Nieuwe technologieën zijn slimme wapens in de handen van milieuactivisten. Want als je de vervuiling niet van dichtbij mag bekijken, dan gebruik je toch gewoon een drone en deel je je bevindingen in de cloud en op Facebook? Deel één van een serie over technologie en actie.
‘Opgepast, wij gaan jullie met drones in de gaten houden’. Dat was de boodschap van dierenrechtenorganisatie PETA anderhalf jaar geleden aan Amerikaanse jagers. De laatsten wensten elkaar op sociale media vervolgens een ‘goed jachtseizoen’. De jagers zouden die onbemande vliegtuigjes, door PETA zelf Air Angels gedoopt, wel even uit de lucht schieten. Happy hunting. Want de jachtliefhebbers laten zich liever niet door dierenrechtenactivisten op de vingers kijken – al bleef hun dreigement tot nu toe bluf.
Met het slimmer en goedkoper worden van hightech apparaten zoals camera’s, mobieltjes, meetapparatuur en robots, is zulke hardware ook voor activisten steeds interessanter. En ook aan de software-kant bieden nieuwe technologieën ongekende mogelijkheden: middels de cloud, gegevensopslag via het internet, kun je makkelijk samenwerken met gelijkgestemden van over de hele wereld. Apps maken het mogelijk om verzamelde gegevens, bijvoorbeeld over ontbossing, eenvoudig en mooi grafisch weer te geven. Dit verhaal gaat over de hardware-kant van die nieuwe technologie, over hét apparaat waar je je eigen waarnemingen mee kunt doen, ook op moeilijk bereikbare plekken: de drone. Wat kan ermee? En wat zijn de gevaren?
Bommen en parkwachters
De milieubeweging is volgens sommigen technofoob, maar timmert ondertussen flink aan de weg door nieuwe technologieën in te zetten voor natuurbescherming en tegen milieuvervuiling. Milieudefensie helpt mensen de luchtkwaliteit meten in hun eigen straat, en in Japan bouwden hackers zelf geigertellers. Waar de geigerteller en luchtmeetpunten waarnemingen vanaf de grond opleveren, kiezen ook milieuactivisten steeds vaker het luchtruim. Met een op afstand bestuurbaar vliegtuigje met vaste vleugels of een zogenoemde multirotor-drone. Dat is een op afstand bestuurbaar ‘helikoptertje’ met meerdere rotoren. Daaronder kun je een (warmte)camera of andere sensoren hangen.
Drones of onbemande luchtvaartuigen (vaak aangeduid met de Engelse afkorting UAV, unmanned aerial vehicle) staan vooral bekend als de omstreden bommenwerpers in Pakistan, Gaza en andere brandhaarden. De naam drone (letterlijk: hommel) zou voor het eerst gebruikt zijn toen een Amerikaanse admiraal in 1935 opdracht gaf om een op afstand bestuurbaar vliegtuigje te maken dat net zoveel kon als het exemplaar dat hij bij de Britse marine had gezien, de Queen Bee (koninginnebij).
De militaire toepassingen van de drone vormen een schril contrast met aaibare natuurprojecten, zoals een proefproject van het Wereld Natuur Fonds in Nepal en Namibië. Daarbij werden onbemande vliegtuigjes ingezet om stroperij op te sporen en te voorkomen. Het project, met vijf miljoen dollar gesteund door Google, combineert gegevens die vanuit de lucht worden verzameld met waarnemingen door parkwachters op de grond, en signalen van de chips die neushoorns dragen. Bij een dreigende slachtpartij weten parkwachters waar het wild en de stropers zich bevinden, en kunnen ze zich ertussen manoeuvreren om de stropers te stoppen.
Zeehondenslachting
De bovengenoemde Air Angels van PETA werden geleverd door de Nederlandse Stichting ShadowView, twee jaar geleden opgericht door voormalig politieagent, rechercheur en Sea Shepherd-activist Laurens de Groot. Hij kwam op het idee om een drone te gebruiken toen hij met milieuorganisatie Sea Shepherd in 2012 het afslachten van zeehonden op de stranden van Namibië wilde vastleggen. De activisten konden niet met een boot in de buurt komen vanwege de kustwacht, en toen ze over land naar de locatie wilden gaan werden ze ook betrapt. Uiteindelijk lieten ze vanaf enkele kilometers verder een drone de lucht in, die beelden maakte van een omstreden slachtpartij. “Dat was helaas nog geen uitzendkwaliteit”, bekent De Groot, “maar ik realiseerde me dat dit de actievoerderswereld compleet zou veranderen.”
