Europa wil de grondstoffen voor de energietransitie uit eigen bodem halen. Maar Portugese bewoners zien hun eco-levenswijze geofferd voor een schoon Europees geweten.
Negenentwintig koeien hebben ze, Aida Fernandes en haar partner Nelson Gomes. Negenentwintig roestbruine Barrosã-runderen, de trots van deze Noord-Portugese streek. Grazen doen ze het liefst verscholen tussen de dennen en fruitbomen van het glooiend gelegen Portugese dorpje Covas Do Barroso. Terwijl herdershond Sally heen en weer stuift en Fernandes de varkens voert, buigt Gomes zich over een emmer waarin hij versgeplukte
appeltjes klein snijdt voor de kalveren. Wanneer hij opkijkt van de ochtendroutine, vertrekt Gomes’ gezicht. “Een journalist?”, vraagt hij met hoorbare achterdocht. “Die komt ons zeker weer vertellen hoe hypocriet wij zijn.” Pardon? “Nou, kom je ons dan niet vragen waarom wij wel mobieltjes en auto’s willen, maar geen zin hebben in een bedrijf dat de grondstoffen daarvoor uit onze achtertuin komt halen?”
Nog voordat het bezoek goed en wel begonnen is, heeft boer Gomes de vinger op de zere plek gelegd. Zo op het eerste gezicht is Covas do Barroso een landelijke idylle: bewoners verbouwen hun eigen groenten, de koeien en varkens geven vlees, en ook het voedsel voor de dieren komt van eigen land. Maar dat plaatje loopt kans ruw verstoord te worden.
De nietsvermoedende toeschouwer weet namelijk niet wat Gomes en Fernandes wel weten, en dat is dat de glooiende heuvels achter hun erf mogelijk in een mijnafgraving zullen veranderen. Onder het herfstgroen van de Barroso-regio bevindt zich een van de grotere lithiumvoorraden van Europa. En lithium is een cruciaal metaal in de omslag naar een fossielvrije toekomst. Zonder lithium geen accu’s voor de miljoenen elektrische auto’s die de komende jaren de weg op moeten.
Mijnbouwrace in Europa
De energietransitie met haar windmolens, zonnepanelen en oplaadbare batterijen vraagt om grondstoffen, kritieke grondstoffen zoals de EU ze noemt. Om al die nieuwe accu’s voor elektrische opslag te maken zal volgens de Europese Commissie de vraag naar aluminium, kobalt, ijzer, lood, lithium, mangaan en nikkel tegen 2050 met meer dan 1000 procent zijn toegenomen. Zoomen we in op lithium, dan is de verwachting dat de vraag in 2030 achttien keer en in 2050 zelfs zestig keer groter is dan nu. Momenteel komt nog ruim driekwart van Europa’s lithium uit Chili en leunt het continent voor de toevoer van veel andere grondstoffen zwaar op China. Om in de toekomst minder afhankelijk te zijn van het buitenland, speurt Europa naar voorraden in eigen bodem.
Daarbij lijkt een race in gang te zijn gezet om nieuwe mijnen te openen. Er zijn projecten in Finland, Spanje, Servië en Tsjechië en nu dus ook Portugal: het land met de grootst bekende Europese lithiumreserves. Europees Commissaris voor de Interne Markt Thierry Breton zegt hierover in een persbericht: “Een aantal grondstoffen is van essentieel belang als Europa voorop wil gaan in de groene en digitale transitie.” Daarbij waarschuwt hij voor de huidige afhankelijkheid van het buitenland: “We kunnen het ons niet veroorloven om volledig afhankelijk te zijn van derde landen. (..) Door de eigen capaciteit van de EU voor de winning, verwerking, recycling, raffinage en scheiding van zeldzame aardmetalen te ontwikkelen,
kunnen we veerkrachtiger en duurzamer worden.”
In deze Europese toekomstschets dringt de tijd. Momenteel worden nog niet genoeg kritieke grondstoffen geproduceerd om zelfs maar een kwart van de klimaatambities waar te maken. Daarom heeft de Commissie in 2020 het EU-actieplan voor kritieke grondstoffen aangenomen. Daarbij spoort de EU haar lidstaten expliciet aan om de winning van grondstoffen in eigen land op te schroeven. “In 2025 zal 80 procent van het lithium dat we nodig hebben in de Europese batterijenproductie hier gedolven worden”, schrijft Maros Sefcovic – vicepresident van de commissie voor interinstitutionele relaties – in een statement over de toekomst van Europa’s batterijketen. Daarbij ziet de commissie grondstoffen niet alleen als geopolitiek noodzakelijk, maar ook als de meest duurzame optie. Met grondstoffen van eigen bodem zegt Europa betere arbeidsomstandigheden en strenge milieuvoorschriften te kunnen hanteren en wordt er minder over de aardbol versleept.
