Onze rivieren worden vervuild met (micro)plastic, maar de overheid lijkt zich er niet druk om te maken. Gelukkig zijn er mensen die wél hart hebben voor de rivier. Zij ruimen de rommel op en monitoren de vervuiling. Want: “Zolang er geen data bestaan, komt er geen beleid.”
Het is een stormachtige dinsdagochtend in Zutphen. Een loden regenfront trekt over het onstuimige water van de IJssel. Na de overstromingen in Limburg en de dodelijke slachtoffers van het hoge water in Duitsland staan de rivieren weer volop in de belangstelling.
Naast de dreiging van klimaatverandering legt de recente wateroverlast volgens mode-onderneemster Hanneke Siebelink (54) nog een tweede probleem bloot: vervuiling. “Ik ben me rot geschrokken van de hoeveel afval in de IJssel”, zegt ze hoofdschuddend. “Na een periode met hoge waterstanden ligt de oever hier barstensvol met plastic flesjes, tandenborstels en visnetten. De rivier zou een muze moeten zijn. In plaats daarvan zijn de mensen hun band met het water volledig kwijt en consumeren ze alleen nog maar.”
Siebelink groeide op in de Gelderse Achterhoek. Haar familie woonde op een landgoed bij een oud klooster. Als kind speelde ze tussen de boomgaarden en houtwallen. Midden in het oude stadscentrum van Zutphen runt Siebelink al twintig jaar het kledingzaakje Miramé. Daar verkoopt ze met name duurzame kleding, gemaakt van hennep. Binnenkort brengt ze onder de naam ‘River Fashion’ een nieuwe collectie op de markt: kleren die gemaakt zijn met plasticafval uit de rivier.
Samen met verschillende hogescholen en universiteiten wist Siebelink een methode te ontwikkelen om dunne draden te maken van schoongemaakt en omgesmolten plastic dat wordt opgevist uit de IJssel. Die draden heeft ze door een Enschedese weverij laten verwerken in hennep, waar ze al jaren haar stoffen van maakt. “60 tot 80 procent van alle plastic in de oceaan komt daarin terecht via rivieren”, legt ze uit. “Door een mooi product te maken van plasticafval wil ik een deel van de oplossing zijn en kan ik meteen laten zien dat circulair denken niet alleen iets is voor geitenwollensokken.”
Riviernimfen
Nederland is bij uitstek een rivierenland. Grote rivieren als de Maas, Rijn, Schelde en de Eems vinden via de Nederlandse delta hun weg richting zee. Het water uit de IJssel komt Nederland binnen via de Rijn: met 1.300 kilometer is het de langste rivier van Duitsland. Al eeuwenlang ligt de Rijn aan de basis van scheepvaartmythen, sagen over riviernimfen, epische muziekstukken én grensconflicten. Het water doorsnijdt het Europese hartland vanaf de bron op meer dan 2.000 meter hoogte in de Zwitserse Alpen, via het Bodenmeer en de ooit zo omstreden Frans-Duitse grens, door de wijngebieden in het Rijnland en stroomafwaarts langs de zware industrieën van het Duitse Ruhrgebied.
Daar, stroomafwaarts, is de rivier het meest vervuild. Al in 2015 waarschuwden onderzoekers van de Universiteit van Bazel dat in geen enkele andere rivier ter wereld zoveel plasticafval werd gevonden. In de Rijn vonden ze tot kleine stukjes vermalen koffiebekers, resten van plastic zakjes, microplastics uit cosmetica en het slijtagemateriaal van autobanden. De Duitse tak van Greenpeace besloot daarom in 2020 verder op onderzoek uit te gaan. In de herfst van dat jaar voer een team van Greenpeace met actieschip Beluga II de Rijn op om steekproeven uit te voeren tussen industriestad Duisburg in het Ruhrgebied en het 130 kilometer zuidelijker gelegen Koblenz. De conclusies van het onderzoek waren niet mals, vertelt onderzoeker Daniela Herrmann: “Verpakkingen en consumptieplastic kun je overal langs de oever van de Rijn vinden, maar beangstigender is de hoeveelheid microplastic in het water. Die is een direct gevolg van de plastic boterhamzakjes die onder invloed van stromingen langzaam uit elkaar vallen. Daarnaast vonden we schrikbarend veel industrieel microplastic, dat chemiebedrijven vaak gebruiken in hun productieprocessen.”
