Onlangs werd bekend dat de Nederlandse Rabobank in Roemenië grote lappen landbouwgrond op al dan niet illegale wijze heeft gekocht. Rabobank is niet de enige internationale speler met groeiende interesse in de Roemeense grondmarkt. Sinds Roemenië toetrad tot de EU azen allerlei grote landbouw- en zelfs energiebedrijven op de extreem vruchtbare landbouwgrond in het land. Met alle gevolgen voor kleine boeren van dien.
Roemeense landbouwgrond is lucratieve business tegenwoordig. Zo heeft de Nederlandse Rabobank sinds 2011 meer dan 21.000 hectare landbouwgrond aangekocht in Roemenië – en in andere Oost-Europese landen. Dat gebeurde in Roemenië via een drietal dochterondernemingen van Rabo Farm; een beleggingsfonds ter waarde van 315 miljoen euro waarvan Rabobank de eigenaar is. En die via tussenpersonen gesloten grondaankopen zijn niet altijd even netjes verlopen, zo blijkt uit uitgebreid onderzoek van het Romanian Centre for Investigative Journalism (RCIJ) en De Correspondent.
Lokale Roemeense boeren verspreid over heel Roemenië beweren dat hun land hen illegaal werd afgenomen in een golf van grootschalige landacquisities door buitenlandse spelers. Vaak blijkt dat via corrupte bestuurders gegaan te zijn. Zo zeggen boeren uit het 2.500 zielen tellende dorpje Zarand in het noordwesten van Roemenië dat land dat op hun naam stond door derden is verkocht zonder dat ze daarvoor ooit geld hebben ontvangen. Rabo Farm zelf zegt niks te weten van eventuele corruptie van lokale tussenpersonen of andere vormen van ‘economische misdaden’.
Hoe dan ook, een aanzienlijk deel van de landbouwgrond rond Zarand is relatief snel in handen van Rabo Farm terechtgekomen. In totaal heeft het fonds sinds 2012 meer dan 140 hectare landbouwgrond rond het dorp opgekocht. En het beleggingsfonds van Rabobank is niet de enige internationale speler met groeiende interesse in de Roemeense grondmarkt. Sinds Roemenië toetrad tot de EU azen allerlei grote landbouw- en zelfs energiebedrijven op de extreem vruchtbare landbouwgrond in het land. Met alle gevolgen voor kleine boeren van dien.
Buitenlandse handen
Het is een koude woensdagmiddag op het platteland van Noordwest-Roemenië. Een groep boeren is net teruggekeerd van het land dat ze bewerken. Een 42-jarige man staat de ramen van zijn tractor te poetsen op het erf van een middelgroot Roemeens landbouwbedrijf in het dorpje Sântana, niet ver van Zarand. Hij werkt hier al meer dan twintig jaar, maar langzamerhand begint hij te vrezen voor de toekomst. Sinds een jaar of zeven wordt de landbouwgrond rond Sântana namelijk in sneltreintempo opgekocht door een aantal Duitse landbouwbedrijven. Twee collegaboeren knikken instemmend mee met zijn woorden: “Grond is goedkoop in Roemenië, dus buitenlandse bedrijven doen er alles aan om de mensen ervan te overtuigen hun land te verkopen. Veel boeren werken nu buiten het dorp omdat ze geen eigen grond meer hebben.”
Sântana is een dorp met ruim tienduizend inwoners in het district Arad. Net als Zarand ligt de kleine gemeenschap in het uiterste noorden van de Roemeense Banat; een vruchtbare hoogvlakte niet ver van de Hongaarse grens. Historisch gezien is Sântana vooral bekend vanwege zijn wijngaarden, maar tegenwoordig liggen langs alle toegangswegen grote graansilo’s. De kwalitatief goede bodems plus de gunstige ligging ten opzichte van de West-Europese markt maken het plateau tot een interessante locatie voor buitenlandse landbouwbedrijven en investeerders. Veel lokale boeren hebben hun vaak relatief marginale lapjes grond dan ook verkocht of verhuurd aan kapitaalkrachtige en efficiënt werkende buitenlandse bedrijven, zegt Cristina Pocol. Zij is als universitair docent rurale economie verbonden aan de Universiteit voor Landbouwwetenschap in Cluj-Napoca: “Ondertussen is naar schatting ongeveer tien procent van het Roemeense landbouwareaal in buitenlandse handen.”
