Annemarie Opmeer reist af naar Terschelling om zich op het Springtijforum te begeven onder groen invloedrijk Nederland. Ze probeert uit te vinden: is het logisch dat daar ook de fossiele industrie onder valt? “Als je iedereen vegetariër wilt laten worden, laat je de slager daar dan over meepraten?”
Terwijl ik mijn tas pak voor twee nachten Terschelling, pak ik de laatste e-mail er nog even bij. ‘Een deel van het programma is buiten,’ schrijft de organisatie van het Springtijforum. ‘Wees dus voorbereid op warmte, kou, zon en regen. Denk ook aan stevig schoeisel en een regenjas. De dresscode is informeel.’ Springtij is het jaarlijkse netwerkevenement voor groen invloedrijk Nederland, compass for the green voyage. Dat is vast niet mijn informeel, denk ik daarom. Ik grijp dat ene jasje mee en toch ook maar een overhemd. Ik kies mijn waterdichte wandelschoenen in plaats van sportschoenen, en steek de door de organisatie toegestuurde eerste klas dagkaart voor de NS in mijn zak – een perskaart heeft zo zijn voordelen; het festival zou al beginnen in de trein. Met een speciaal hiervoor gereserveerde treincoupé met muziek en speeches.
Die zit binnen no time stampvol. Een groep deelnemers neemt al netwerkend plaats in een andere coupé – het festival is inderdaad al begonnen. Uiteraard is de conducteur toevallig nauw betrokken bij de duurzaamheidsstrategie van de NS. Die netwerkt even gezellig mee. Zijn baas zal diezelfde middag op het Springtijpodium staan om uit te leggen hoe goed de NS bezig is (conclusie: heel erg goed).
In de drukke vertrekhal voor de eveneens speciaal gereserveerde snelboot naar Terschelling wordt duidelijk hoe veel mensen er dit jaar zijn. Een goed begin: ons oud-redactieraadslid en auteur van De Twijfelbrigade Jan Paul van Soest loopt er rond. Ik sta in de rij achter Anniek Mauser, de duurzaamheidsdirecteur van Unilever die ik ooit voor Down to Earth interviewde. En een willekeurige andere deelnemer die ik spreek, blijkt abonnee van ons blad. Maar waar ik ook kijk: bijna geen spijkerbroek te bekennen. Overhemden, hakken, tweedelig grijs… De dresscode is ‘informeel’, ik draag mijn ‘netjes’ en ik ben totaal underdressed. Welkom op Springtij.
Succesvol zakelijk avontuur
Springtij is een forum geïnitieerd door Wouter van Dieren, oud-journalist, groene ondernemer, lid van de Club van Rome en oprichter van Milieudefensie. Aanvankelijk was het forum een kleine aangelegenheid voor genodigden, tegenwoordig is het daarnaast ook op aanmelding toegankelijk en kent het een groeiend aantal deelnemers. Echter, vrijwel alle sprekers en sponsors zijn er op uitnodiging, en er zijn maar weinig deelnemers die geen rol hebben. Voor deze zevende editie togen bijna vijfhonderd mensen naar het Waddeneiland, inclusief twee zeilboten met jonge deelnemers: de Energieboten.
Voor dit ‘succesvolle zakelijke avontuur’ betalen bedrijven en overheid € 1.150,- Voor NGO’s, wetenschappers en ZZP’ers is het ongeveer een derde minder en voor jongeren nog zo’n stap omlaag. De lijst van partners is lang, heel lang: van ASN Bank tot Tata Steel. Natuur&Milieu en het WNF zijn vertegenwoordigd, naast ongebruikelijker samenwerkingspartners als Gasterra en de Gasunie.
In de praktijk blijkt de klassieke milieubeweging helaas maar schaars aanwezig te zijn. Natuurlijk is Joris Thijssen van Greenpeace een van de sprekers tijdens de ‘zittingen’ van de ‘Klimaatjury’, maar verder is er een gebrek aan voor mij bekende gezichten. Milieudefensie is er ook niet, in tegenstelling tot andere jaren. Volgens directeur Donald Pols heeft dat niet zozeer te maken met de sponsoring door de fossiele industrie, maar is het meer een kwestie van keuzes maken. Milieudefensie richt zich vooral op burgers, terwijl Springtij zich juist richt op verduurzaming van het bedrijfsleven. Dat bedrijfsleven is er zeker. Als resultaat wordt een weinig gebruikte deel van mijn vocabulaire aangesproken waar termen opgeborgen zijn als ‘cascaderen’, ‘borging’, ‘opschalen’, ‘concretisering’ en ‘regierollen’.
Gasvrij
‘Externaliseren’, vertelt Leen Zevenbergen vanaf het podium, is de term waar hij de meeste hekel aan heeft. Het is een eufemisme voor je rommel laten opruimen door de samenleving. Zevenbergen rilt even in de microfoon. “Wie betaalt nu de verzakte huizen in Groningen? U!” Hij is hier om mensen te inspireren te ondernemen vanuit hun passie. Iedereen zou een hooggewaardeerde B-Corp moeten worden, vindt Zevenbergen: een ‘benefit corporation’, zoals de uiterst succesvolle en duurzame bedrijven die we allemaal kennen en waarderen: Dopper of Tony’s Chocolonely.
