Nick Hunt wandelt naar vier karakteristieke winden in Europa en schreef er een prachtig boek over. “Ze klonken als personages die ik kon bezoeken.”
Als kind had de wind hem bij zijn lurven. Zes jaar oud, op een rots aan de kust van Wales. Zijn jas bolde op, de windvlaag kreeg er vat op, en hij werd van de grond getild. Wat zou er gebeurd zijn, als zijn moeder hem niet snel had vastgegrepen?
En nu is hij volwassen. Zijn naam is Hunt. Nick Hunt. Hij heeft een prachtig boek geschreven, waarin hij zijn bezoek beschrijft aan vier karakteristieke winden in Europa. De Mistral in Frankrijk, de Helm in Engeland, de Föhn in Oostenrijk en de Bora in Kroatië.
‘Het feit dat deze onzichtbare krachten een naam hadden en niet eenvoudig naar de windrichting werden genoemd, bood hen een zekere allure, of zelfs iets van een persoonlijkheid. Ze klonken als personages die ik kon bezoeken.’
Het boek leest als een ontdekkingstocht.
Hunt wandelt, kijkt en wacht, en ontrafelt onderwijl allerlei terreinen waarop die streekwinden van invloed zijn, van de architectuur tot de psychologie. De wereld door de ogen van de wind, zou je kunnen zeggen. En dan ziet Europa – althans de delen waar ik zelf ben geweest – er opeens heel anders uit.
Je leest hoe mensen zich wapenen tegen de stormen. Hoe ze zich verheugen op de frisse winden van het voorjaar. Hoe het landschap door de wind gevormd wordt. En hoe, sinds kort, de winden zelf aan verandering onderhevig zijn.
‘Het lijkt een uitgemaakte zaak dat er met klimaatveranderingen in Europa ook iets zal veranderen aan de uitgesleten paden van de wind. Als het klimaat verandert, zal de wind worden gedwongen andere wegen in te slaan en zich aan die veranderingen in het milieu aan te passen, net als levende wezens. Als klimaatvluchtelingen.’
Hunt kletst wat met voorbijgangers, zoekt ’s avonds een geschikte slaapplaats en trekt ’s ochtends weer de bergen in. Hij wandelt – letterlijk – tot aan de grens van zijn begrip.
‘Een windvlaag van 130 kilometer per uur tilde sluiers op van poedersneeuw die als rook in het rond kringelden en ijzige wervelwinden vormden. Het gezicht van de Bora vertoonde zich in elk kortstondig sneeuwpatroon, in elke kronkeling en werveling, elke maalstroom, spiraal en tierelantijn. Ik zag het onzichtbare zichtbaar worden, de vormeloosheid vorm krijgen. Wat zei de Bora tegen me op die vrieskoude helling? Ik kon zijn woorden niet duiden. De taal was te groot.’
Kijk, dat is nou natuur-, of beter nog, milieubeleving.
Ik zei het al, een prachtig boek.
Waar de wind waait, Nick Hunt
Uitgeverij Thomas Rap,
Amsterdam, 2018.
ISBN 9789400400641.
320 pagina’s.
Prijs € 19,99
Geef een reactie