Bij Wetenschappelijk Bureau GroenLinks is er veel aandacht voor deze Europese mijnbouwambities. Medewerker Richard Wouters erkent dat de huidige situatie, waarbij Europa voor kritieke grondstoffen afhankelijk is van het buitenland, niet ideaal is. In de publicatie Metals for a green and digital Europe pleit GroenLinks er samen met andere denktanks voor dat Europa in de transitie allereerst kiest voor duurzame opties als hergebruik en recycling. “Maar helaas,” zegt Wouters, “gaan we de productie van alle batterijen die nodig zullen zijn met recycling alleen niet redden. Zoveel lithium is er nu gewoon nog niet in omloop.” De vraag naar nieuwe grondstoffen zal in de toekomst vele malen groter zijn dan wat er nu al in de economie zit. Dat geldt al helemaal voor lithium,en super-lichtgewicht metaal dat daarom vooralsnog onmisbaar lijkt bij de productie van accu’s. Zelfs als we onze benzine- en dieselauto’s vervangen door een kleiner aantal elektrische deelauto’s zullen er volgens Wouters nog altijd nieuwe grondstoffen nodig zijn: “De grote vraag is waar en hoe we die gaan winnen.”
Eco-leven
In het Portugese dorp Covas do Barroso vinden de bewoners die Europese woorden moeilijk te rijmen met hun dagelijkse plattelandsbestaan. “Wij leven hier zo eco als maar mogelijk is”, zegt Fernandes terwijl ze demonstratief haar tanden in een vers geplukte peer zet. “Straks kan dat niet meer.” Naast boer en moeder van twee dochters is Fernandes ook actievoerder. Samen met haar partner Gomes en een grote meerderheid van de 180 dorpsbewoners voert ze nu al bijna 2 jaar verzet tegen een mogelijke lithiumontginning. Een mijn zou volgens het stel en hun Vereniging voor de Verdediging van Covas do Barroso (AUDCB) het einde betekenen van wat zij juist als een duurzaam, deels zelfvoorzienend, bestaan omschrijven. “En dat alleen zodat mensen in de stad straks ‘milieuvriendelijk’ in hun elektrische auto kunnen rijden.”
Daar waar de dennenbomen ophouden en het loofbos begint, wijst Fernandes naar een punt op slechts een paar meter afstand van het dorp. “Tot daar zal een van de vier geplande mijnen kunnen komen.” Een grote kale plek en wat blauwe buizen verraden de eerste proefboringen. Het is het Britse mijnbedrijf Savannah Resources dat hier een mijnlicentie heeft voor een gebied van bijna 800 hectare.
Voor de start is het wachten op groen licht van het milieu-instituut van de Portugese overheid. Een officiële reactie op de milieurapportage en een klachtenrapport van omwonenden wordt voor het eind van dit jaar verwacht. In open groeves, zogenoemde open- pit mijnen – de grootste wordt tot vrees van de bewoners 600 meter breed en 110 meter diep – zal dan 15 jaar lang miljoenen tonnen aan mineraalerts (spodumeen) worden vergruisd om er de 1,06 procent aanwezige lithium uit te winnen.
Vakantie vieren naast de mijn
Wat haar het meeste zorgen baart? Fernandes spreidt haar armen. “Dit alles”, verzucht ze. Voor haar begint de narigheid bij de verstoring van dit land. Het land waar ze als kind de koeien van haar vader liet grazen en waar ze nu van leeft. Milieuorganisaties en de in Portugal steeds groter wordende groep demonstranten voegen daar een lijst bezwaren aan toe. Van de visuele verstoring die een grote afgraving met zich meebrengt tot het gebruik van lokale waterbronnen en de kans op vervuiling van het grondwater met kwik. Van de angst voor de zware explosies tot de chemicaliën, zoals zwavelzuur, die nodig zijn om het erts te verwerken. Ook het stof van de metershoge bergen restmateriaal kan voor verontreiniging zorgen.