“Ik woon gasvrij,” zegt de burgemeester van Terschelling in zijn welkomstpraatje. “Hoeveel mensen kunnen dat zeggen?” Dat hij op dit podium staat en dit zegt, is het noteren waard. Rondfietsend in West-Terschelling zag ik een poster van het protest tegen de gaswinning onder het wad – iets met een lange geschiedenis. Ooit was het Wouter van Dieren zelf die gaswinning voorstond omdat hij daarmee een fonds voor Terschelling wilde aanleggen. Iets dat hij eerder voor de Waddenzee had gedaan. Zijn hulp werd door Terschelling echter niet gewaardeerd. Toch zijn vertegenwoordigers van de olie- en gaswereld nu aanwezig op het festival. Maar dat wil niet zeggen dat er geen kritische verhalen verteld worden. De nieuwe film van Bernice Notenboom, Sea Blind, over de vervuiling van de scheepvaart, wordt er vertoond. De theatervoorstelling MoneyMoneyMoney van Dette Glashouwer vertelt een pittig verhaal over geld. Hoe groot is het urgentiegevoel onder de deelnemers? Iedereen die ik spreek lijkt in ieder geval van groene wil.
Dat blijkt zelfs als auteur Ugo Bardi een presentatie houdt over de gevolgen van het opraken van fossiele brandstoffen voor andere grondstofwinning. “Wie werkt hier in de fossiele industrie?” Vraagt hij. Meerdere handen gaan omhoog. Achteraf stap ik op een van hen af. “Ik steek gerust mijn hand op, daar schaam ik me niet voor”, zegt mijn gesprekspartner en haalt de schouders op over eventuele kritiek op hun aanwezigheid. Er is geen tijd voor gezeur, stellen ze, daarmee komen we er nooit.
De gevoelens onder de andere deelnemers zijn verdeeld. “Als je die industrie mee wilt krijgen, dan moeten ze hier zijn. Dat is juist wel goed”, zegt iemand. “Ik vrees dat ze hier zijn om te weten op welke weerstand ze zich moeten instellen”, vertrouwt iemand anders me toe. “Als je iedereen vegetariër wilt laten worden”, zegt een derde tijdens het eten, “laat je dan de slager daarover meepraten? Die zegt uiteraard dat je niet zomaar zonder vlees kunt.” Het eten is overigens net een plek waar ik me minder thuisvoel; ik ben niet gewend dat groene evenementen cateren voor vleeseters. Alles, zo merk ik het hele weekend lang, is hier telkens net weer even anders dan ik verwacht.
Taboes
Wie dacht dat Springtij met de afwezigheid van de radicale groenen een feest van compromissen en afzwakken is, komt bedrogen uit. Op het podium en tijdens workshops wordt klare taal uitgeslagen. Staatssecretaris Sharon Dijksma bijvoorbeeld, op het podium temidden van een all-female panel, heeft het over de noodzaak om onder anderhalve graad opwarming te blijven. “Dat betekent: zuinigheid, geen fossiel meer, geen wegwerp meer, geen ongezonde stoffen. Daarvoor moeten we concrete, drastische keuzes maken.”
Het is op Springtij bepaald geen vloeken in de kerk. ‘Gevloekt’ wordt er trouwens ook. “Het taboe op CO2-opslag mag er wel eens af”, stelt een spreker, want we zullen er niet komen zonder, jawel, negatieve emissies. Een andere spreker, die het enthousiasme over biomassa onderuithaalt, eindigt zijn betoog met de opmerking dat we er niet komen zonder kernenerg… Wouter van Dieren wuift vanaf de tribune zijn oordeel: géén kernenergie. Maar dat we volledig fossielvrij moeten klinkt overal, met een soort vanzelfsprekendheid die ik alleen ken uit de milieubeweging.
Kansen
Dat wil zeggen, op een ding na: het optimisme. Want ondanks dat het ‘pijn gaat doen’ is men op Springtij vastberaden niet vanuit obstakels te denken, maar vanuit kansen. Dat doet soms wel een beetje geforceerd aan. Die energietransitie gaat bijvoorbeeld helemaal lukken, als je naar Dijksma luistert, want windenergie kost op dit moment maar de helft van wat er begroot is. En Joris Thijssen van Greenpeace schetst alleen maar doemscenario’s, klaagt iemand. Wat heb je daaraan?
In de workshop over autonoom rijdende auto’s, waar Terschelling een proeftuin voor moet worden, stelt iemand even een kritische vraag.
“Waarom zou je dit doen?”
Een van de workshopleiders wijdt uit over de betekenis voor het eiland, zo’n duurzame vervoersoplossing.
“Ja, maar”, zegt de vraagsteller, “wat als het fietsen verdringt?”
Dat moet het natuurlijk niet doen. Maar die proeftuin moet toch ergens. Denk aan de kansen.
