Beeld: Shutterstock, de Zambezi-rivier
In Zambia zijn activisten al 10 jaar bezig om de aanleg van een kopermijn in een bijzonder natuurgebied te voorkomen. Na tegenwerking door corruptie en politiek gedraai lijken hun inspanningen nu eindelijk te worden beloond. “Er is een enorme groep organisaties nodig om dit gevecht aan te kunnen.”
“Ik ben geen moedig man”, vertelt David Ngwenyama terwijl hij nipt van zijn gemberthee. “Ik ben niet eens een activist.” Toch deed de 54-jarige Zambiaan iets dat veel mensen moedig en activistisch zullen noemen. In 2014 klaagde hij, samen met vijf ngo’s, de Zambia Environmental Management Agency (ZEMA) aan. Het doel: de aanleg van een kopermijn in het Zambiaanse Lower Zambezi National Park tegengehouden.
Tien jaar, twee rechtszaken en drie regeringen verder is de zaak bij het hooggerechtshof beland. De originele groep van vijf ngo’s is inmiddels uitgegroeid tot een collectief van ruim vijftig plaatselijke en internationale groepen, die in meer of mindere mate samenwerken. Koepelorganisatie SaveZambeziSafeZambezi (SZSZ), waarbij organisaties als het WWF en Wildlife Crime Prevention zijn aangesloten, verzetten zich tegen de mijn via de media. Conservation Advocates Zambia (CAZ) bindt de strijd aan in de rechtbank.
“De plek waar we voor strijden, is het strijden waard”, vervolgt David. Het nationale park is een van de meest ongerepte plekken van het Afrikaanse continent. Het is een waar paradijs voor dieren, zonder verharde wegen en massatoerisme. Maar niet alleen de dieren leven van de natuur: de hele regio is afhankelijk van de Zambezi-rivier die door het park stroomt. Die zorgt voor schoon water, vis, en elektriciteit voor ruim 47 miljoen mensen in Zambia, Zimbabwe en Mozambique. De voorspelling van het Conservation Lower Zambezi (CLZ), een van de organisaties die zich hebben verenigd in SaveZambeziSafeZambezi, is duidelijk: “De mijn kan een verwoestend effect hebben op de mensen, het water, land en milieu van de gehele zuidelijk Afrikaanse regio.”
Verschillende regels
Milieuconsultant David Ngwenyama was een van de eersten die inzag wat de mijn, waarvoor mijnbedrijf Mwembeshi Resources een vergunning had aangevraagd, zou betekenen voor het park. “Ik werkte destijds aan een opdracht voor WWF-Zambia en kreeg in die hoedanigheid het milieueffectrapport van de mijn onder ogen. En dat was waardeloos.” Dat zag ook Sandra Gilissen, een Nederlandse die al decennialang in Zambia woont. Voor haar eigen werk als consultant onderzocht ze menig milieueffectrapport. “Dit was echt heel slecht. De balans tussen wat ze moesten onderzoeken en wat echt onderzocht werd, was ver te zoeken. Om maar een voorbeeld te noemen: er stond helemaal niets in over de verwerking van afvalgesteente.” Dat afvalgesteente bevat zware metalen en kan de Zambezi rivier veranderen van een voedende levensader in een dodelijke gifstroom.
Waarom kwam het rapport er dan toch doorheen? “In mijn ogen was het pure corruptie”, aldus David. “Zo was de toenmalige directeur van het departement van nationale parken – het departement dat goedkeuring moet geven voor mijnlicenties in de parken – ook consultant voor het mijnbedrijf.”
Het was typerend voor de regeringen van het Patriotic Front die het land bestuurden tussen 2011 en 2021. “Ik had niet het gevoel dat we het spel volgens dezelfde regels speelden”, zegt David. De huidige Zambiaanse regering heeft zijn zaakjes beter op orde, maar tijdens de eerste jaren van de gerechtelijke procedure waren corruptie en intimidatie geen uitzondering. “Mijnbedrijven gebruiken wel vaker hun politieke invloed, maar in dit geval ging het wel heel ver. Zo was er in 2012 een vergadering tussen de Zambiaanse regering en de regionale premier van West-Australië over versnelling van het goedkeuringsproces, speciaal bedoeld voor mijnlicenties voor Australische bedrijven. Daar werd niet alleen gesproken over de Lower Zambezi-mijn, want Australische mijnbedrijven zijn op veel plekken actief in Zambia. De leiding van Mwembeshi Resources, toen nog een Australisch bedrijf maar inmiddels in Chinese handen, zat gewoon aan tafel. We gingen met zijn zevenen protesteren voor het hotel waar de vergadering plaatsvond. Zes van ons werden opgepakt.”