“Wie komt hier straks nog vakantie vieren naast een mijn?”, vraagt Fernando Queiroga zich hardop af. “Wie wil straks onze befaamde honing of rundvlees nog?” Met de lokale verkiezingen voor de deur heeft Queiroga, burgemeester van de gemeente Boticas en daarmee van Covas do Barroso, het razend druk. Maar om zijn misnoegen over de mijnplannen te uiten, maakt hij tijd. Nee, Queiroga wil niet ontkennen dat Europa en energietransitie nodig heeft. “Maar zulke grootschalige destructie, voor dat kleine beetje lithium, 1 procent! Dat is het toch niet waard?”, peinst hij.
Queiroga hamert op het feit dat uitgerekend de Barroso-regio door de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO) is uitgeroepen tot landbouw-werelderfgoed. Die titel mogen maar zeven gebieden in heel Europa en Centraal-Azië dragen. De traditionele, agro-biodiverse manier van leven verdient het volgens de VN om te worden beschermd. “Maar blijkbaar zijn ze in Lissabon niet begaan met het lot van onze regio.”
Het witte goud
In Lissabon, 450 kilometer zuidwaarts, klinkt inderdaad een ander geluid. Het idee Europa’s topproducent van het ‘witte goud’ te worden, is hier enthousiast ontvangen. De Portugese regering ziet zich graag als voorganger in de energietransitie en heeft sinds 2018 door heel Portugal mogelijke lithiumexploratie- locaties aangewezen. Voor drie locaties is een licentie afgegeven. Men hoopt dat het land de lithium-boom kan verzilveren door het gehele productieproces, van erts tot lithium-ionbatterij, te huisvesten.
Dat deze plannen verzet oproepen bij de Portugese gemeenschappen waar mogelijk mijnen in de buurt komen, typeerde de staatssecretaris van Energie, João Galamba, als ironisch. “Een leven zonder impact bestaat nu eenmaal niet”, zei hij tijdens een bijeenkomst over groene mijnbouw in mei in Lissabon, terwijl buiten honderden demonstranten “Stop de mijnen!” scandeerden.“En zij die zich tegen de mijnen keren, keren zich tegen het leven.”
Europa voorziet de woorden van de Portugese regering graag van dikke groene uitroeptekens. Op dezelfde conferentie was ook het hoofd van Europa’s ruwe grondstoffen-eenheid aanwezig, Peter Handley, om het belang van lithiumwinning te benadrukken.Daarbij klinkt vanuit Brussel steeds hetzelfde riedeltje: de energietransitie vraagt om nieuwe grondstoffen; we moeten niet afhankelijk blijven van het buitenland; laten we de materialen dus uit eigen bodem halen. Als kers op de taart presenteert Europa de mijnbouwplannen als maatschappelijk verantwoord. “Mijnbouw was in het verleden misschien een zeer vuile operatie”, zei Handleyin Lissabon. “Tegenwoordig wordt het een hoogtechnologisch proces.” Volgens hem is de vraag dan ook niet óf wij in de EU moeten mijnen, maar hoe we dat zo groen mogelijk doen.
Beter uit Europa
Volgens Alexander Lima, hoogleraar geowetenschappen en milieu aan de Universiteit van Porto, heeft Portugal dé potentie om eerlijk lithium te mijnen. Met Europese mijnbouw kan het continent grondstoffen veiligstellen zonder de mensenrechtenschendingen en milieudrama’s die mijnbouw vaak in armere landen met zich meebrengt, zegt hij via Zoom. “Of laten we het vieze werk liever door kinderen in Congo of Zuid-Amerika opknappen?” Europa, redeneert Lima, kent de beste milieubescherming: “We hebben voor alles wetten. Hier kun je echt niet zomaar je gang gaan.”
“ Laten we het vieze werk liever door kinderen in Congo of Zuid-Amerika opknappen?”
Europese mijnbouw al bij voorbaat taboe verklaren is niet constructief, zegt ook Wouters van GroenLinks. “Dan gooi je alle problemen die bij de winning van metalen komen kijken over de schutting bij ontwikkelingslanden.” Zo zorgt de lithiumwinning in Chili voor verwoestijning. Belangrijk daarbij is welke vorm van mijnbouw er wordt gekozen, zegt Wouters. Over de plannen in Portugal voor een open-pit is hij niet enthousiast. “Dat is per definitie verwoestend voor het landschap en voor de daar aanwezige biodiversiteit.” Maar er zijn andere, minder destructieve vormen waar hij meer heil in ziet, zoals geothermie in combinatie met lithiumwinning. “Bij alle vormen van metaalmijnbouw moeten we de hoogste standaarden hanteren en daarbij hoort ook het verkrijgen en behouden van steun van de lokale bevolking. Dat zie ik in Portugal nu niet goed gaan.”