Chemische industrie
Industrieel microplastic bestaat uit korrels die kleiner zijn dan 5 millimeter in doorsnede. Ze worden door chemische bedrijven gebruikt als grondstof voor nieuw plastic. Om zicht te krijgen op de hoeveelheid industriële microplastickorrels in het water van de Rijn, focuste Greenpeace zich op twee grote industriegebieden in het westelijke Ruhrgebied. De chemparks Dormagen en Krefeld: grote clusters chemische bedrijven en plasticproducenten.
Samen met wetenschappers van de Universiteit Hamburg verzamelde het team watermonsters in een bocht van de rivier, voor en voorbij de twee bedrijventerreinen. “Een etmaal lang hebben we proeven genomen om erachter te komen of er pieken te zien waren in de hoeveelheid plastic in het water,” legt Herrmann uit. “Bedrijven die industriële microplastics gebruiken, gaan daar vaak niet zorgvuldig mee om: de korrels worden open en bloot op de kade opgeslagen en ook tijdens het transport gaan er veel verloren. Na een regenbui vonden wij dan ook steeds hoge concentraties korrels in de rivier. Stroomafwaarts van de beide industrieterreinen was het volume plastic zelfs structureel een derde hoger dan stroomopwaarts.”
Richting Noordzee
Als het water bij het Gelderse stadje Millingen de grens oversteekt, splitst de Rijn zich vrijwel direct in de Waal en het Pannerdensch Kanaal. Waar de delta begint, meandert het water via de Neder-Rijn, IJssel, Lek en het Amsterdam-Rijnkanaal richting het IJsselmeer en de Noordzee. Het vervuilde water stroomt door heel het land en voegt zich bij de zee.
Binnenvaartschepen vol met containers, kolen of gas varen gestaag voorbij over de Waal. In de uiterwaarden leven wilde paarden en krijgt de natuur vrij spel. Maar de strandjes rondom Nijmegen liggen vol met aangespoelde flessendoppen, stukken textiel, resten van boterhamzakjes en zeepflacons. Volgens onderzoek van de coalitie Schone Rivieren worden er in Nederland gemiddeld drie wegwerpbekers per 100 meter rivieroever gevonden, vertelt projectleider Marijke Boonstra: “Na hoogwater liggen ook de meeste Nederlandse rivieroevers vol met afval. Die vervuiling is de zichtbare weergave van diepere problemen. Als de oever al zo vervuild is, kun je ervan uitgaan dat de rivieren zelf dat ook zijn. Daarbij worden plastic flesjes vanzelf microplastic als je ze niet opvist. En dan heb ik het nog niet eens over de chemicaliën of het landbouwafval in het Nederlandse rivierensysteem.”
De coalitie Schone Rivieren bestaat uit IVN Natuureducatie, Stichting De Noordzee en de Plastic Soup Foundation. Sinds 2017 monitort de coalitie, met behulp van duizenden vrijwilligers die getraind worden om te werken met internationaal erkende zoekprotocollen, twee keer per jaar de hoeveelheid plastic in Nederlandse rivieren. Uit de recentste voorjaarsmeting (uitgevoerd op meer dan 500 locaties in heel Nederland) blijkt dat er begin 2021 gemiddeld 409 stukken afval werden aangetroffen per 100 meter rivieroever. 84 procent daarvan bestond uit plastic. Boonstra: “Eigenlijk zou de overheid dit in een rivierenland als Nederland moeten monitoren. Want zolang er geen data bestaan over de omvang van dit probleem, komt er geen beleid om het op te lossen. Helaas heeft de politiek veel te weinig aandacht voor de vervuiling van onze rivieren.”
Wie is er verantwoordelijk?
Formeel is de verantwoordelijkheid voor de waterhuishouding in Nederland verdeeld over verschillende overheidslagen: naast de waterschappen dragen ook provincies en gemeenten verantwoording voor waterbeheer. Het rivierensysteem zelf valt onder Rijkwaterstaat.
Wie wat moet doen om de plasticvervuiling terug te dringen, wordt dan ook niet helemaal duidelijk. In het bestuursakkoord 2019-2023 van het Waterschap Rijn en IJssel is te lezen dat er samen met verschillende gemeenten aan publiekseducatie wordt gedaan om vervuiling van de natuur terug te dringen. Ook is het waterschap betrokken bij landelijke onderzoekstrajecten naar plasticvervuiling. Een woordvoerder van het waterschap laat in een telefonische reactie echter weten geen cijfers paraat te hebben. Ook verwijst hij door naar Rijkswaterstaat als eindverantwoordelijke. Dat financiert dan weer opruimacties zoals die van Schone Rivieren en ontwikkelt in samenwerking met diverse waterschappen, hogescholen en waterleidingbedrijven op dit moment een eigen monitorstrategie. Per 1 januari 2023 wil Rijkswaterstaat zelf microplastics in de rivier kunnen gaan meten.