De in vergelijking met de rest van Europa nog steeds extreem lage grondprijzen maakt de legendarische zwarte aarde van Roemenië, de humusrijke en bijzonder vruchtbare chernozem, enorm aantrekkelijk. Pocol: “Het is heel gemakkelijk om in Roemenië extreem goede landbouwgrond te kopen voor weinig geld. Daarbij weten veel kleine boeren niks over grondprijzen of contracten. Zij lezen de kleine lettertjes niet. Als de gevolgen van grootschalige landacquisities voor boerengemeenschappen achteraf gezien helemaal niet zo mooi blijken uit te pakken is het te laat en zijn ze hun land kwijt.”
Mondiale voedselproductie
Sinds toetreding tot de EU in 2007 is Roemenië te boek komen staan als een waar El Dorado voor landbouwinvesteerders. Door de combinatie van mondiale bevolkingsgroei, een groeiende vraag naar luxeproducten in opkomende economieën en de groeiende productie van biobrandstoffen is de mondiale agrarische sector weer interessant geworden voor investeerders. En volgens een rapport van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO) zijn het de landen in Centraal- en Oost-Europa die, samen met een aantal ex-Sovjetstaten, in de toekomst een cruciale rol zullen gaan spelen in de mondiale voedselproductie.
Waar een paar kilometer verderop Rabo Farm erg actief is geweest qua landaankopen, is rond Sântana veel landbouwgrond sinds 2007 langzaam in handen geraakt van de Duitse landbouwbedrijven Schuetz Agra en Jostin Agrara. Volgens lokale boeren opereren de twee als een consortium en volgens gegevens van de Roemeense bedrijvendatabase ListaFirme steekt achter beide ondernemingen inderdaad dezelfde groep uit Duitsland afkomstige investeerders. Gegevens over grondbezit zijn in Roemenië niet altijd even gemakkelijk te achterhalen, maar volgens ListaFirme blijkt dat zowel vaste activa, schulden als de bedrijfsomzet van de Duitsers sinds 2007 opeens sterk zijn gestegen. Het landbouwconsortium gebruikt de Roemeense landbouwgrond vooral om granen en oliezaden te verbouwen voor de export.
De boeren op het erf aan de rand van het dorp steken nog maar een sigaret op. Ze zijn sceptisch geworden over de toekomst, zeggen ze: “Als het zo doorgaat zijn we straks allemaal slaven van de Duitsers die onze grond gebruiken om te kunnen exporteren. Die grote bedrijven benaderen kleine boeren heel agressief en betalen zevenduizend euro voor het land. Voor kleine landbouwers lijkt dat heel veel geld. Maar vervolgens komen ze erachter dat ze hun inkomen én hun land kwijt zijn.”
Landgrabbing
Eco Ruralis is gevestigd in Cluj-Napoca, de grootste stad van de bergachtige landsstreek Transsylvanië. De kleine boerenorganisatie houdt kantoor aan een nauw steegje net buiten het stadscentrum van de pittoreske studentenstad. Toen Roemenië in januari 2014 van Brussel zijn grondmarkt moest liberaliseren is het voor buitenlandse bedrijven nog gemakkelijker geworden om Roemeense landbouwgrond te kopen, vertelt Attila Szöcs van Eco Ruralis: “Die grote landaankopen die je sinds enkele jaren in Roemenië ziet lijken op wat je in Afrikaanse context landgrabbing zou noemen. Boeren worden hier dan wel niet van hun land af gedwongen door gewapende milities, maar het is wel een feit dat landbouwgrond in toenemende mate wordt geconcentreerd in grote percelen waarop intensieve en exportgeoriënteerde landbouw wordt bedreven. En vaak gebeurt dat met zeer nadelige economische en sociale gevolgen voor de lokale gemeenschap. De rurale armoede aan de kust van de Zwarte Zee is echt onvoorstelbaar. Arme boeren wonen daar in lemen hutjes terwijl sommige grote landbouwbedrijven bewaakt worden door bewakers met kalasjnikovs.”
