Er staat geen voorwoord in het boek, geen toelichting of inleiding voor ouders. Dat hoeft ook niet. Dit boek is niet voor hen. Het is voor kinderen.
De taal is simpel en direct. Geen woord teveel.
‘Ben je wel eens de vrije natuur gaan verkennen?’ wordt er gevraagd. ‘Nee? Dan is dit nu het moment om de wijde wildernis in te trekken!’
En het moet worden gezegd: als je dit boek in handen hebt, krijg je daar ook zin in. Natuur is plots geen saai, strak wandelpad waar je netjes op moet blijven lopen, maar een bron van avonturen. Je kunt er voedsel vinden, sporen zoeken, dammen bouwen. Het doet me denken aan mijn kindertijd. Want vroeger, ja vroeger, was bomen klimmen heel normaal. Hutten bouwen. Kikkers vangen. Maar loslopende kinderen zijn een zeldzaamheid geworden. Sluipenderwijs zijn ze uit het straatbeeld verdwenen, een beetje zoals dat ook met bijen en insecten is gegaan.
Scharrelkinderen verdienen – vind ik – een beschermingsplan, vergelijkbaar met de plannen die voor otters, korenwolven en andere met uitsterven bedreigde soorten zijn ontwikkeld. Met nog meer groene schoolpleinen, speelbossen en struinnatuur.
En dit survivalboek hoort daarin thuis.
‘De beste plekken om naar diersporen te zoeken zijn modderpaden, modderige oevers van rivieren en stranden. Sporen zullen duidelijker zijn als de grond vochtig is en vroeg in de ochtend of ’s avonds als de zon laag aan de hemel staat. Wandel langzaam en kijk aandachtig naar de grond.’
Het staat in grote, informele letters. Met plaatjes, overal.
‘In de winter zijn sporen gemakkelijk te zien in verse sneeuw.’
Je ziet een hert. Een eekhoorn. Het verschil tussen de afdruk van een kat en van een hond, tussen een kraai, een merel en een mus. Het spoor van een konijn.
‘Als je een spoor van afdrukken vindt, kijk dan hoever je het kunt volgen. Misschien leiden de sporen je wel naar het hol van het dier.’
Je kunt sterren kijken. Motten vangen. Bessen plukken. Vogels observeren.
‘Als je het spoor van kleine dieren volgt of vogels aan het observeren bent, dan moet je ervoor zorgen dat ze je niet in de gaten krijgen. Anders worden ze zenuwachtig en lopen of vliegen ze weg. Door je te camoufleren val je niet op in het struikgewas.’
En daar komt flink wat schmink bij kijken. Of modder. Of houtskool dat je van verbrande stokken schraapt.
Het grote natuur survivalboek voor kinderen, Chris Oxlade.
Uitgeverij Deltas, 2019.
ISBN 9789044752694. 96 pagina’s. Prijs € 15,95.
Geef een reactie