maken we een oplopende zoom met een kruidenlaag, bessenstruiken en hard fruit. Tussen april en oktober kunnen mensen rond hun tent hun eigen fruit en kruiden plukken. We willen het liefst dat kampeerders het hele jaar kunnen oogsten. We planten daarom bijvoorbeeld honingbessen voor het voorjaar en herfstframbozen voor het najaar. Ook wil ik met de kampeerders gaan koken met de geteelde groenten. Dat brengt de samenleving dichter bij de natuur en landbouw. Die interactie is van groot belang voor een duurzame toekomst: het laat mensen zien hoe afhankelijk we zijn van een gezond eco- en voedselsysteem en hoe belangrijk het is om dit in stand te houden. We weten nu vaak helemaal niet waar ons voedsel vandaan komt.”

Hoe het straks geld moet opleveren
Ook de bomen en struiken van de strokenteelt op het akkerland moeten gaan zorgen voor inkomsten, vervolgt Sander. “We gaan onder meer samenwerken met lokale partijen, zoals Wilder Land en Roze Bunker, die kruiden en bessen verwerken in thee en limonade. Andere interessante afnemers zijn lokale restaurants en bakkerijen, die bijvoorbeeld kastanjemeel kunnen gebruiken. Verder willen we nieuwe ondernemers aantrekken: mensen kunnen parttime boer worden in niches die het ecosysteem biedt, zoals paddenstoelenteelt, of een rol spelen in de verwerking van producten.”
Financiële uitdaging
Desondanks zal het volgens Sander een uitdaging worden om het voedselbos financieel rendabel te maken. “We hebben wel een eenmalige subsidie van 20 duizend euro ontvangen van de provincie, maar dat bedrag is relatief klein: de aanleg van een voedselbos kost 30 tot 60 duizend euro per hectare, afhankelijk van hoeveel lagen vegetatie je aanbrengt. In mijn geval komt daar ook nog de aanschaf van grond bij, zo’n 80 duizend euro per hectare.”
Tegelijkertijd zullen de inkomsten de eerste jaren beperkt zijn, omdat met name de bomen 7 tot 10 jaar nodig hebben om een goede oogst op te leveren. “Maar zo’n lange terugverdientijd dwingt je ook om meer buiten de gebaande paden te denken”, zegt Sander, “zoals het zoeken naar nieuwe manieren van samenwerken. Als boer of ondernemer moet je niet alles in je eentje willen doen, veel slimmer is het om te zoeken naar partnerschappen met andere boeren of partijen in de keten. Zo kun je niet alleen de kosten delen, maar kom je ook tot veel duurzamere oplossingen waar iedereen de vruchten van plukt.”
Recente reacties