De energie die geleverd wordt door windturbines is duurzaam. Maar zijn de turbines zelf dat ook? Ouderwetse windmolens waren helemaal recyclebaar.
Windturbines worden voorgesteld als een schone en duurzame bron van elektriciteit. Als we windenergie in een historische context plaatsen, zien we echter dat de technologie weliswaar steeds efficiënter wordt, maar ook steeds minder duurzaam. Ouderwetse windmolens waren volledig gemaakt uit recyclebare materialen. De torens waren gebouwd uit hout, steen of baksteen, en de wieken werden gemaakt van een houten raamwerk bedekt met canvas of houten planken, later aangevuld met metalen onderdelen. Toen de eerste windturbines verschenen aan het einde van de negentiende eeuw, bleven de gebruikte materialen dezelfde.
Het was pas met de komst van plastic wieken in de jaren 80 dat de windturbine een afvalprobleem introduceerde. Met glasvezel versterkte kunststof is onmogelijk te recyclen. Afgedankte wieken belanden daarom in de verbrandingsoven en op de stort. Omdat de meeste windturbines minder dan 25 jaar geleden werden opgesteld, is het probleem nog grotendeels in de maak. Maar schattingen op basis van de huidige groeicijfers voor windenergie voorspellen dat er tegen 2040 jaarlijks meer dan 400.000 ton plastic wieken zullen worden afgedankt.
Grotere wieken
De overgang naar plastic wieken werd gedreven door het verlangen om steeds grotere windturbines te bouwen, omdat zo de kostprijs per kilowattuur geproduceerde elektriciteit daalt. Naarmate de rotordiameter groter wordt, neemt echter ook de massa van de wieken toe, zodat er steeds lichtere materialen nodig zijn. Daarbij moeten langere wieken uit steeds stijvere materialen worden gemaakt om te verhinderen dat ze de toren raken. Als we wieken opnieuw uit recyclebare materialen willen bouwen, moeten we dus kleinere windturbines ontwerpen.
Nieuwe houtproductietechnieken maken het mogelijk om recyclebare windmolenwieken te bouwen die groter zijn dan ooit – maar niet zo groot als de wieken die we uit kunsthars kunnen maken. Dat stelt ons voor een dilemma, want het is juist de schaalvergroting die windstroom goedkoper heeft gemaakt dan fossiele stroom. Toch zijn er goede argumenten om de focus op efficiëntie en schaalvergroting in twijfel te trekken. Als we niet alleen de wieken, maar de volledige structuur van een windturbine uit hout zouden bouwen, lossen we niet alleen het afvalprobleem op, maar maken we de productie ook grotendeels onafhankelijk van fossiele brandstoffen. Daarbij kan er tussen de windturbines, ruimte die niet geschikt is als woongebied, een bos worden aangeplant dat het hout kan leveren voor de volgende generatie windmolens. Tot slot kan windstroom ondanks kleinere wieken goedkoper blijven door de prijs van fossiele stroom te verhogen.
Pieter de Jong zegt
Recycling is ook vaak downcycling. De uitdaging is danook upcycling.
Voor inspiratie zie http://www.superuse-studios.com
Dick van Zanten zegt
Deze windmolens zijn ook niet te verbranden. Je blijft dus met deze rotzooi zitten.
Inderdaad is een molen van ander materiaal de oplossing, alleen denk ik niet dat we zo’n hoge opbrengst zullen realiseren t.o.v. een kunststofmolen en ook de hoogte zal een probleem worden.