De vleesindustrie is pervers en destructief. Maar dat is niet altijd zo geweest. Vlees vervulde een cruciale rol in de voedselvoorziening tot aan de komst van de Industriële Revolutie. Vlees garandeerde voedselzekerheid, vruchtbare grond, maximale efficiëntie en minimale milieu-impact. Als dat vandaag vreemd in de oren klinkt, dan bewijst dat hoezeer de vleesproductie is ontspoord.
Het vetmesten van koeien, varkens en kippen met speciaal daarvoor gekweekte gewassen zoals graan en soja is een recent fenomeen. Vroeger aten koeien gras en stro, terwijl kippen en varkens gevoed werden met voedselafval en afval dat ontstond bij de oogst en de productie van voedsel. Boerderijdieren zetten dus voor de mens oneetbare gewassen om in vlees en zuivel. In een volledige vegetarische of veganistische samenleving zou er extra landbouwgrond nodig zijn om dat voedsel te kweken. Bovendien zou er tegelijk een afvalprobleem ontstaan.
In de traditionele landbouw waren boerderijdieren ook een ecologische vorm van voedselbewaring. Varkens, koeien en kippen zorgden er historisch gezien voor dat er ’s winters genoeg te eten was. Dieren werden naar het einde van de winter toe geslacht, wanneer er bijna niets anders meer te eten was. Tot slot leverden dieren in een gemengde boerderij ook andere producten op, zoals mest. In een strikt vegetarische samenleving zou er extra landbouwgrond nodig zijn voor groenbemesting. Qua landgebruik maakt het dus nauwelijks uit of je dieren dan wel extra gewassen voor mensen kweekt – tenzij je kunstmest gebruikt.
Vleesconsumptie
Als we ons vee opnieuw zouden vetmesten op de traditionele manier, dan zou de ecologische score van vlees er dus heel anders uitzien. Maar dat impliceert wel dat we minder vlees kunnen eten. Auteur Simon Fairlie rekende uit dat we zonder het kweken van speciale veevoedergewassen ongeveer 50 procent van de vleesconsumptie zouden kunnen behouden. Dat klinkt erg goed, tot je beseft dat het om de globale vleesconsumptie gaat. Voor westerlingen zou de vleesconsumptie tot één vijfde van de huidige consumptie moeten worden teruggebracht. Maar dat zou dan wel geheel duurzaam vlees zijn.
Hoewel vleesconsumptie in de context van de klimaatverandering vaak wordt vergeleken met bijvoorbeeld autorijden, is er een belangrijke nuance. Een matig gebruik van de auto brengt geen enkel voordeel met zich mee, maar de vleesconsumptie verder terugdringen dan één vijfde van de huidige consumptie zou nadelig zijn. Bovendien rijden koeien en varkens geen voetgangers en fietsers overhoop.
roland zegt
@: “In een vegetarische samenleving zou er extra landbouwgrond nodig zijn om dat voedsel te kweken. Bovendien zou er tegelijk een afvalprobleem ontstaan.”
– Wat heet afval? Vleesconsumptie blijft een omweg, ook al is de omvang gering.
“Bovendien rijden koeien en varkens geen voetgangers en fietsers overhoop”
Klopt maar wat te denken van hun bijdrage aan heel enge, vaak dodelijke ziekten?