Maar vervuiling van grote rivieren is een grensoverschrijdend probleem dat alleen op Europees niveau effectief aangepakt kan worden. Met de European Green Deal zet de Europese Commissie (EC) daartoe de eerste stappen. In mei 2021 bracht de EC het actieplan ‘Towards Zero Pollution for Air, Water and Soil’ uit. Doelen: het plasticafval in zee vóór 2030 met de helft terugbrengen en de hoeveelheid microplastics in ecosystemen voor die tijd met 30 procent te verminderen. Daarom geldt sinds 3 juli 2021 in de hele EU een verbod op plastic wegwerpartikelen als rietjes, bestek, borden of wattenstaafjes. “Van de lijst met wegwerpproducten die nu verboden zijn, staan er zes in de top vijftien van de soorten afval die wij het meest vinden”, zegt Boonstra verheugd. “Het is dan ook goed dat de Europese Commissie nu actie onderneemt. Maar er moet echt méér onderzoek worden gedaan naar de effecten van plasticvervuiling op het rivierleven en de dieren in de uiterwaarden. Op dit moment heeft vervuiling van rivieren voor gemeenten, waterschappen en nationale regeringen simpelweg nog niet voldoende prioriteit.”
Plasticverslaving
Hanneke Siebelink scharrelt rond in het gestileerde houten interieur van haar winkel. Ze laat modieuze kakikleurige shirts zien, stijlvolle broeken en jassen van een Spaans merk dat kleding maakt van plastic uit de oceaan. Vanwege de coronacrisis is de presentatie van haar eigen collectie uitgesteld tot in 2022. Ze hoopt dan ook dat overheden eveneens de handschoen zullen oppakken en werk zullen maken van het opschonen van de rivier. Al heeft de vervuiling in haar dierbare IJssel te maken naast onze plasticverslaving ook te maken met een consumptiedrang die na drie decennia neoliberalisme diep verankerd lijkt te zijn in de mensen, filosofeert ze: “Plastic is op zichzelf helemaal geen slecht product, het is immers lang te gebruiken. Het wordt pas gevaarlijk als al die plastics op de verkeerde plekken terechtkomen. Voor ondernemers bestaan er heus veel mogelijkheden om circulair te gaan produceren op een manier die de planeet niet nog verder belast. Daaraan wil ik mijn steentje bijdragen. Ik roep de overheid op dat ook te doen.”
Nederlands water extreem slecht
Europese doelen om rivierecosystemen gezond te houden zijn vastgelegd in de Kaderrichtlijn Water (KRW). Die richtlijn schrijft voor dat EU-lidstaten elke 6 jaar een zogenaamd stroomgebied beheerplan (SGBP) moeten opstellen voor de rivieren binnen hun landsgrenzen. Een coalitie van natuurbeschermingsorganisaties heeft de nieuwste SGBP’s (2022-2027) bestudeerd en trekt opzichtig aan de alarmbel in het onderzoek The final sprint for Europe’s rivers.
Elf van de dertien onderzochte beheerplannen zijn volgens het onderzoeksrapport dermate slecht doordacht dat de meeste rivieren naar verwachting ook in 2027 nog vervuild zijn. Ook het SGBP voor het Nederlandse rivierensysteem is volgens de coalitie maar weinig ambitieus. Dat heeft onder meer te maken met de milieudoelen die in EU-verband zijn vastgelegd. Het is daarom niet mogelijk om in te schatten hoeveel Nederlandse waterlichamen in 2027 nog steeds ‘van slechte chemische kwaliteit’ zullen zijn. De effecten die stoffen als microplastics hebben op vissen, algen of rivierplanten zouden volgens het SGBP wel minder moeten worden.
Ook zouden er om de KRW-doelstellingen te kunnen halen maatregelen moeten worden genomen om de meest vervuilende sectoren aan banden te leggen. Maar met name de energiesector, landbouw en infrastructuur hoeven vanwege ‘disproportionele kosten’ of ‘technische onhaalbaarheid’ niet al te veel rekening te houden met de staat van de rivier. In een presentatie die een ambtenaar van de Europese Commissie eind 2016 in Duitsland gaf, was te zien dat de Nederlandse waterkwaliteit in vergelijking met andere EU-lidstaten zelfs extreem slecht is: alleen in België bleek het water nog vervuilder.
Geef een reactie