Vernietigende gevolgen
Maar zelfs als Mwembeshi Resources alles volgens het boekje doet, zou het funest zijn voor de omgeving, zegt natuurorganisatie CLZ. De dagbouwmijn – het soort mijn dat enorme open kraters achterlaat – moet midden in het gebied komen en zou een kwart van het park in één klap wegvagen. De rest zou grotendeels onleefbaar worden door lawaai en vervuiling en dieren zullen gedwongen de bewoonde gebieden rond het park intrekken. Nationale parken zijn in Zambia niet omheind, ook nu al trekken dieren tijdens grote droogtes richting de mensen. Het levert de nodige conflicten op tussen mens en dier. De natuurbeschermers van CLZ hebben de laatste jaren juist hard gewerkt om dat te voorkomen, door bijvoorbeeld elektrische hekken uit te delen aan boeren om hun gewassen te beschermen tegen hongerige olifanten.
De gemeenschappen in de buurt van het park zitten straks met de consequenties. De traditionele leidster Mpanshya is chieftainness van zo’n tweehonderd dorpen in de game management area – het grensgebied van nationale parken waar mens en dier samen moeten leven – ten noorden van het park. “We voelen hier allemaal de waarde van het park”, vertelt ze in de schaduw van haar paleis, nog geen 10 kilometer van het park vandaan. “We zijn verbonden met deze plek. Schoon water, brandhout, voedsel, het is allemaal weg als de natuur verwoest wordt. We zijn bang dat de chemicaliën ons ziek maken, de olifanten onze gewassen verwoesten, en het land onleefbaar wordt.” Een groep van zeventien traditionele leiders stuurde uit protest een brief naar de overheid, maar hun oproep bleef onbeantwoord.
In Luangwa, de provincie die grenst aan het oosten van het park, zien ze de mijn juist graag komen. Daar komen weinig toeristen, maar hebben ze soms wel last van de dieren uit het park. Sandra Gillissen: “We moeten rekening houden met hun commentaar. Het is niet makkelijk om te wonen op een plek als Luangwa, zonder het economische voordeel van toerisme maar mét het mens-wildconflict dat het park met zich meebrengt.” Mwembeshi Resources beloofde de mensen in Luangwa 2500 banen. Sandra: “Met al die beloftes kunnen ze veel zielen voor zich winnen. Maar er klopt weinig van.” Volgens de activisten zal de mijn voor slechts 400 banen zorgen.
Intimidatie
Hoe de regering met de mijn omgaat, is uiteindelijk afhankelijk van wie er aan de knoppen draait. “Het wetboek laat ruimte voor interpretatie”, vertelt Meluhli Malisa, de advocaat die de huidige zaak bij het hooggerechtshof behandelt namens Conservation Advocates Zambia (CAZ). Hoe ziet dat eruit in de praktijk? Nog voor David Ngwenyama met de eerste rechtszaak begon, moest de Zambiaanse milieudienst ZEMA het milieueffectrapport beoordelen. Het rapport voor de mijn werd in eerste instantie afgewezen, Mwembeshi Resources ging tegen de beslissing in beroep. Vervolgens ging het beroep echter niet naar ZEMA, maar rechtstreeks naar de minister. Hij keurde het rapport wél goed, en Mwembeshi kreeg zijn licentie.
David begon in 2014 een rechtszaak om het milieu-effectrapport alsnog illegaal te verklaren. Het gerechtshof vaardigde een verbod op mijnbouw uit zolang de rechtszaak zou lopen en Mwembeshi kon voorlopig dus nog niet van start. Ondertussen werd David op alle mogelijke manieren geïntimideerd. Zo probeerden de advocaten van Mwembeshi hem een dwangsom van 3 miljoen Kwacha op te leggen, ruim 100 duizend euro. “Ze hoopten dat ik me terug zou trekken. Maar wat ze deden mag niet, en dat wisten ze. 10 minuten voor we de rechtszaal in liepen, trokken ze het verzoek in.”
Ook de regering probeerde David te ontmoedigen. Zijn naam kwam op een lijst van persona non grata terecht, samen met andere activisten en journalisten. Die lijst bestond officieel niet, maar zorgde er in de praktijk wel voor dat mensen weinig mogelijkheden hadden om de toenmalige regering van Patriotic Front te bekritiseren. Sommigen konden moeilijk werk vinden, andere activisten die zich kritisch uitspraken over de regering eindig- den meermaals in de gevangenis. Dat lot viel ook de huidige president, Hakainde Hichilema, ten deel. Voor David betekende het vooral dat ngo’s werd verteld dat ze problemen met hun vergunning konden verwachten als ze hem zouden inhuren. “Als je je nek uitsteekt, dan zul je dat voelen”, concludeert hij wrang. Uiteindelijk werd zijn rechtszaak afgewezen op technische gronden. “We hebben 5 jaar zitten wachten op een uitspraak die nooit kwam.”
