Moestuinboeken waarin gekookt wordt zijn hip. Hoe moeten we dit duiden?
Moestuinboeken waarin ook wordt gekookt: was het eerst een originele combinatie, de laatste paar jaar verschijnen ze aan de lopende band. Lange stijd stond de ‘Kok en de Tuinman’ van Amanda Hesser alleen op de planken, inmiddels beginnen we bij het zien van weer een boek met vrolijk koken uit de moestuinoverdaad op de cover, bijna te gapen.
Hoe moeten we die mode sociologisch duiden? Is er een verlangen naar leven van het land? Het zou interessant zijn om te weten of met de groeiende populariteit van die zelf-je-groenten-verbouwen-en-klaarmaken-boeken er ook daadwerkelijk meer eetbare kilo’s van de huis, tuin en balkon komen. Volgens de cynicus is het marginaal gefröbel van pseudo-romantische Libelle- en Margriet-vrouwtjes die in hun dure landlevenlaarzen op de high tea lyrisch zitten op te scheppen over anderhalve aardbei die ze hebben grootgebracht.
Maar zo kijken we niet, integendeel: elke zelfgekweekte anderhalve aardbei is er meer dan één. En wie het zelf ook doet, weet dat het belang van de ervaren dankbaarheid, teleurstelling, schoonheid, vieze vermoeide handen, smaak, seizoensritmes, niet in kilo’s is uit te drukken. Iedereen die een rijtje aardbeien, pol bieslook of courgetteplant kweekt is een maatschappelijk waardevolle kennis- en ervaringsbron voor fatsoenlijke voedselomgang.
Dus kom maar op met die moestuinkookboeken waarbij een van de nieuwste extra aandacht verdient: Alma Huiskens en Doortje Stellwagens ‘Met mest en vork’. Behalve een moestuin- en kookboek is het een foto-, lees-, blader-, kijk- en leerboek. Bovendien overstijgt het de oppervlakkigheid van veel groenkookboeken door de bijlagen over ecologische theorie, biologisch-dynamische landbouw en permacultuur. Inclusief aandacht voor de pioniers van die bewegingen, zoals de terechte – maar geen idolate – eer voor Rudolf Steiner, toch de grondlegger van de biologische landbouw. Hier een zomerrecept van Alma.
Geef een reactie