Tegen 2050 zit er meer plastic dan vis in de oceaan. Volgens de industrie kunnen bioplastics dat probleem helpen oplossen. Maar daar zitten nogal wat haken en ogen aan: “Biologisch geproduceerd plastic is niet automatisch biologisch afbreekbaar. En niet alle plastic die op de composthoop kan, is volledig plantaardig.” Over duur netwerken, stilletjes investeren in fossiel en legoblokken van suikerriet.
Leven zonder plastic is voor de moderne mens eigenlijk niet meer voor te stellen. De meest uiteenlopende dagelijkse gebruiksvoorwerpen, van aanstekers en afwasteiltjes tot aan laptops, bestaan grotendeels uit allerlei soorten plastic. In schoonmaakmiddelen, deodorant en tandpasta zitten microplastics verwerkt. En we gebruiken grote hoeveelheden plastic verpakkingen om ons voedsel vers te houden.
Sinds de jaren veertig heeft de wereld 8,3 miljard ton plastic geconsumeerd. Het spul is spotgoedkoop en niet stuk te krijgen. Maar juist daaraan kleeft ook een levensgroot nadeel: alle colaflessen, yoghurtkuipjes, boterhamzakjes, tandenborstels en rietjes die niet in de verbrandingsoven zijn verdwenen, zwerven nog steeds ergens op aarde rond. Plastic ontpopt zich tot een probleem van planetaire proporties. Het komt als zwerfafval in rivieren terecht en valt uit elkaar in triljoenen kleine deeltjes. Onder invloed van oceaanstromingen ontstaan uiteindelijk gigantische plasticophopingen midden op zee. Oceaanvissen zien die plastic soep aan voor plankton en eten het op. Grotere stukken hard plastic afval verstrikken schildpadden, vervuilen koraalriffen en worden regelmatig teruggevonden in de magen van vogels of grotere zeedieren. De plastic boterhamzakjes waar ooit ons ontbijt in zat, verspreiden zich zo stilaan door de hele mariene voedselketen. Een groeiende groep bedrijven claimt echter een slimme oplossing te hebben voor die op ons af stormende plasticcrisis: biologisch plastic. Kunnen composteerbare frietbakjes en legoblokken van suikerriet onze oceanen redden?
Oplossing
‘Bioplastic’ is een – licht verwarrend – containerbegrip waar allerlei verschillende nieuwe kunststoffen onder vallen die niet per definitie iets met elkaar te maken hebben. Sommige bioplastics zijn plantaardig, andere soorten zijn dat niet. Er wordt bioplastic gemaakt van maïs, suikerriet of met behulp van eiwitten. En hoewel de naam anders doet vermoeden, zijn lang niet al die bioplastics biologisch afbreekbaar, vertelt Constance Issbrückner van brancheorganisatie European Bioplastics e.V. “Onze industrietak is nog nieuw en daardoor ook divers. Sommige ondernemers richten zich op het ontwikkelen van producten die je maakt uit biomassa om op die manier minder afhankelijk te worden van olie. Anderen onderzoeken weer hoe je plastic composteerbaar kunt maken. Maar biologisch geproduceerd plastic is niet automatisch biologisch afbreekbaar. En niet alle plastic die op de composthoop kan, is volledig plantaardig.”
Ik spreek Issbrückner op de jaarlijkse bijeenkomst van European Bioplastics, in het chique Maritim proArte Hotel in hartje Berlijn. De historische Brandenburger Tor ligt om de hoek, taxi’s rijden af en aan. Cateringmedewerkers zetten lange tafels vol met gebraden varkensvlees en aardappelsalade. Toegangskaartjes kosten tussen de achthonderd en vijftienhonderd euro. Er klotst kennelijk behoorlijk wat geld tegen de plinten in de jonge industrietak. Van China tot Brazilië investeren kleine ondernemers en megamultinationals steeds grotere bedragen in de ontwikkeling van plantaardige en afbreekbare plastics.
Toch is het totaalaandeel biologisch plastic nog maar 1 procent van de wereldwijde kunststofproductie. Volgens onderzoekers van Wageningen Universiteit kan dat in 2020 doorgroeien tot 2,5 procent. Nog steeds niet heel veel, geeft Issbrückner toe: “Sommige fabrikanten van bioplastic hebben stilletjes een flink deel van hun kapitaal geïnvesteerd in de fossiele industrie. Voor het geval dat bioplastic geen succes wordt. Aan de andere kant investeren bijna alle grote oliebedrijven in de ontwikkeling van bioplastic. Zij weten donders goed dat het fossiele tijdperk ooit zal eindigen. Uiteindelijk is voor iedereen hier het realiseren van een circulaire economie het einddoel.”
