Ieder nummer spreken we met een organisatie die kritiek heeft gekregen op hun groene gehalte. Wat is de andere kant van het verhaal? Deze keer spreken we vleesconcern Vion over de kritiek van Varkens in Nood.
Varkens in Nood diende twee klachten in tegen vleesconcern Vion. Eén bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit vanwege – door een voorbijganger gefilmde – oververhitte varkens in een vrachtwagen bij de slachterij in Boxtel. De andere klacht werd neergelegd bij de Reclamecodecommissie en gaat over een video van Vion zelf met uitleg over hun slachtproces. Misleidend, vond Varkens in Nood, want het verdoven voor de slacht was niet in beeld gebracht. De NVWA moet nog uitspraak doen, de Reclamecodecommissie gaf Varkens in Nood gelijk. We spreken met Nancy Aschman van Vion.
Hoe is het om deze kritiek te krijgen?
Je ontkomt er niet aan in deze industrie. Als slachterij word je voortdurend kritisch gevolgd. Dierenwelzijnsorganisaties houden ons scherp, wij zitten ook regelmatig met ze om tafel. Zeker met alle recente schandalen begrijpen we de twijfels in de maatschappij goed. Maar als er filmpjes naar buiten komen over misstanden, wordt er meestal gelijk gedacht dat het overal zo gaat. Terwijl dat niet terecht is. Je moet wel naar de feiten kijken. En als bedrijf moet je openheid bieden aan de maatschappij.
Het filmpje van oververhitte varkens was wel in de buurt van Vion in Boxtel, wat ging daar fout?
Als het KNMI meer dan 27 graden voorspelt, gaat bij ons een ‘hitteprotocol’ in werking volgens het Nationaal Hitteplan. Vrachtwagens worden dan vroeger op de dag ingepland, zodat ze in de koelere perioden van de nacht en ochtend rijden. Als ze toch moeten wachten, wordt het asfalt onder de wagen natgespoten en staan er ventilatoren naast de wagens voor verkoeling. Varkens in Nood heeft de grens liever op 25 graden. Wij volgen de richtlijnen van het Nationaal Hitteplan, maar het kan gebeuren dat een vrachtwagen vertraging oploopt of te lang moet wachten. We plannen volgens strakke richtlijnen van aankomst en moeten vertrouwen op de vervoerders dat zij deze opvolgen.
Je zegt dat jullie een voorloper in de sector willen zijn, wat betekent dat?
Dat wij meer transparantie in de sector nastreven. Er wordt nu gesproken over verplichte camera’s. Die hebben wij al jaren. Iedereen die met levende dieren werkt, krijgt een extra opleiding. Overheidsdierenartsen houden dagelijks toezicht in onze slachterijen. En wij hebben twee voorlichtingsfilms gemaakt over hoe ons slachtproces verloopt, voor varkens en runderen, als eerste in de sector. We vertoonden vorig jaar voor het eerst een film op een congres in Duitsland en kregen in eerste instantie kritiek: dit gaat te ver! Schrikt de consument hier niet van? Maar wij geloven in transparantie. We zijn in Duitsland een dialoogplatform gestart en we hebben voor het eerst een uitgebreid mvo-rapport gemaakt. Nu wordt deze visie door anderen overgenomen.
De Reclamecodecommissie vond jullie film misleidend.
Varkens in Nood en de RCC beschouwen de film als reclame, maar zo was het niet bedoeld. Bovendien hadden wij op dat moment niet de mogelijkheid om in de verdovingskamer te filmen. In 2013 is een uitgebreide film over verdovingstechnieken bij varkens gemaakt, samen met de dierenwelzijnorganisatie Eyes on Animals. Die beelden konden we niet overnemen, dus verwezen we naar hun website. Dat was niet voldoende volgens dierenwelzijnorganisatie Varkens in Nood. We gaan opnieuw bedenken hoe we dit in de film kunnen brengen. Wij respecteren de uitspraak en hebben de film direct van de website verwijderd, maar vinden het wel weer een stap terug. Wij willen juist openheid nastreven in de sector; dat is de enige manier om vooroordelen weg te nemen.
Geef een reactie