In een land waar nog steeds ongeveer een derde van de totale beroepsbevolking werkzaam is in de landbouwsector en waarvan bijna 94 procent een familiebedrijf van minder dan tien hectare groot runt, bestaat het gevaar dat kleine boeren in de run op de vruchtbare Roemeense landbouwgrond steeds meer van hun land gedrukt zullen worden door tegen elkaar opbiedende landbouwinvesteerders in hun jacht op zo groot mogelijke percelen landbouwgrond. Met niet alleen het gevaar van toenemende rurale armoede, maar ook migratie van die landloos geworden Roemenen naar het westen van Europa als gevolg, zegt Szöcs: “Als je op de kaart kijkt waar in Roemenië het meeste armoede voorkomt dan is dat over het algemeen in dezelfde gebieden waar grote landbouwbedrijven de grond hebben overgenomen van kleine boeren. Plattelandsdorpen dreigen eilandjes te worden in een oceaan van monoculturen, van waaruit veel werkloos geworden boerenzonen naar Italië, Duitsland of Nederland vertrekken om daar tegen minimumlonen gewassen te oogsten die vervolgens weer naar Roemenië geëxporteerd worden.”
Landbouwsubsidies
Naast de lage grondprijs speelt nog een andere factor een belangrijke rol in waarom buitenlandse bedrijven zo geïnteresseerd zijn in Roemeense landbouwgrond. Sinds het land een EU-lidstaat is kan er ook vanuit Roemenië aanspraak gemaakt worden op Europese landbouwsubsidies. Sindsdien zijn de spelregels in feite veranderd in het voordeel van grote landbouwbedrijven, vertelt Szöcs in de kleine moestuin waar medewerkers van Eco Ruralis hun groenten verbouwen: “De EU wil graag competitief zijn op de internationale landbouwmarkt en het subsidiebeleid is daar ook op toegesneden. Maar het agrarische model in het Oost-Europa is anders in vergelijking met de grote en efficiënte boerenkavels in het westen. Kleine boeren hier kunnen niet op tegen de financiële macht van grote landbouwmultinationals.”
De drie grootste ontvangers van Europese landbouwsubsidies in het fiscale jaar 2013 mochten volgens gegevens van het Roemeense landbouwagentschap APIA bij elkaar opgeteld bijna 15 miljoen euro uit Brussel toucheren. Het overgrote deel van de top van subsidieontvangers is opgebouwd uit grote bedrijven die op industriële schaal bulkproducten produceren, vaak bestemd zijn voor de export. De subsidiestructuur die Brussel hanteert leidt in Roemenië tot een snelle verschuiving van familiale naar grootschalige landbouw. Bedrijven van meer dan 100 hectare groot, een schamele 0,25 procent van het totale aantal boerenbedrijven in het land, ontving in 2007 maar liefst 49 procent van de totale Roemeense landbouwsubsidies. Kleine boeren met minder dan een hectare aan grond kunnen daarentegen helemaal geen aanspraak maken op subsidie, terwijl zij toch bijna 44 procent uitmaken van het totale aantal landbouwers in Roemenië.
Inefficiënte landbouw
Door de interesse van al die internationale bedrijven is de gemiddelde prijs voor landbouwgrond in Roemenië gestegen van vijfhonderd euro per hectare in 2000 tot ruim vierduizend euro in 2015. Sinds de toetreding van het land tot de EU is de grondprijs verdrievoudigd. Door de run op landbouwgrond dreigen kleine boerenbedrijven in de nieuwe dynamiek vermorzeld te worden, vrezen critici. Zeker in de landelijke gebieden van Roemenië waar corruptie en armoede nog welig tieren, constateren de journalisten van RCIJ.
