Damherten in de Amsterdamse Waterleidingduinen berokkenen ‘schade aan de natuurwaarden van dit gebied’. Een waarde die de herten zelf blijkbaar ontberen.
Ik heb hem nog niet gezien, maar hij moet prachtig zijn: De Nieuwe Wildernis, de alom bejubelde film over de Oostvaardersplassen. Het enige échte stukje wildernis in Nederland. 5600 hectare groot, gelegen onder de rook van Almere en Lelystad. Bij toeval ontstaan eigenlijk, want het gevolg van het niet aanleggen van de Markerwaard.
De Oostvaardersplassen zijn zo wild dat mensen er niet mogen komen. Op een klein stukje na dan. Vanuit het bezoekerscentrum aan de Knardijk loopt een vijf kilometer lange wandelroute. Vanuit de verte kun je tijdens deze wandeling de heckrunderen, konikspaarden en edelherten bewonderen. Diersoorten waarvan men vermoed dat ze hier ‘van nature’ thuis horen. Dichtbij komen kan niet. Wilde dieren moeten ongestoord kunnen grazen. En sterven, al vinden we dát vaak moeilijk te accepteren.
Wilde dieren zijn prachtig, zolang ze ons maar niet tot last zijn. Zijn ze dat wel dan moeten ze worden afgeknald. Zoals de populatie damherten in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Eerder waren er al hekken om het duingebied geplaatst om de overlast binnen de perken te houden, de herten vraten omliggende akkers kaal en zouden zorgen voor gevaarlijke verkeerssituaties. Achter deze hekken fokten de herten er echter lustig op los, waardoor er nu veel te veel zijn. Hierdoor berokkenen ze volgens de Amsterdamse wethouder Gehrels van cultuur (sic!) ‘schade aan de natuurwaarden van dit gebied’. Een waarde die de herten zelf blijkbaar ontberen.
Gek genoeg gaat de Faunabescherming hier in mee. De belangenbehartiger van wilde dieren in Nederland verzet zich weliswaar tegen de afschietplannen maar rept daarbij met geen woord over de natuurwaarde van de herten zelf. Volgens de dierenorganisatie is uit onderzoek gebleken dat de herten door hun begrazing de verbossing en vergrassing van het gebied beperken. Zo dragen ze bij aan de gewenste ontwikkeling van de vegetatie in dit gebied, aan de gewenste natuurwaarden. De damherten zijn functioneel, dat is hun waarde en daarom moeten ze blijven.
De damherten zelf zitten er uiteraard niet op te wachten om slechts ‘functioneel’ te grazen. Evenmin om zich te pletter te laten rijden op een autoweg. Maar wilde dieren kunnen in Nederland geen kant op, zeker niet nu er voorlopig weer de klad zit in de aanleg van het netwerk van grote aaneengesloten natuurgebieden – de ecologische hoofdstructuur. Te duur.
Natuur is in Nederland in de eerste plaats een kostenpost. Wilde dieren zijn waardeloos. Behalve die in de Oostvaardersplassen, die hebben geluk. Die leven veilig in de échte wildernis en als het meezit straks zelf in een erkend Werelderfgoed. Die zijn van grote waarde. En nu zelfs even filmster. Ga zelf maar kijken, in de bioscoop.
Geef een reactie