Botsende belangen
De ontwikkeling van die circulaire economie zal het plasticprobleem op zee oplossen, claimt de industrie. Twee dagen lang wordt er in het dure Berlijnse hotel druk genetwerkt, gemaild, overleg gepleegd en getelefoneerd. Een bedrijf uit Bangkok prijst eetgerei gemaakt van tapiocameel aan. Een onderneming verwerkt suikerbieten tot een pulp waarvan bioplastic wordt gemaakt. Biotechnologische giganten als Monsanto en Syngenta weten zich vertegenwoordigd door lobbyorganisatie EuropaBio. Bij de ingang wordt zeep van koffieprut en sinaasappelschillen (zonder microplastics) uitgedeeld. Hoofdsponsor van de jaarlijkse conferentie is de Franse oliemultinational Total – niet direct het toonbeeld van een duurzame economie. Hoe de circulaire economie exact gerealiseerd moet worden, daar is de sector nog niet over uit.
“Natuurlijk zijn er botsende belangen”, verdedigt Issbrückner zich. Duurzaam plastic produceren kan te maken hebben met het terugdringen van olieafhankelijkheid maar ook met hergebruik van plantaardige reststoffen, legt ze uit. Of juist alleen met het verbeteren van de afbreekbaarheid van plastic. “Iemand die composteerbare plastic zakjes produceert heeft andere doelen dan een fabrikant van tassen uit biomassa die gericht zijn op een zo lang mogelijke levensduur. Dat maakt deze sector zo divers en interessant. Ik kan het alleen maar toejuichen dat een groot bedrijf als Total alvast is begonnen met de ontwikkeling van duurzame alternatieven voor regulier plastic.”
Legoblokken
Op een grijs bedrijventerrein aan de uiterste noordrand van de Limburgse gemeente Venlo schenkt Steven van Bommel een kop koffie in. Hij is directeur van speelgoedbedrijf BioBuddi en gaf tijdens de brancheconferentie in Berlijn een goed ontvangen toespraak. Sinds september vorig jaar maakt BioBuddi zijn lego namelijk van Braziliaans suikerriet. “Ik zit al jaren in de speelgoedproductie. Toen mijn dochter me vroeg waarom ik daar aardolie voor gebruikte, ben ik bij mezelf te rade gegaan”, legt Van Bommel uit. “Overheden wereldwijd doen niet voldoende om de economie te verduurzamen, dus moeten ondernemers zelf verantwoordelijkheid nemen. Als klein Venloos bedrijf kunnen wij zo’n stap gemakkelijker zetten dan een multinational als LEGO, omdat ik geen rekening hoef te houden met ondernemingsraden of kwartaalcijfers en dus meer ruimte heb om te experimenteren.”
Op tafel staat een kleurrijk bouwwerk van legoblokken. Het spul is flexibeler dan de klassieke lego waarmee ikzelf ben opgegroeid. Tegen de wand staan dozen tot aan het plafond opgestapeld. Alle kleurigheid geeft het verder strak ingerichte kantoor de sfeer van een speelgoedwinkel. “De meeste verf is nog op olie gebaseerd”, vertelt Van Bommel. “Dat is een belangrijke reden waarom ik niet honderd procent plantaardig kan produceren. Ik kan natuurlijk moeilijk lego op de markt brengen dat geen mooie kleurtjes heeft.” Desalniettemin is het lastig te geloven dat dit speelgoed ooit suikerriet was. “Résten van suikerriet”, corrigeert Van Bommel me direct. “Er wordt nergens nieuw suikerriet aangeplant voor ons speelgoed. Deze lego wordt gemaakt van de korstresten die na de suikerrietoogst achterblijven. Normaal gesproken verdwijnt dat spul linea recta in de verbrandingsoven. Maar wij hebben een Braziliaanse onderneming gevonden die het verwerkt tot een soort pulp. Wij importeren die en maken er plastic van.”
Recyclen
Van Bommel staat aan het eind van een lange ontwikkeling van kunststof uit aardolie. De eerste experimenten met kunststofproductie stammen uit de negentiende eeuw. In 1907 ontdekte bandenfabrikant Charles Goodyear dat rubber door toevoeging van kunststof kwalitatief verbeterd kan worden. De introductie van de goedkope T-Ford een jaar later zorgde voor een explosieve stijging in de vraag naar auto’s en autobanden. De dan nog relatief nieuwe en op goedkope olie gebaseerde kunststoffen verspreiden zich pas echt als een olievlek als na de Tweede Wereldoorlog chemiereuzen als BASF, Dow Chemical en – in Nederland – DSM grootschalig plastic beginnen te produceren. In 1973 introduceert het Amerikaanse bedrijf DuPont vervolgens de nu welbekende PET-fles en zorgt er zo in één klap voor dat alle verpakkingen voor cosmetica, vloeibare zepen, schoonmaakmiddelen en frisdrank voortaan spotgoedkoop geproduceerd kunnen worden. Sindsdien is de wereldwijde plasticconsumptie geëxplodeerd. De helft van al dat plastic hebben we met zijn allen in de afgelopen dertien jaar gebruikt.
