Existentiële tuinbonen
Na de mond- en klauwzeercrisis in 2001 adviseerde de door het kabinet ingestelde Commissie Wijffels om te stoppen met de intensieve veehouderij in Nederland. Officiële rapporten met diezelfde strekking volgden de 20 jaar daarop. “Wat is er met die aanbevelingen gedaan?”, vroeg de interviewer in tv-serie De Boerenrepubliek onlangs aan Brinkhorst, in 2001 landbouwminister. “Niets”, was zijn ontluisterende maar waarheidsgetrouwe constatering. Ondertussen is Nederland de risee van Europa, als je kijkt naar ranglijstjes van biodiversiteit in het landelijk gebied (extreem slecht), bestrijdingsmiddelengebruik per vierkante meter (erg hoog) en aandeel van de biologische landbouw (extreem laag). Het is om moedeloos van te worden. Maar dat maakt het er niet beter op. “Behalve de milieuproblematiek is ook de moedeloosheid de afgelopen 20 jaar toegenomen”, volgens hoogleraar natuurbescherming Matthijs Schouten. “De natuur- en milieucrisis is daarmee een existentiële crisis.”
Wat te doen? Tuinbonen verbouwen. Nog voor de lente was begonnen, stopte ik rijtjes tuinbonen in de grond. Zelfs in dit koude voorjaar verschenen uit elke boon twee koene lobblaadjes parmantig bovengronds. Het duurde even voordat ze de smaak te pakken kregen, maar daar gingen de bonenplanten de lucht in, werden weelderige bossen met witte bloemetjes en vlezige gevulde peulen die op een zonnige junidag geplukt en gedopt gaan worden voor maaltijd en wintervoorraad.
Gaan we dáár de wereld mee redden? Nou, in ieder geval die existentiële crisis te lijf. Want dat zaaien en met je handen bewerken van de grond, gebruikmakend van de elementen zon, regen, aarde en lucht, het dankbare oogsten, doppen en uiteindelijk het eten. Daarmee ervaar je — als je goed oplet — dat je meebeweegt met cruciale levensprocessen. Dat is zingevend. Het werkt ook met appels en peren, aardappels en courgettes, frambozen en spinazie en nog beter als je dat alles combineert.
Moeten we dan allemaal gaan leven van het land? Het moet niet, het is maar een tip, al is het maar af en toe een beetje. Die tuinboonplanten zijn trouwens niet alleen leveranciers van plantaardige eiwitten, maar ook nog eens stikstofbindende planten die zelf de bodem vruchtbaar maken. Geen veehouderij voor nodig dus. Hebben we dat en passant ook even opgelost.
Tuinbonenschotel
- olijfolie
- ½ rood pepertje of
- mespunt sambal
- 750 gram tuinbonen (gedopt)
- 1 teen knoflook
- scheut witte wijn
- takje bonenkruid
- handvol amandelschaafsel
- peper en zout
Verhit de olie, bak even het pepertje mee, doe dan de tuinbonen en het gehakte teentje knoflook erdoor. Laat even heet worden en voeg dan de wijn,het bonenkruid en wat zout toe. Laat zo’n 5 minuten zachtjes stoven. Proef of de bonen voldoende gaar zijn. Rooster het amandelschaafsel kort in een droge koekenpan en strooi dat over de gare tuinbonen. Breng op smaak met peper en zout en eventueel nog een scheut olijfolie. Serveer met bijvoorbeeld couscous en een groene salade.
Geef een reactie