ShadowView ondersteunt allerlei organisaties die drones voor natuurbescherming of humanitaire doeleinden willen inzetten. “Binnenkort hopen we een pilot uit te voeren met het Nederlandse Rode Kruis. Bij muziekfestivals wordt een drone met een warmtecamera uitgerust om achtergebleven festivalgangers te spotten.” Vooral wanneer iemand in beschonken toestand uit het zicht zijn roes ligt uit te slapen kan dat handig zijn. Maar met drones kan er veel meer, en binnenkort kunnen wellicht ook mijnenvelden of massagraven worden gevonden met behulp van een radar die doordringt tot in de grond.
Met drones van ShadowView werd onder andere informatie verzameld over illegaal doorvissende schepen in de Middellandse Zee. En in Afrika werden anti-stroperijmissies uitgevoerd. Twee Zuid-Afrikaanse stropers moesten het met hun leven bekopen toen parkwachters hen dankzij de drones wisten te onderscheppen. “In Afrika loopt het helaas al gauw uit op een vuurgevecht”, zegt De Groot daarover. Om de goededoelenactiviteiten van ShadowView te financieren hebben de oprichters ook een commercieel bedrijf op poten gezet, SkyCap, te huur voor organisaties, bedrijven en overheden die drones willen inzetten. SkyCap voert naar eigen zeggen geen militaire opdrachten uit en werkt ook niet voor olie- of mineralenexploratie ‘waarvan de biodiversiteit of mensenrechten negatieve gevolgen ondervinden’.
Amazone
Ook in Latijns-Amerika staat kostbare natuur op het spel. Alleen al in het Amazonewoud bevinden zich meer dan 180 olie- en aardgasvelden, waarbij de vervuiling door Chevron in Ecuador slechts een van de bekendste voorbeelden is. Net als in Peru heeft de decennialange oliewinning er geleid tot onwaarschijnlijk grote hoeveelheden zwaar vervuild water, vol met giftige stoffen als lood, cadmium en arsenicum.
Hier kunnen drones, gekoppeld aan waarnemingen op de grond, een grote rol spelen. De Nederlandse ontwikkelingsorganisatie Hivos onderzoekt samen met de Erasmus Universiteit Rotterdam en mensenrechtenorganisatie Digital Democracy de mogelijkheden.
“We ondersteunen inheemse gemeenschappen bij hun strijd om landrechten en het documenteren van olielekkages”, vertelt socioloog en Latijns-Amerika-expert Teyo van der Schoot. “Waar zijn de lekkages en welke gevolgen zijn er voor de visserij, voor het drinkwater?” In de omgeving van de olievervuiling komt veel kanker voor. Maar bewijs maar eens dat er een causaal verband is. Van de overheid hoeven zij meestal niet veel te verwachten. Juridische procedures om natuurherstel en compensatie zijn kostbaar, ingewikkeld en vergen een erg lange adem. “Van de negen miljard dollar die Chevron van de rechter aan gemeenschappen in Ecuador moet betalen komt voorlopig nog geen cent over de brug”, weet Van der Schoot. Het is kortom erg belangrijk dat lokale gemeenschappen zelf het initiatief blijven nemen en harde informatie kunnen presenteren over de vervuiling. Want ook als er uiteindelijk geld van een vervuiler over de brug komt, moet dit verdeeld worden op basis van de feitelijke schade.
