Gedragswetenschapper Reint Jan Renes vindt het onbegrijpelijk dat de overheid de klimaatcrisis niet als een crisis behandelt. “Zo krijgen burgers nooit een gevoel van urgentie.”
De klimaatcrisis liet zich de afgelopen weken duidelijk zien. Zo ging het Canadese dorpje Lytton na een hittegolf in vlammen op – volgens wetenschappers vrijwel zeker als gevolg van klimaatverandering – en kondigde IPCC in een gelekt rapport aan dat zelfs als we de broeikasgassen terugdringen, het leven op aarde fundamenteel verandert. Ondertussen loopt in Nederland de formatie vast omdat Rutte niet met te veel linkse partijen wil samenwerken: “Dan wordt het wel heel veel klimaat”. Het demissionair Kabinet liet niet veel later weten dat ze het halen van de klimaatdoelen die na de Urgenda-zaak door de Hoge Raad zijn opgelegd “geen halszaak” vindt. Dat komt later wel.
De premier van Nieuw-Zeeland pakt het beter aan: zij riep de klimaatnoodtoestand uit. Dat zou de Nederlandse regering ook moeten doen, vindt Reint Jan Renes, lector Psychologie voor een Duurzame Stad aan de Hogeschool van Amsterdam. Want het enige wat ons nog kan redden is een “social tipping point”, waarin de hele samenleving, vol doordrongen van de ernst van de zaak, hetzelfde pad volgt. “Dan ontstaat er een wisselwerking: burgers geven met hun gedrag het signaal dat ze verandering willen, de overheid maakt dat duurzame gedrag makkelijker, bedrijven reageren daarop. Dan ga je opeens massaal bewegen.” Hoe komen we daar?
Vorig jaar verscheen Een beter milieu begint niet bij jezelf, van klimaatjournalist Jaap Tielbeke. Hij zegt: we moeten om klimaatverandering te bestrijden onze pijlen direct richten op de verantwoordelijken voor klimaatverandering: overheden en grote vervuilers. Nu begint u juist weer over minder vlees eten en korter douchen.
“Greenpeace hangt ook die strategie aan, om te voorkomen dat de verantwoordelijkheid voor het klimaatprobleem steeds bij de burger komt te liggen. Ik snap dat. Maar andersom moeten we ervoor waken dat het niet een dominant frame wordt. Toen onlangs de rechtszaak tegen Shell werd gewonnen, waren mensen heel blij: die grootvervuiler moet aan de slag. Dan denk ik gelijk: wij ook hoor! Een groot deel van de uitstoot wordt in huishoudens geproduceerd: mijn onderzoeksgroep berekende onlangs nog samen met Natuur en Milieu dat Nederlanders via persoonlijke keuzes verantwoordelijk zijn voor 84 procent van de CO2-uitstoot. Ons gedrag doet er wel degelijk toe. Mijn individuele acties zijn een druppel op een gloeiende plaat, maar als we het samen doen zijn we al met heel veel druppels, dat heeft wel degelijk effect.”
In je lectorale rede citeer je Robert Swan: “De grootste bedreiging voor onze aarde is de overtuiging dat iemand anders haar gaat redden.” Wie is nu aan zet?
“De overheid. Die kan bij uitstek iets doen aan de ‘giftige’ psychologische gedragselementen die ons ervan weerhouden om in actie te komen. Zoals dat gevoel dat veel mensen hebben: ik wil wel wat doen, maar doet de rest ook mee? Sociologen hebben het dan over het ‘sucker effect’: ik doe wat voor de groep en dat kost geld. Anderen profiteren daarvan, maar gaan er niet in mee. Dit is precies waar we de overheid voor hebben uitgevonden: die is de hoeder van het collectief, het orgaan dat met wetten en regelingen een gelijk speelveld laat ontstaan zodat iedereen met vertrouwen de stappen kan zetten die gezet moeten worden.”
Wat kan de overheid concreet doen om de stemming te laten omslaan?