Slecht geregeld
Terug in Covas do Barroso is die lokale steun inderdaad ver te zoeken. Op het dorpsplein gelooft bijna niemand in de beloftes van het mijnbedrijf Savannah om een milieuvriendelijke lithiummijn te realiseren. Op de website claimt het bedrijf dat de winning van mineralen in Barroso op een ecologisch duurzame manier zal gebeuren. Helaas gaat Savannah’s CEO David Archer niet in op interviewverzoeken om uit te leggen hoe het bedrijf dat dan precies wil gaan doen. “Een groene mijn bestaat gewoon niet”, zegt Fernandes terwijl ze haar dagelijkse rondje door het dorp maakt. Ze is niet alleen sceptisch over de duurzame bedoelingen van Savannah, maar heeft ook weinig vertrouwen in toekomstige compensatieregelingen voor de overlast die een mijn hoe dan ook gaat veroorzaken. Tijdens haar wandeling klampen meerdere buurtbewoners haar aan. Iemand weet te vertellen dat een buurman overstag lijkt en zijn stuk land voor een goed bod aan het mijnbedrijf wil verkopen. Een andere dorpsbewoner vraagt raad: “Ik ben weer gebeld door Savannah, met de vraag of ze mijn land op mogen komen meten. Wat zal ik doen?”
Fernandes regeert ferm: “Ze komen nooit alleen meten. Ze zijn hier om geld aan je te verdienen!” Terwijl ze haar adviezen deelt, klinkt er naast boosheid voor het eerst ook iets treurigs door in haar stem. “Het is mijn broer”, zegt ze na enig aandringen. “Hij is degene die namens Savannah de mensen belt.” Als een van de weinige plaatselijke voorstanders van het lithiumproject heeft hij een baan bij het mijnbedrijf aangenomen. Broer en zus praten nog wel, maar eigenlijk alleen over koetjes en kalfjes. Niet over dat wat inmiddels een wig door stad en regio, dorp en families lijkt te drijven: dat gedeelde gevoel van veel bewoners hier dat ze hun leefwijze moeten offeren voor een schoon Europees geweten.
Maar toch, dat pijnpunt dat Fernandes’ partner Gomes bij de eerste ontmoeting aankaartte, hangt nog steeds in de lucht. Willen de inwoners van Barroso dan niet ook duurzame auto’s en mobieltjes, alleen zonder de consequenties? “Nee!”, mengt een volgende omstander zich in het dorpsgesprek. “Dit is geen geval van Not In My Backyard. We willen helemaal geen nieuwe mijnen, niet hier, nergens.” Brussel moet nadenken over een heel andere toekomst, vindt hij. Een systeem waarin consumenten hun vraag naar grondstoffen verkleinen. In die toekomst heeft de Barroso-mijn geen plaats. “Met extractie en de productie van zoveel mogelijk auto’s gaan we op oude voet verder.” En als de mijn toch groen licht krijgt? Fernandes tuurt naar haar heuvels. “Dan gaan we er desnoods voor liggen.”
Annet de Graaf zegt
Helemaal eens met de laatste alinea: we moeten niet anders, maar minder. Heel veel minder.
Ik heb om die reden dan ook geen mobiele telefoon (en dat is lastiger voor anderen die vinden dat ik overal bereikbaar zou moeten zijn dan voor mijzelf), geen laptop, geen auto, geen elektrische fiets.
Altijd op een gewone fiets naar mijn werk gegaan (20 km vv) en nu op mijn 66ste ben ik nog steeds zo fit als een hoentje.
En wil ik wat verder weg dan pak ik het OV.
Werner von Scheibler zegt
Interessant artikel in Down to Earth 68 van Sarah Haaij over geplande lithium mijn in Portugal. Als exploratiegeoloog en milieukundige heb ik vele dossiers van mijnrampen. Ook in Europa zijn begin deze eeuw tailings dams doorgebroken (gebeurt bijna bij alle mijnen..) met enorme schade bij de Donana rivier in Spanje en de Tisza rivier in Hongarije. Dat zal in Portugal niet anders zijn. Ik heb in 2018 nog een promotievoorstel ingediend bij NWO-WOTRO met professoren handelsrecht, geologie en mijnbouwkunde, dat Europa betere regels moet opstellen voor de import van ertsen uit andere landen. Echter de financiering van dat onderzoek is vooral door bedrijven en dus is het voorstel niet gefinancierd. Goed dat Milieudefensie aandacht blijft schenken aan deze belangrijke onderwerpen. Volhouden!