Duurzame maatregelen stuiten vaak op weerstand. De uitvoering zou te duur zijn of sommige mensen duperen, terwijl de voordelen voor het milieu twijfelachtig zijn. Onzin, zeggen milieuclubs: de baten zijn de kosten meer dan waard. Down to Earth bekijkt groene regels van alle kanten. Vandaag: waterstof.
Groene waterstof is een duurzaam alternatief voor aardgas: bij de verbranding komt geen CO2 vrij. Maar hoe realistisch zijn de waterstofambities in het Klimaatakkoord? En wegen de kosten wel op tegen de baten?
Waterstof speelt een prominente rol binnen de energietransitie in Nederland. Met
ambitieuze doelstellingen in het Klimaat akkoord (zie kader) wil de overheid de productie van groene waterstof de komende jaren flink opschroeven. Toenmalig minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat beloofde er vorig jaar miljoenen aan subsi-dies voor.
Ondertussen willen bedrijven als Gasunie en Shell samen met regionale over heden met miljarden investeringen van Noord-Neder-land dé waterstofregio van Europa maken. Met als paradepaardje de bouw van een enorme groene waterstoffabriek met wind-molenpark op zee. Ook vanuit de weten-schap en milieuclubs klinkt de roep om meer waterstof.
Cor Leguijt, manager Energie en Brand-stoffen bij milieuonderzoeksbureau CE Delft, begrijpt het enthousiasme. “Groene waterstof wordt – in tegenstelling tot grijze waterstof – niet geproduceerd uit aardgas, maar uit duurzaam opgewekte stroom van zonne- of windenergie. Daardoor komt bij verbranding geen vervuilende CO2, maar alleen onschadelijke waterdamp vrij.”
Ook kun je in waterstof groene stroom opslaan, vervolgt Leguijt. “Zonne- en wind-energie zijn door de Dunkelflaute – periodes van weinig wind en zonlicht – niet altijd vol-doende beschikbaar. Maar als je elektriciteit omzet naar waterstof, kun je het op elk moment gebruiken, bijvoorbeeld als brand-stof of warmtebron. Die omzetting vindt plaats door middel van elektrolyse.” Waterstof is niet nieuw. Met name de chemi-sche industrie maakt al jaren gebruik van waterstof, vrijwel uitsluitend grijze. Grijze waterstof zorgt voor 8 procent van de totale CO2-uitstoot in Nederland. Vergroening is dus noodzakelijk. Toch heeft Machiel Mulder, hoogleraar Regulering Energie-markten aan de Rijksuniversiteit Gronin-gen, grote twijfels bij de haalbaarheid van de waterstofambities, onder meer vanwege de hoge prijs. “Groene waterstof is nu vijf keer duurder dan aardgas en daarmee twee tot drie keer zo duur als grijze waterstof.”
Om groene waterstof goedkoper te maken, moet de prijs van elektriciteit omlaag en de hoeveelheid duurzaam opgewekte energie sterk omhoog, zegt Mulder. Met name dat laatste ziet hij niet snel gebeuren. “Momen-teel wordt nog geen 2 gigawatt windenergie opgewekt op de Noordzee. Terwijl dat in 2030 11 gigawatt en in 2050 zelfs 60 giga-watt moet zijn. Waterstof komt de komende jaren dus vooral uit grijze stroom.” Vanwege het grote aandeel grijze stroom (82 procent in 2019) in de Nederlandse energie-mix blokkeerde de Europese Commissie vorig jaar de subsidieplannen van Wiebes. Zulke miljoenensubsidies zijn sowieso onwenselijk, vindt Mulder. “Subsidies ont-nemen de industrie prikkels om energie te besparen. De overheid kan beter de prijs van CO2 verhogen, zodat de industrie een prikkel heeft om maatregelen te nemen, zoals energie besparing.”
Daarnaast zijn de subsidies volgens Mulder bedoeld voor de verkeerde oplossingen: “De gedachte is dat met schaalvergroting de prijs van groene waterstof automatisch omlaag gaat. Maar je kunt de subsidies veel beter besteden aan het omlaag brengen van de kosten van elektrolyse.”
Blauwe waterstof
Leguijt ziet de oplossing in een tussenstap: blauwe waterstof. Leguijt: “Blauwe waterstof wordt net als grijze waterstof geproduceerd uit aardgas, alleen wordt bij blauwe waterstof de uitgestoten CO2 (tot 90% – red.) afgevangen en opgeslagen. Hierdoor is blauwe waterstof grotendeels klimaatneutraal. De afgevangen CO2 kunnen we opslaan in lege aardgasvelden in de Noordzee. Daar is voldoende ruimte.”
Blauwe waterstof is volgens Leguijt een goede manier om tegen lage kosten de CO2-emissie terug te dringen. Zo kan de waterstofvraag de komende jaren duurzaam worden opgeschaald. Leguijt: “Door een toenemende aardgasprijs en verlaging van de prijs van groene stroom wordt groene waterstof vanzelf goedkoper dan blauwe waterstof. Dat zal vanaf ongeveer 2030 het geval zijn, zo hebben we met CE Delft berekend.” Maar de kritiek van hoogleraar Mulder richt zich niet alleen op de prijs: hij heeft überhaupt zijn bedenkingen bij de waarde van waterstof. Voor mobiliteit is waterstof bijvoorbeeld nauwelijks rendabel, zegt hij. “Bij het elektrolyseproces verlies je 20 procent van de energie en bij de verbranding van waterstof in de motor nog eens 20 tot 30 procent. Terwijl het verlies bij een elektromotor, waarbij je groene stroom direct uit het net gebruikt, maar 5 procent is. Alleen voor zwaar transport is waterstof een duurzaam alternatief, omdat je anders enorme accu’s nodig hebt.” Voor verwarming van de gebouwde omgeving liggen warmtepompen en warmtenetten veel meer voor de hand, denkt Mulder.
“Waterstof voorziet vooral in de behoefte van industrie waar hoogwaardige warmte nodig
is. We zetten nu dus massaal in op een hele dure optie met een zeer beperkte potentie.”
Mulder vreest dat de grote behoefte aan groene stroom voor de waterstofplannen in
Noord-Nederland andere elektriciteits vragers zal verdringen. “Alleen al de elektrolyser die
gebouwd wordt voor de waterstof fabriek van Shell en Gasunie zal een kwart van het huidige elektriciteitsverbruik van Nederland vragen. Daarmee kunnen we alle personen-
auto’s en bussen in 2030 elektrisch laten rijden. Groene waterstof slokt een
onevenredig groot deel van de groene stroomvoorziening op.”
Leguijt is optimistischer. “Het is geen kwestie van of-of, maar van en-en. De productie van
groene stroom groeit sterk en zal alleen maar verder toenemen. Bovendien kunnen
we groene waterstof ook importeren uit andere landen met veel wind en zon. De
grootste uitdaging is meer vraag ontwikkelen en de keten klaarmaken voor waterstof.
En daarvoor zijn we op de goede weg.”
Waterstofambities Klimaatakkoord
De overheid wil:
• In 2025 75.000 ton groene waterstof produceren. Hiervoor is een elektrolysecapaciteit nodig van 500 megawatt.
• In 2030 de elektrolysecapaciteit verhogen naar 3 tot 4 gigawatt.
• In 2025 vijftig waterstoftankstations hebben gebouwd. Op dit moment kunnen waterstofauto’s op vijf plekken tanken.
De overheid stimuleert ook de ontwikkeling van blauwe waterstof. Daarvoor lopen verschillende projecten, zoals Porthos.
Geef een reactie