Toch is een fikse moderniseringsslag van de kleinschalige en vaak inefficiënte landbouw die een groot deel van de Roemeense landbouw nu nog kenmerkt geen slecht idee, vertelt Cristina Pocol op de lommerrijke studentencampus van de landbouwuniversiteit in Cluj-Napoca. Er is immers een enorm landbouwpotentieel in het land waar niets mee gedaan wordt; een luttele 8 procent van het totale aantal boerenbedrijven produceerde in 2011 structureel voor de markt. Pocol waakt ervoor om al te romantisch te zijn over de romantiek van het kleine boerenbestaan: “Veel kleine boeren die na de revolutie land terugkregen zijn gebruiken nu nog steeds landbouwmethoden van zestig jaar geleden. Om de concurrentieslag op de mondiale landbouwmarkt aan te kunnen, moeten de kleine familiebedrijven sterk moderniseren en waarde leren toevoegen aan de producten die ze verbouwen. Geld verdienen met alleen primaire productie kan niet meer op een wereldmarkt van miljoenen boeren.”
Pocol pleit er dan ook voor te streven naar een hybride landbouwmodel voor Roemenië, waarbinnen grootschalige exportlandbouw een plek heeft naast ecologisch georiënteerde, maar modern en marktgericht opererende familiebedrijven. Iets dat ze haar studenten op de universiteit probeert aan te leren – om ze op die manier ook weerbaarder te maken tegen buitenlandse landbouwbedrijven die achter hun grond aanzitten, zegt ze: “Industriële landbouw is leuk om geld mee te verdienen, maar grote agribusinessbedrijven nemen maximaal enkele tientallen mensen aan. Werk creëer je er dus niet mee. En het grootste deel van die producten wordt geëxporteerd waarmee de voedselsoevereiniteit van Roemenië in de problemen komt. Gelukkig hebben hier op de universiteit steeds meer jonge mensen interesse om het boerenleven weer op te pakken, dus ik denk dat die twee landbouwmodellen parallel aan elkaar een allebei een toekomst hebben in Roemenië.”
harmsen zegt
het grootcapitaal wordt almaar rijker en rijker. in de bijbel zegt datin de laatste dagen de rijken rijker zouden worden en de armen armer . aan de rijken wordt toegevoegd de armen wordt afgenomen wat ze dachten te bezitten het bewijs is er op alle manieren.
Dirk Cazemier zegt
Het kapitalisme ,zoals de Europese Unie na streeft, ontbreekt het volkomen aan het meten met een menselijke maat; een systeem, waardoor de kleine ondernemer ten ondergaat. Maar ook is het een inbreuk op de zgn westerse waarden,die wij in het westen zeggen voor te staan.
Studio zvz zegt
Mogelijk van toepassing:
Bloemlezing basisbezit.
http://www.zelfvoorziening.nl/nieuwsbrief_41.html#blo
Basisbezit en migratie.
http://www.zelfvoorziening.nl/nieuwsbrief.html
Ben Jager zegt
De problematiek van de agrarische sector is niet in en paar woorden te schetsen. Vooral in de bergen is er sprake van een moestuineconomie, dus voor eigen gebruik. Meestal oudere boeren zonder opvolging.
Percelen, en dan aaneengesloten van minder dan 10 hectare zijn en blijven onrendabel, ook als er een (beperkte) subsidie beschikbaar is. Als men dan bedenkt dat ca.30% van de beroepsbevolking werkzaam is in de landbouw is er sprake van verborgen werkeloosheid, dus is het vooral een sociaal probleem. Ik begrijp gezien het verleden dat men wantrouwig staat ten opzichte van samenwerking en toch is vrijwel de enige mogelijkheid voor kleine boeren om te overleven. De laatste jaren is er gelukkig sprake van het besef bij de Roemeense overheid dat de landbouwsector van groot belang is voor de Roemeense economie. Helaas worden zoals overal de EU subsidies opgeslokt door allerlei overbodige tussenschakels. Maar als de boeren de handen ineen slaan kunnen zij veel voor zichzelf afdwingen, ook ten aanzien van kopers van landbouwgrond.
ben Eijkelkamp zegt
het lijkt wel weer de periode van Ceausescu ook toen werden vele landbouw producten geexporteerd en werd de bevolking er niet veel beter van het lijkt nu wel weer dezelfde kant op te gaan!
Ben