De nieuwe Doppers
Dit is daar wel het juiste publiek voor. Vrolijk stapt een net aangekomen deelnemer uit zijn elektrische auto op het terrein voor een van de loodsen.
“Kan ik ‘m hier even opladen?”
De Springtijmedewerker zou zo snel niet weten waar. De zee aan huurfietsen voldoet gelukkig prima als ‘duurzame vervoersoplossing’. Op weg naar een nieuwe ronde workshops en lezingen passeer ik Tjerk Wagenaar van Natuur&Milieu. Hij is gezellig in gesprek met voormalig staatssecretaris van Milieu Jacqueline Cramer, die bij iemand achterop zit.
Langzaam zijn de hakken verwisseld voor sneakers en verschijnen de regenjassen, misschien omdat de aanwezige weervrouw en dagvoorzitter Helga van Leur een bui heeft voorspeld. De sfeer is los en iedereen gaat er vanuit dat de mensen op dit festival allemaal het ontmoeten waard zijn. In het programma is moeite gedaan om ‘uit je hoofd’ te raken. Zen in de duinen met voormalig WNF-programmadirecteur Bram van de Klundert? Een Dark Sky wandeling? Of toch maar ‘leiderschap met paarden’? Ook de theatervoorstelling is in het bos. En de jonge ondernemers herhalen hun snelle pitch voor dit invloedrijke publiek in een duinpan. Moyee ‘fairchain’ koffie, Kromkommer, Sustainer Homes en nog vijf nieuwe initiatieven voor een groenere wereld. Het is duidelijk: hier worden de nieuwe Doppers en Tony’s geboren.
Belangrijke spelers
Ik spreek Wouter van Dieren aan op weg naar de koffie, buiten op de kade. Hij is blij dat Down to Earth er is, maar vindt wel dat Miliéudefensie hier ook had moeten zijn. Krijgt hij kritiek op de sponsoring vanuit de fossiele industrie, wil ik weten? “Nauwelijks,” zegt hij. Van Dieren is er stellig over: “De traditionele energiebedrijven zijn een belangrijke speler in de transitie. Die kun je dus niet buitensluiten.” Wat vindt hij van het idee dat gas geen transitiebrandstof zou moeten zijn? “Het is wél een transitiebrandstof.” De CO2-prestatie van aardgas kan namelijk met een factor 10 worden verbeterd, rekent hij nog even voor. “Overigens is elektrisch rijden ook geen panacée, de footprint van de elektrische auto is ernstig.” De waterstofauto komt eraan, en die heeft volgens hem veel meer voordelen. Het gesprek loopt al snel ten einde als iemand anders erbij komt staan om hem een vraag te stellen. Het is een druk evenement voor Van Dieren.
In de trein terug trek ik een capuchontrui uit mijn tas, want mijn jasje ruikt naar rook. Op zaterdagavond waren er, geheel tegen mijn verwachting in, vuurkorven tijdens het ‘vis eten met je handen’. Ik lees wat Milieudefensie wel heeft gedaan, dit weekend: ‘Laat de NAM beven’, een protestactie bij het hoofdkantoor van de NAM in Groningen, tegen de aardbevingen en klimaatschade die hun gaswinning veroorzaakt. Tegenover de droom van Van Dieren om iedereen mee te krijgen voor de energietransitie staat de noodzaak die Milieudefensie ziet om te tonen waar die transitie pijn doet. Het contrast kon nauwelijks groter zijn.
Thomas Pieters zegt
Mike Childs is net als wijzelf, onwetend over de werkingen van ons denken.
Het ene vraagstuk krijgt van hem (en ons) een visie en aanpak, en het andere vraagstuk een totaal andere.( b.v. kinderen en vrouwen)
Ik noem dat; ‘pleisters plakken’.
‘Pleisters’ komen gewoonlijk aan het eind, als het te laat is.
‘Pleisters’ zijn een gevolg, en nooit de oorzaak.
‘Pleisters’ zijn de milieubeweging, die moet ingrijpen bij de schade die is ontstaan.
‘Pleisters’ zijn ook; de reacties van de politiek.
We vereren die ‘pleisters’, ze geven ons een goed gevoel, al is het tijdelijk.
We schermen er ‘de wondjes’, dat onaangename resultaat mee af.
Sir Ken Robinson heeft dat goed ‘gezien’, en gaf er in zijn film Alphabet een duidelijke presentatie van..
Als we het centralistisch ‘ik-beeld’ van onszelf blijven stimuleren bij het kind, dan is deze ‘wereld’ van ik gerichtheid het gevolg.
Met andere woorden; als ik mijn fictie die dat ‘ik-beeld’ is, niet ontdek, niet inzie, zijn werking niet begrijp, Wie ben jij dan nog voor mij??
Ben ‘jij’ dan niet die pleisterplakker voor de ‘ik’ die altijd méér wil zijn?
Elke aktie moet zijn ‘wortel’ kennen, de oorzaak van de ‘wond’, zo niet..dan vul je de tijd met pleisters plakken, daar heeft de aarde niets meer aan.
Vriendelijke groet, Thom
Green Evelien zegt
Geweldig artikel Annemarie!