Het aantal verschillende kunststoffen is met het aantal toepassingen mee verveelvoudigd. In veel gevallen worden verschillende plastics door elkaar gebruikt, wat grote problemen oplevert bij de recycling. Op dit moment wordt dan ook maar een klein percentage van alle plastics hergebruikt. In Europa ligt dat percentage rond de 30 procent. In China is dat 25 en in de Verenigde Staten een luttele 9 procent. Meestal is het simpelweg verbranden van plastics een stuk goedkoper dan verzamelen, scheiden en recyclen. Een circulaire economie gebaseerd op conventioneel plastic is dan ook nog heel ver weg.
De claim dat plastic met een groene herkomst ook maar iets gaat oplossen aan de plasticsoep op zee is daarom op zijn zachtst gezegd discutabel. Toch is het wel degelijk belangrijk om de ontwikkeling van bioplastics te stimuleren, haast Dalm zich te zeggen: “Er zit heel veel potentie in de ontwikkeling van biologische kunststoffen. Vooral aan de productiekant zitten grote voordelen wat betreft besparingen op fossiele brandstoffen en verduurzamen van productieprocessen. Verpakkingen produceren op basis van aardappelzetmeel of maïsafval is helemaal niet zoveel duurder dan fossiel plastic. Helaas willen veel bedrijven nog steeds vooral hun productiekosten zo laag mogelijk houden, en kiezen ze alsnog voor conventionele plastics. Terwijl een broodje kaas in een organische verpakking de consument maar twee cent meer kost.”
Wegwerpproducten
De suikerrietlego van BioBuddi is inmiddels verkrijgbaar in de meeste grote Nederlandse speelgoedwinkels. Binnenkort is zijn speelgoed ook verkrijgbaar in Zwitserland, Frankrijk, Canada, Rusland en zelfs China, vertelt Van Bommel tevreden. Maar ondanks de grootse plannen van Van Bommel is het totaalaandeel biologische plastic op wereldschaal vooralsnog verwaarloosbaar. Zolang de olie niet opeens vreselijk duur wordt zal fossiele plastic de komende jaren dan ook goedkoper blijven dan biologische, bevestigt de Venlose ondernemer: “Consumenten zijn steeds meer bereid tot verandering. Dat merk je bijvoorbeeld aan het groeiend aantal biologische supermarkten. Maar zolang ons economische systeem beheerst wordt door prijsvechters die zo goedkoop mogelijk zo groot mogelijke volumes willen omzetten, blijft het lastig concurreren voor ondernemers die echt willen verduurzamen.”
Maar zelfs als – wél goed afbreekbare – bioplastic fossiel plastic zou weten te verdringen, dan zal dat alleen al vanwege het volume waarschijnlijk niet voldoende zijn om het mariene ecosysteem van de ondergang te redden. Daarvoor zal de plasticconsumptie in zijn geheel drastisch omlaag moeten, benadrukt Dalm. Driekwart van alle plastic wordt maar één keer gebruikt en daarna direct weggegooid, rekenden plasticonderzoekers medio 2017 voor in het Amerikaanse magazine Science Advances. We moeten ons plasticgebruik dus grondig onder de loep nemen; waar het wel en vooral waar het eigenlijk níet nodig is.
Een grootschalige en ondoordachte omslag van fossiele naar plantaardige plasticproductie kan nare bijeffecten hebben. Dalm: “We leven in een 24-uurseconomie die erop is toegesneden dat alles altijd beschikbaar is. De onnodige wegwerpproducten die daar op dit moment bij schijnen te horen, moeten we kritisch bekijken. Een beschadigde komkommer weggooien heeft bijvoorbeeld een nadeliger milieueffect dan het kleine beetje plastic dat nodig is tijdens het vervoer. Maar voor veel andere producten in de supermarkt gaat dat niet op.” Daarnaast kan een plotselinge opschaling van de bioplasticproductie gevaarlijk veel druk leggen op de wereldwijd beschikbare hoeveelheid landbouwgrond, waarschuwt Dalm: “Een gewas als suikerriet wordt op dit moment al gebruikt voor voedselproductie, brandstof én als grondstof voor plastic. Als we nu opeens besluiten om alle plastic die we nu gebruiken van suikerriet te maken, ontstaan er weer heel nieuwe problemen. Dan moeten we alsnog het regenwoud kappen om genoeg landbouwgrond vrij te maken.”
Plasticverboden
Enkele Afrikaanse landen lopen voorop in de strijd tegen plasticvervuiling. Rwanda verbood het gebruik van plastic tassen in 2008 al en Kenia volgde afgelopen jaar met een verbod op de import en productie van wegwerpplastic. In Brussel wordt er ondertussen langzaam gesleuteld aan een Europees verbod op microplastics in cosmetica en onlangs maakte de Europese Commissie bekend een belasting op plastic te overwegen.
