Onkruid en ongedierte bestaan niet. Het zijn planten en dieren die leven op plaatsen waar wij een andere bestemming voor hebben bedacht.
Onlangs boog ik me tijdens het omspitten van het gazon van ons tuinhuisje over de vraag of ik met deze inspanning nu wel of niet duurzaam bezig was. In de Telegraaf stond die ochtend namelijk het bericht dat wormen enorme hoeveelheden broeikasgassen uitstoten. Niet de mens maar de wormen waren de oorzaak van de klimaatverandering, zo meende de schrijver van het artikel.
Omdat ik op dat moment ongewild met mijn spade de een na de andere regenworm doorkliefde, was ik milieutechnisch dus nuttig bezig. Maar gaat een massamoord op de regenworm de klimaatcrisis voorkomen? Natuurlijk niet. Wormen binden met hun gegraaf ook CO2 aan de aarde en bovendien zou het weer leiden tot nieuwe problemen. Onvruchtbare grond bijvoorbeeld en dus honger en andere ellende. Geen goed idee dus.
Toch is dit wel de manier waarop we in de regel milieuproblemen te lijf gaan. Ook bij ons op het tuincomplex. Daar is namelijk een overkill aan konijnen. Vrolijke diertjes die menig amateurtuinder tot wanhoop drijven omdat ze een voorkeur hebben voor de sappige jonge blaadjes van hun zorgvuldig onderhouden groentetuinen en bloembedden. Hoewel er onder de tuinders nog geen stemmen opgaan om een jager in te huren om de konijnen af te knallen – zoals met de ganzen in ons land wel gebeurd – proberen de meesten volkstuinders middels hekwerk en gaas de diertjes de toegang tot het sappige groen te ontnemen. Mollen die zich door een hek niet laten weerhouden, wordt al met minder vreedzame manieren, zoals mollenklemmen en gif, het recht op toegang tot de tuinen ontzegd. Hetzelfde lot treft ‘inheemse’ planten, ofwel onkruid, dat met schoffels of ‘round-up’ de mogelijkheid tot groeien en bloeien wordt ontnomen.
Deze dagelijkse strijd tegen onkruid en ongedierte heeft iets triest en ongemakkelijks. Wie een ecologische bril op zet weet dat onkruid en ongedierte niet bestaan. Het zijn planten en dieren die leven op plaatsen waar wij een andere bestemming voor hebben bedacht. In plaats van te bedenken hoe we met deze planten en dieren kunnen ‘samenleven’, roeien we ze uit of versperren we ze toegang tot een prettig leven. We sluiten ze uit, in plaats van in, Het is óf wij óf zij, niet én wij én zij.
Volgens de Rotterdamse filosoof Henk Oosterling ligt deze xenofobe manier van denken aan de basis van onze huidige ecologische en sociale crisis. Het creëert teveel afval. Chemisch, maar ook menselijk afval. Zeker in deze tijd van globalisering, waar we niet meer kunnen ontkennen of negeren dat we met z’n allen op deze ene aardkloot zitten, zullen we met alles en iedereen samen moeten leren leven. Ook met de regenworm. Dan ben je pas echt duurzaam bezig.
Geef een reactie