Nationaal debat
Toen de rechtbank in 2019 vaststelde dat er verschillende procedurele fouten zouden zijn gemaakt door de aanklagers, stopte de rechtszaak en werd het verbod op mijnbouw opgeheven. David probeerde het nog één keer en ging in 2021 in zijn eentje in beroep, maar ook die zaak werd afgewezen. Die beslissing moet volgens de wet 30 dagen duren, een periode waarin milieudienst ZEMA experts en belanghebbenden kan raadplegen. Toch lag een week na de nieuwe aanvraag de vergunning al bij het bouwbedrijf op de mat. Voor Mwembeshi was de weg opnieuw vrij om te beginnen met mijnbouwwerkzaamheden.
David haakte af, moegestreden, de coalitie van SZSZ en de advocaten van CAZ namen het stokje van hem over. Luwi Nguluka, een van de activisten die betrokken is bij de SZSZ, wist dat er iets moest gebeuren toen Ngwenyama ermee stopte. “Toen Davids zaak werd afgekapt, dachten we allemaal: wat nu? Betekent dit dat het park verloren is? Toen duidelijk werd dat het ministerie de goedkeuring zou doorzetten, besloten we om onze stem te laten horen.”
“Er is een enorme groep organisaties nodig om dit gevecht tegen Mwembeshi aan te kunnen”, vertelt CAZ-advocaat Mehluli Malisa. “Bedrijven als Mwembeshi hebben manieren om de overheid aan hun kant te krijgen. Je kunt je voorstellen wat het aan middelen vergt om ze te bevechten.” Bijna iedereen in de coalitie doet zijn werk vrijwillig, buiten het normale werk om. Er wordt wel financiële steun geleverd, voornamelijk door internationale ngo’s als WWF. “Niet iedereen is blij met die steun”, zegt Mehluli. “Er zijn mensen die het gevoel hebben dat WWF hier hun spierballen laat zien en hun oplossing opdringt aan ons. Maar Zambianen zijn degenen die hier voorop gaan in de strijd.”
Het werk van SZSZ had zijn effect. Nog nooit was de Zambiaanse bevolking zo betrokken bij natuurbehoud. Radio en televisie pikten het op, kranten schreven erover. “Toen de minister op een persconferentie alleen vragen kreeg over de mijn, wisten we dat ons werk echt iets deed”, vertelt Luwi trots. “Het veranderde van een randzaak voor milieuactivisten in een nationaal debat.”
Politieke draai
In 2023 bezocht milieudienst ZEMA samen met SZSZ-vertegenwoordigers het Lower Zambezi National Park. Toen bleek dat er niet aan de afgesproken voorwaarden werd voldaan, trok ZEMA de goedkeuring voor mijnbouw definitief in. Mwembeshi tekende bezwaar aan bij de minister, maar die handhaafde de beslissing van ZEMA. De regering leek, mede dankzij de nationale campagne van SZSZ, het behoud van het park boven de kopermijn te stellen.
Na de politieke draai stapte Mwembeshi naar de rechtbank, en strijden de activisten opeens samen met ZEMA en het ministerie tegen het mijnbedrijf. Het is het zoveelste voorbeeld van hoe de politieke wind de toon zet voor hoe er met de natuur om wordt gegaan. Luwi Nguluka: “Het is mooi om nu met ZEMA samen te kunnen werken. Het is onderhand bijna irrelevant door wie en waarom deze beslissing is genomen. Die was gewoon fout, en we hebben de kans om dat samen recht te zetten.”
Mwembeshi heeft nog altijd geen mijnvergunning voor Zambezi National Park, en er is ook geen datum bekend voor de voortgang van de rechtszaak. Sandra is er niet gerust op, want inmiddels draait er weer iemand anders aan de knoppen. “De minister die ZEMA steunde is van zijn post gehaald, we zullen zien of de volgende minister ook aan onze kant staat.” De nieuwe minister heeft ondertussen inderdaad een concessie in het park aan een ander bedrijf toegewezen. “Zolang onze wetten mijnbouw in beschermde gebieden toestaan, blijven onze nationale parken bedreigd”, aldus advocaat Mehluli. Door de energietransitie groeit de vraag naar metalen, de Zambiaanse regering wil zijn mijnindustrie snel uitbreiden. Dat neemt niet weg dat er één duidelijke overwinning uit de campagne is gekomen, zegt SZSZ-activist Luwi Nguluka: “We hebben onszelf herinnerd aan onze strijdkracht. Wat er ook gebeurt in de toekomst, iedereen weet nu dat Zambianen niet over zich heen laten lopen.”
ZEMA wilde geen commentaar geven zolang de zaak nog loopt. Ook Mwembeshi Resources was niet beschikbaar voor commentaar, maar ontkent in eerdere interviews alle aanklachten.
Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.
Geef een reactie