Terwijl ontwikkelingsorganisaties steigeren over de bezuinigingen, vraagt de milieubeweging zich af of ze iets verkeerd doet, dat ze niet in de Duurzame Top 100 terechtkomt.
Daar lag ie dan, op kantoor, de Duurzame Top 100 van Trouw. En hij was heel even onderwerp van gesprek. “Er zijn dit jaar wel erg weinig mensen uit de milieubeweging in terecht gekomen…”, zei een collega, terwijl ik ‘m doorbladerde. En ook weinig politici, wat ons wat minder verbaasde. Wel wezen we elkaar licht geamuseerd op hoe hoog allerlei topmannen van gigantische bedrijven geëindigd waren. Al snel slingerde de Trouw-bijlage weer ergens rond. Er waren schokkendere dingen.
Zo hoort milieu tegenwoordig bij dat departement dat ook asfalt neerlegt, en minister Schultz van Hagen wekt met haar eerste besluiten direct de indruk dat ze voor geen meter met die dubbele pet om kan gaan. Ze wordt ondersteund door de klimaatsceptische staatssecretaris Atsma die vindt dat hout ‘duurzaam’ mag heten als het blunderende houtbedrijf maar beterschap belooft. Verhagen, van Economische Zaken, vindt dat de stimuleringsregeling duurzame energie niet voor burgers, maar voor energiebedrijven is. En meer van zulks.
Het wordt steeds moeilijker om daar wat tegen te doen. Overheidssubsidies voor milieuclubs staan op de tocht, enkel omdat ze de overheid op haar eigen milieuwetgeving wijst. Vervolgens is er kritiek dat Milieufederaties provinciaal subsidiegeld krijgen. “De overheid subsidieert haar eigen weerstand”, klaagt VNO-NCW. Lijkt mij nogal nodig.
Werkeloos ligt die Trouw-bijlage vol topmannen hier op een tafeltje. Wat is er mis met een verduurzaamd bedrijfsleven? Niks. Da’s prima. Maar het bedrijfsleven kun je niet kwalijk nemen dat het feitelijk iets doet waar we hard aan kapot gaan: grondstoffen in afval veranderen, ieder jaar wat meer dan het jaar ervoor. Topmannen kun je vragen dat duurzamer te doen. Maar niets meer. Niet dat ze zich verzetten tegen snelwegen of kerncentrales. En al helemaal niet dat ze twijfels hebben bij economische groei.
Waar ik me daarom vooral aan erger is hoe het begrip duurzaamheid van alle kanten wordt uitgekleed tot elke vorm van systeemkritiek er buiten valt. En dat in een tijd waarin de overheid er harder dan ooit op aanstuurt om die kritiek te laten varen. Trouw doet er vrolijk aan mee. Het erge is, de milieubeweging ook. Terwijl ontwikkelingsorganisaties steigeren over de bezuinigingen, vraagt de milieubeweging zich af of ze iets verkeerd doet, dat ze niet in de Duurzame Top 100 terechtkomt. Als we zo denken, zijn we bezig onszelf onschadelijk te maken. Vergeet die Top 100-plek dan maar helemaal.
“Iedereen protesteert. Moeten wij niet met z’n allen de straat op?”, riep een vrijwilliger op kantoor. Je zou het zeggen. Maar iedereen moest een beetje lachen.
Geef een reactie