Toch meent Issbrückner, van de brancheorganisatie voor bioplastic, dat plasticverboden of andere dwingende overheidsmaatregelen om plasticconsumptie terug te dringen eigenlijk onnodig zijn. Technisch gezien is het mogelijk om de 50 miljoen kilo plastic die Europa nu jaarlijks consumeert voor meer dan driekwart uit biomassa te produceren, rekent ze voor. “Zeg nou zelf, legoblokken maken van suikerriet in plaats van die vieze aardolie. Dat is toch een fantastisch idee? Het is zaak om zoveel mogelijk expertise samen te brengen en plastics zo duurzaam mogelijk te produceren. Ik weet bijvoorbeeld dat er enzymen in ontwikkeling zijn die colaflessen om kunnen zetten in volledig biologisch afbreekbaar materiaal. Op die manier kunnen we in de toekomst wél flessen produceren die volledig afbreekbaar zijn en dus niet in zee terechtkomen.” Daarin liggen grote kansen voor ondernemers, zegt ze, want onze beschaving heeft al dat plastic nodig. Achter haar hangt een imposant spandoek van Total. “En een plasticverbod is praktisch onmogelijk”, lacht Issbrückner vol ongeloof. “Zonder plastic zouden we allemaal onze levensstijl heel drastisch moeten omgooien.”
Pim zegt
Uit onderzoek blijkt dat als de consumpten gaan werken met bio afbreekbare kunststoffen ze veel meer in het milieu gooien omdat de gedachte is van consumpten dat het toch verteerd. Dus wordt de plastic soep alleen maar erger ipv minder.
Overigens zijn 5 aziatische landen voor 80% plastic in de rivieren en zeeen.
De mens zal bewuster om moeten gaan met plastic het is een grondstof, brandstof en kan recycled worden!
Marc Philibert zegt
Bovenstaand artikel is dan ook “weeral” een schoolvoorbeeld van “de onkunde en de over-gelobbyde politiek”.
Bioplastics … volgens mij … een noemer die inhoud dat “plastics” bio zijn op het gebied van “grondstof” en op het gebied van “recyclage” en laten we er bijkomend ook “de productie ervan” bijzetten … dat zijn dan de bioplastics.
Blijkt uit bovenstaand artikel er onder “de slimme mensen” nogal verwarring te ontstaan.
Voor de ene is … ze moeten bio zijn op het gebied van recyclage.
Voor de andere … op het gebied van grondstof.
Voor nog andere … op het gebied van productie.
NIET echt een duidelijk gemeenschappelijk standpunt dus.
Net hier van de week zoiets gelijkaardigs meegemaakt in de krantenwinkel.
Vanaf dit jaar, of in de loop van dit jaar, wordt het in België VERBODEN om nog “wegwerp” plastic zakjes te gebruiken.
Wel was ik dan stomverbaasd wat het alternatief ervan was … JUIST ja … U hebt het goed geraden … een PLASTIC NIET-WEGWERP zak ????????
Met het verschil dat je voor deze NIET-WEGWERP plastic zak MOET BETALEN … is er GEEN VERSCHIL … en kun je hem toch alsnog “wegwerpen” … ?????!!!!!!
Mij ontgaat hier volledig alle logica … verdeel toch terug de papieren zakken, liefst die bruine ongebleekte … en dan al zeker in een krantenwinkel waar PAPIER toch tot de dagdagelijkse te verhandelen producten hoort … !!!!
En @ biobuddies … maak Uw blokken van hout … hier in België of Nederland een boompje gepland, boompje laten groeien, boompje omhakken … AI AI AI … daar komen de “ANTI BOOM OMHAK groeppies weeral aan … Ah ja je kan beter, die “restafval-pulp” dan met zo een ERNSTIG milieubelastende oceaanreus(boot aangedreven dmv zware fuel, die dan ook nog eens gemixt is met allerlei CHEMISCHE afval) naar hier te laten brengen. Om dan te spreken over BIO … FOEI, FOEI, U zou beter moeten weten … ik weet “het” alvast beter dan U “ik koop zoiets niet”.
Een bijkomend VOORDEEL is dat de grondstof het milieu ten goede komt tijdens het groeiproces en dat alles hier intern wordt gehouden. Ik bedoel daarmee dat het geld dat U betaald voor de grondstof NIET naar Brazilië gaat maar in Nederland blijft en daar vervolgens wordt geconsumeerd en niet in Brazilië … niets anders dan een win-win situatie … en géén super vervuilende oceaanreus meer nodig …
claudia zegt
We zullen het aantal mensen dat zich uitbreidt moeten beperken om het echte probleem aan te pakken. We zijn met teveel.