Tablets
Sinds kort wordt er door de Peruaanse inheemse federatie AIDESEP geëxperimenteerd met een onbemand vliegtuigje om gegevens te verzamelen over illegale houtkap en olievervuiling. “De drone is een eenvoudig te assembleren piepschuimen frame dat afgeladen kan worden met hightech camera’s en sensors. Alle data en foto’s worden meteen voorzien van tijdstip en gps-coördinaten”, vertelt Van der Schoot van Hivos enthousiast. Dat zorgt voor gedetailleerdere informatie dan satellietbeelden kunnen leveren, en als je vaak zulke beelden nodig hebt is een drone bovendien goedkoper. “De mensen daar leren nu zo’n apparaat te bedienen en te repareren. Dat gaat verbazingwekkend snel, ondanks de vaak lage scholingsgraad”, vindt de socioloog. De waarnemers hebben in Peru goed contact met de milieu-inspectiedienst. Er is zelfs een wetsvoorstel in de maak dat hen als officiële dataverzamelaars erkent. Ook zijn ze tegenwoordig met tablets gewapend, om in het veld ter plekke gegevens in te kunnen voeren. Achteraf aantekeningen uit een verregend notitieblokje invoeren in een computer op kantoor hoeft niet meer. Pakweg eens per maand komen de waarnemers naar de stad om de door hen verzamelde gegevens naar de centrale database in de cloud te uploaden.
Hackathon
Daarna diende zich een ander probleem aan: hoe sla je alle data op, en wie hebben er vervolgens toegang toe? Tot voor kort konden alleen wetenschappers en activisten van buiten de getroffen gebieden bij die database van alle waarnemingen, en de fraaie visualisaties daarvan op Google-kaarten. Zonder internetverbinding kun je daar vanuit de Amazone zelf niet bij. De lokale waarnemers konden bezoekers, zoals de VN-rapporteur voor inheemse volken, geen harde gegevens over de vervuiling in het gebied laten zien.
Hivos organiseerde samen met haar partnerorganisaties een hackathon. Dat is een hack-marathon waar programmeurs (‘hackers’) in korte tijd aan oplossingen van technologische problemen, of aan nieuwe toepassingen werken. Maatschappelijke organisaties dagen wel vaker slimme programmeurs uit door een hackathon te organiseren. Zo hield Greenpeace Nederland vorig jaar een hackathon voor haar oceanencampagne.
In de Amazone kwamen onder de noemer #HackTheRainforest twaalf programmeurs in hun vrije tijd en op eigen kosten bij elkaar in Peru. Ze maakten kennis met de lokale waarnemers, bouwden en verbeterden speciale software. Voortaan krijgt de laptop of tablet van een Amazone-waarnemer bij het uploaden van gegevens zelf steeds de laatste versie van de hele database mee terug naar huis. De komende maanden wordt het resultaat van de hackathon verder uitgebouwd. Twee van de twaalf programmeurs blijven erbij betrokken.
Brabants drinkwater
Dichterbij huis, in Noord-Brabant, zocht de provincie vorig jaar het nieuws met haar project om een drone met sensoren in te zetten voor natuurbeheer. Verdroging is een groot probleem in natuurgebieden als de Brabantse Wal, waar drinkwaterbedrijf Evides water oppompt. De provincie wilde vaststellen hoe droog de gebieden zijn en welk effect zogenoemde vernattingsmaatregelen hebben.
Gedeputeerde Johan van den Hout (ecologie, SP) is enthousiast over de mogelijkheden. Wel heeft de proef direct de beperkingen van de kleine vliegende robots duidelijk gemaakt. “De actieradius is beperkt vanwege de accu, en de weersomstandigheden moeten goed zijn. Ook is gebleken dat we sensoren met een grotere capaciteit nodig hebben om goede metingen te kunnen doen.” Om die reden zal de provincie de volgende keer gebruik maken van een gewoon bemenst vliegtuigje. “Een tijdelijke stap terug naar bewezen middelen”, denkt de gedeputeerde. Dat drones een efficiënt instrument kunnen worden is voor hem zo klaar als een klontje.
