Bossen herbergen ruwweg 90 procent van de mondiale biodiversiteit. Ontbossing was dan ook een van de cruciale onderwerpen die ministers en experts bediscussieerden op de Verenigde Naties Conventie over Biodiversiteit in Korea van 6 tot 17 oktober. Zij zien echter REDD als een van de voornaamste initiatieven tegen ontbossing. Isaac Rojas, internationaal coördinator van het Bossen en Biodiversiteit programma van Friends of the Earth International, beargumenteert dat dit een zeer onverstandige keuze is. Wat volgt, is een bewerking van zijn opiniestuk voor commondreams.org. En allereerst, wat is REDD?
Wat is REDD?
REDD is een acroniem dat staat voor ‘Reducing Emissions from Deforestation and Forest Degredation’. Het achterliggende idee is dat landeigenaren in ontwikkelingslanden compensatie ontvangen voor het reduceren van emissies door ontbossing of degradatie van bossen. Die compensatie kan afkomstig zijn van een westers land of van private partijen. Dit idee werd in 2005 bij de VN voorgelegd namens de gehele Coalitie van Regenwoudnaties. In 2010 is dit voorstel bij de klimaattop in Cancun uitgebreid met het behoud en bevorderen van koolstofopslag in bossen en duurzaam bosbeheer. Dat heet REDD+.
Hoewel REDD een eenvoudig en goed idee lijkt, blijkt het in de praktijk niet altijd gunstig uit te pakken. Het is dan ook een controversieel idee binnen de klimaatgemeenschap. Zo kan onder het REDD-mechanisme een natuurlijk bos worden gekapt en elders een bosplantage worden opgericht om deze emissies te compenseren. Isaac Rojas gaat verder in op de negatieve aspecten.
Stel nu voor dat jij de taak had ontbossing tegen te gaan en klimaatverandering te bestrijden. Zou je dan beproefde methodes gebruiken? Of zou jij je geld zetten op een complexe truc die niet noodzakelijkerwijs werkt? Helaas kiezen overheden over de hele wereld voor de tweede optie door hun geld te zetten op REDD.
Tot nu toe heeft de truc niet gewerkt. Ontbossing blijft een groot milieu- en sociaal probleem en broeikasgasemissies door ontbossing nemen alsmaar toe. Vanwege de grote rol van ontbossing in klimaatverandering hebben klimaatonderhandelaars al geruime tijd een grote interesse in het lot van onze bossen.
Allereerst het goede nieuws. We weten hoe we bossen succesvol kunnen beheren: simpelweg door lokale gemeenschappen hun bossen te laten beheren op basis van traditionele kennis. Het ontbreekt echter aan politieke wil om dat op grote schaal te doen. Tot op heden vonden onze overheden het aantrekkelijker ‘forest carbon’ projecten op te zetten.
Een van de voornaamste problemen is dat we binnen REDD bossen en hun ecosysteemdiensten als een ‘commodity’ zien en dit leidt tot zeer ongewenste gevolgen. Uit de praktijk vonden we verontrustende resultaten, zoals hieronder toegelicht.
Met name rijke landeigenaren profiteren van REDD, in plaats van de lokale gemeenschappen die de bossen zo lang al beschermd hebben en wier overleving nauw verbonden is met het bos. Sterker nog, REDD trekt landrovers en fraudeurs aan. Interpol, ’s werelds grootste politie-organisatie stelde enkele jaren geleden al: “De alarmbellen rinkelen. Het potentieel voor criminaliteit is groot en dat is niet voldoende overdacht.” Zo is uit bijvoorbeeld Colombia en Papua Nieuw Guinea bekend dat ongure ‘carbon cowboys’ gemeenschappen verleiden hun rechten op het land op te geven. Sommige REDD projecten, bijvoorbeeld in Brazilië en Peru, hebben er zelfs toe geleid dat mensen van hun land zijn gezet of worden vervolgd voor het uitoefenen van traditionele vormen van landbouw. Veel van de projecten zijn doordrenkt met problemen, vooral op plaatsen waar er spanningen zijn over eigendom van het land.