“Stoppen met subsidies aan de fossiele industrie, pensioenfondsen en banken verplichten om fossiele bedrijven uit hun beleggingsportefeuille te weren, een verbod op fossiele reclame. Maar de overheid is ook de hoeder van de toekomst. Mensen komen moeilijk in actie als hun gedrag gevolgen heeft die zich pas over 10 of 20 jaar manifesteren. Een gemeente kan vooruitkijken en interveniëren in de dagelijkse praktijk door nu al wijken van het gas af te halen. Ook al kunnen mensen zich nu nog geen voorstelling maken van waarom dat precies nodig is.”
Met het RIVM zette u de Corona Gedragsunit op. Wat heeft u geleerd van die crisis?
“Tijdens de coronapandemie had je de medische feiten, maar moesten mensen ook dingen dóén. Je zag dat daarbij de manier waarop de overheid die boodschap en de urgentie overbracht doorslaggevend was. Rutte en De Jonge waren consistent in hun communicatie en in persconferenties: dit is volgens de wetenschap de enige mogelijke route en daarom gaan we die met zijn allen nemen. Op het gebied van klimaat, een crisis die nog veel ontwrichtender en groter is, lijkt het aan die eenduidige boodschap of urgentie totaal te ontbreken. Sterker nog: Rutte blijft de ernst relativeren! Twee jaar geleden had hij het erover dat we vooral moesten kunnen blijven barbecueën. Nu zegt hij dat de VVD niet met twee linkse partijen wil regeren omdat het dan wel ‘heel veel klimaat’ wordt. Dat is vanuit gedragspsychologie onbegrijpelijk. Zolang onze politieke leiders de klimaatcrisis blijven relativeren, krijgen burgers nooit een gevoel van urgentie, houden ze ruimte om te twijfelen. Het is alsof Rutte tijdens de pandemie zou zeggen: joh, blijf maar gewoon handen schudden, het valt allemaal wel mee. In Amsterdam hangt de Klimaatklok, die aftelt totdat de aarde 1,5 graad is opgewarmd. Ik zou iets radicalers willen voorstellen: kies per stad het meest veelbetekenende gebouw, licht dat rood uit en laat het de komende 10 jaar groener worden naarmate we minder C02 uitstoten. We hebben een visuele barometer nodig om te weten waar we het samen voor doen.”
Ook in de media zie je zo’n alarmerend rapport van het klimaatorgaan van de VN niet terug, behalve op de opiniepagina’s.
“Precies: waarom gaat het hier niet over aan de talkshowtafels? Ik heb regelmatig contact met Op1, die willen dan dat ik weer iets kom zeggen over corona. Dan zeg ik: ‘Je mag me bellen voor klimaat, maar voor corona kom ik niet meer.’ Dan zeggen die redacteuren dat ze het heus over klimaat willen hebben, maar dat het niet urgent is. Dat is frustrerend: we hebben de media toch echt nodig om het kantelpunt in de samenleving te bereiken. Het is net als met de pandemie: blijkbaar moet het eerst ‘maart’ worden, wanneer heel Brabant al besmet is. Dán zien we het.”
Moet er eerst nog een grote ramp gebeuren voor het gesprek rond klimaat verandert?
“Ja, of we moeten het geluk hebben dat een nieuwe regering, met daarin groene en linkse partijen, het aandurft een aantal maatregelen te nemen waardoor we als land beseffen: ‘Shit, we gaan veranderen’. Dat is wat we nodig hebben. Een groot voorbeeld is premier Jacinda Ardern van Nieuw-Zeeland, die de klimaatnoodtoestand uitriep. Dat soort moreel leiderschap kan de stemming doen omslaan. Kijk ook naar de Europese Unie, die verhoogde de klimaatdoelen naar 55 procent reductie in 2030. Dat soort afspraken zijn nieuw. Dat maakt dat politieke druk ontstaat. Het is onontkoombaar dat we de komende 8 jaar zoveel aanpassingen doen, waarna frictie ontstaat op alle niveaus. Zoals nu met ABP: die willen niet veranderen, maar moeten wel omdat de druk toeneemt. We hebben het elkaar officieel verplicht. Dat is misschien plat, maar dat betekent wel dat iedereen moet gaan bewegen. Dit is onze ‘flatten the curve’.”
[…] Wij verzamelen met plezier de artikelen voor jou, alles over klimaatverandering. Via de Nieuwsbron ga je naar de pagina van het artikel. klimaat Veranderingsnieuws, begin hier gemakkelijk met zoeken […]