Privacy en speculatie
Het project in Brabant leidde direct tot vragen van de Partij voor de Dieren. Statenlid Marco van der Wel is “helemaal vóór” het vergaren van kennis over natuurproblemen, maar vindt dat de overheid niet zomaar met burgers mag meekijken. “De juridische kant moet eerst worden afgedekt voordat je experimenten gaat uitvoeren. Ook de invloed op het dierenleven van dit soort vluchten is nog niet goed onderzocht.” Aan de andere kant, een drone verstoort de fauna waarschijnlijk minder dan een gewoon vliegtuig, realiseert Van der Wel zich. Bij een vervolg moet de provincie dit vooraf kenbaar maken, zodat burgers eventuele bezwaren kunnen uiten, vindt hij. Dan stuit je later ook niet op discussies over de rechtmatigheid van de verkregen informatie.
“Privacy is natuurlijk een issue”, erkent ook Teyo van der Schoot van Hivos over hun project in Latijns-Amerika. En ook de veiligheid kan in het geding raken.“In sommige gevallen zit je vlakbij het vliegveld van een olie- of bosbouwbedrijf. En als er in de Amazone straks drones met postpakketjes voor drugshandelaren worden gevonden, dan heb je natuurlijk een probleem.”
De Groot van ShadowView ziet nog een ander risico. Drones verzamelen steeds meer gedetailleerde informatie over bepaalde gebieden. In de verkeerde handen kan dat makkelijk leiden tot grondspeculatie of speculeren op succesvolle oogsten. Het is daarom altijd de vraag wie er eigenlijk toegang heeft tot alle verzamelde data, en onder welke voorwaarden.
Spionagetoestel
Mark Coeckelbergh, professor Technologie en Sociale Verantwoordelijkheid in Leicester ziet ook een paradox. “Ontwikkelaars zoeken altijd naar nieuwe toepassingen om hun werk te verantwoorden. Een positief imago als milieuridder kan daarbij goed van pas komen voor de drone, die verder vooral een reputatie heeft als oorlogswapen. Terwijl het doorontwikkelen van drones voor bescherming van het regenwoud ook kan leiden tot een ‘verbeterde’ onbemande bommenwerper, of spionagetoestel om burgers in de gaten te houden.”
De Groot van ShadowView vindt dat onzin. “Juist de militaire industrie zelf investeert miljarden in het doorontwikkelen van dronetechnologie. Daaraan kan de civiele sector niet tippen.”
Allen Gunn, Amerikaans techadviseur aan ngo’s en bestuurslid van actievoerdersacademie de Ruckus Society, waarschuwt echter voor de dubbelrol van drones. “Ze worden gebruikt om gericht te doden in het Midden-Oosten. Als jouw mobiele nummer op de dodenlijst staat, vindt de drone het signaal van je mobieltje en doodt je. Dat is ontstellend en vervreemdend: geautomatiseerde dood. Als je als milieuactivist je locatie liever niet prijsgeeft zijn drones gevaarlijk, want zij kunnen je vinden. Maar als je zaken probeert uit te vinden over ontbossing, dan zijn drones je vrienden omdat ze op plekken kunnen rondkijken waar je zelf niet fysiek kan komen.”
Dagelijks leven
Welke trends verwacht Laurens de Groot op dronegebied? “De multirotors kunnen zich binnenkort als zwerm bewegen. Het vermijden van botsingen wordt steeds geavanceerder en de drones zullen volledig in het luchtruim geïntegreerd raken. We gaan ze in ons dagelijks leven nog veel tegenkomen.”
Ook volgens Rejo Zenger van Bits of Freedom is de vraag niet of, maar hoe milieuactivisten drones en andere nieuwe techniek het beste kunnen inzetten. “De mogelijkheden zijn bijna onbegrensd. Binnenkort heb je drones ter grootte van een vingernagel. De sensoren die je eraan kunt hangen kunnen steeds meer en worden steeds kleiner. Het hangt af van je creativiteit wat je daarmee weet te doen.”
Dat de inzet van drones natuurbeschermers en milieuactivisten veel kan opleveren is duidelijk. Zo lang gebruikers zich goed bewust zijn van de risico’s en die zo klein mogelijk te houden, lijkt daar ook niets mis mee. “Drones zijn niet goed of fout”, vindt Laurens de Groot. “Het gaat om de mens die erachter zit.”
Lees ook deel 2 en 3 in de serie over Technologie en Activisme: Digitale survival in het surveillancetijdperk en Open source: een must voor het milieu
Geef een reactie