Wanneer de financiering stopt, besluiten veel mensen de bomen neer te hakken, zodat ze hier extra inkomen uit kunnen halen. Dit is al voorgekomen bij projecten in Brazilië, Costa Rica, Mexico en Mozambique.
De contracten bij deze projecten zijn ingewikkeld, wat de projecten risicovol maakt voor de gemeenschappen die ervan hopen te profiteren. In Mozambique bijvoorbeeld, tekenden boeren van de N’hambita Community contracten waardoor ze zich voor 99 jaar verbonden aan het behoud van de bomen, maar de kleine vergoeding werd in zijn geheel in de eerste zeven jaar uitbetaald. Daarna was er geen inkomen meer. Veel boeren wisten niet eens dat het project langer dan zeven jaar zou duren.
REDD-projecten zijn technisch lastig en risicovol. Zo is het moeilijk te meten hoeveel koolstof er precies in een bos aanwezig is, en sommige projecten lukt het gewoonweg niet die basisinformatie boven tafel te krijgen. Zonder die data is het onmogelijk te zeggen hoeveel koolstof wordt behouden. Nog onmogelijker echter is het om te garanderen dat de bomen gedurende het hele project blijven staan, vanwege de kans op bosbranden en illegaal kappen. En natuurlijk is het niet makkelijk aan te geven wat met het bos gebeurd zou zijn als het project nooit had plaatsgevonden.
REDD stimuleert de overheden enorm om de hoeveelheid bos die anders zou zijn neergehaald te overschatten, zodat het inkomen dat ze aan ‘vermeden ontbossing’ kunnen verdienen, kan worden gemaximaliseerd. Er is bewijs dat dit zeker gebeurt, bijvoorbeeld in Congo, Indonesië en Papua Nieuw Guinea. De gevolgen hiervan zijn van groot belang voor de strijd tegen klimaatverandering.
Geïndustrialiseerde landen kunnen op dit moment ‘credits’ kopen voor emissies die worden gemitigeerd in REDD projecten en zo argumenteren dat ze hun eigen emissies reduceren. Als dit trucje niet bestond, zou het overduidelijk zijn dat deze landen falen met het terugdringen van emissies. En nog schokkender, onder REDD+ (een nieuwere versie van REDD) tellen monoculturen van palmbomen als ‘bossen’. Zo is het onder REDD mogelijk dat biodiverse natuurlijke bossen worden vervangen door soortenarme plantages die doorlopend worden bespoten met herbiciden en pesticiden. Deze grootschalige monoculturen bieden niets aan lokale gemeenschappen.
Gelukkig beginnen sommige overheden en investeerders al REDD te heroverwegen, nu het aantal dure en mislukte projecten begint te groeien. Dat zou fantastisch zijn. Onze casestudies en het groeiende wetenschappelijke bewijs laten zien dat hoe meer lokale gemeenschappen betrokken zijn in het beheer van bossen, hoe succesvoller bossen worden behouden. Overheden moeten zich dringend richten op deze win-win situatie die ten goede komt aan bossen en de mensen die er leven.
Bovendien, geïndustrialiseerde landen moeten een oprechte inspanning maken om hun overconsumptie van hout, papierpulp en houtvezels en gewassen als palmolie en soja terug te dringen en niet te vergeten de consumptie van goud, koper en aluminium. Tegelijkertijd moeten diezelfde landen hun koolstofemissies in eigen land terugdringen, zonder nepoplossingen als REDD. Zonder onmiddellijke actie wordt klimaatverandering alleen maar erger en kan een gevaarlijk keerpunt sneller dan ons lief is, worden bereikt.
T zegt
Beste Manuel, ik mis een alternatief, wat werkt dan wel? Niks doen is geen optie. Er lijkt op alles een voordeel en een nadeel te zijn als het gaat om CO2 compensatie..