Vergeet windmolens en kerncentrales. Aardgas besparen doe je thuis, op kantoor of in de fabriek waar je werkt. Meer dan de helft van ons aardgas wordt gebruikt om gebouwen te verwarmen. Daarom, in onze aardgasreeks: hoe maak je gebouwen aardgasvrij?
Het aardgasvrij maken van gebouwen is natuurlijk het makkelijkst in een nieuw gebouw. Steeds meer nieuwe huizen en kantoren zijn aardgasvrij, en in het Energieakkoord is afgesproken om vanaf 2020 huizen energieneutraal te maken.
Waarom we zes jaar moeten wachten op iets dat nu al de norm zou kunnen zijn is een raadsel. Op tal van plekken staan al energieneutrale, aardgasvrije gebouwen. Van het strobouw wooncomplex Iewan in Nijmegen tot het hightech internationale hoofdkantoor van TNT in Hoofddorp. En het recept is bijna overal hetzelfde. Stevig isoleren, op de zon bouwen, overtollige warmte van de zomer ondergronds opslaan voor gebruik in de winter of een warmtepomp, en zonnepanelen op het gebouw. Dergelijke gebouwen zijn duurder, maar hebben geen energierekening. En dat betekent over het algemeen dat het op de langere termijn rendabel is.
Het probleem is alleen dat de projectontwikkelaar die een nieuw kantoorgebouw of huis neerzet dat nog steeds aardgas nodig heeft (wonderbaarlijk, maar het gebeurt), geen last heeft van de energierekening. En veel kopers denken alleen na over de aankoopprijs. Zodra hypotheekverstrekkers ook de energierekening mee gaan nemen in het financieren van nieuwe gebouwen, en de overheid stopt met het aanleggen van een gasnet op nieuwbouwlocaties kan alle nieuwbouw aardgasvrij zijn.
Bestaande gebouwen
Er worden alleen steeds minder nieuwe gebouwen neergezet. De grote uitdaging ligt in het aardgasvrij maken van bestaande gebouwen. In hetzelfde Energieakkoord zijn plannen gemaakt om 300 duizend woningen per jaar minder aardgas te laten gebruiken, tot aan 2023 111 duizend huurhuizen energieneutraal te maken, en huiseigenaren met goedkopere leningen te verleiden hun huis energiezuiniger te maken. In totaal zou dat 12 petajoule aan besparing op kunnen leveren, mocht het lukken om alle afspraken ook uit te voeren.
Een enorme gemiste kans is dat er in het Energieakkoord bijna geen afspraken gemaakt zijn over zorginstellingen, kantoren en bedrijfshallen. Volgens ECN is daar 28 petajoule energiebesparing mogelijk.
Huurhuizen
Op dit moment worden er bij lange na geen 300 duizend huurwoningen per jaar beter geïsoleerd. Maar dat is niet perse een probleem zegt Jan Willem van de Groep van innovatieprogramma Energiesprong. Een huurhuis geef je eens in de 30 jaar een grondige renovatie. Als je het nu half doet, remt dat de stap die we echt moeten maken naar huizen zonder energienota. Je hebt dan minder huizen nodig om toch je doel te halen, want zo’n huis bespaart vijf keer zoveel als een woning met B-label.
Een aantal bouwbedrijven en de woningbouwcoöperaties hebben de handen ineen geslagen om 111 duizend huurhuizen gasvrij te maken, zonder dat het de huurder meer geld kost. En als klap op de vuurpijl ook nog een comfortabelere woning oplevert. De bouwbedrijven zijn ervan overtuigd dat het kan door dat grootschalig aan te pakken. We hebben tussen 1960 en 1980 een beperkt aantal types huurhuizen gebouwd, en dus kun je fabrieksmatig (en dus goedkoop) een schil maken die je om die huizen heen kan leggen om ze beter te isoleren en te voorzien van zonnepanelen. Een warmtepomp en vloerverwarming vervangt de CV installatie. De eerste experimentele woningen van dit type zijn al gebouwd.
“De business case voor woningcoöperaties is er, en is zelfs beter dan woningen alleen maar opknappen naar energielabel B. Woningcoöperaties kunnen er zelfs geld op verdienen”, stelt Jan Willem van de Groep enthousiast. Woningbouwcoöperaties kunnen deze dure renovatie financieren door de energierekening van de huurder over te nemen. Hoe meer energie bespaard wordt, hoe meer geld er bespaard wordt die in een renovatie geïnvesteerd kan worden.
Verhuurdersheffing
Er zijn twee grote barrières die een nog grootschaliger uitrol tegenhouden. Dat is op de allereerste plaats de verhuurdersheffing. Deze belastingmaatregel van 1,7 miljard euro maakt het voor woningbouwcoöperaties lastig om de grote investeringen te doen die nodig zijn. Jaap van Leeuwen van de Woonbond: “Ik zie dat alles op de rem is gegaan. Nieuwbouw, renovaties, onderhoud, omdat woningbouwcoöperaties de verhuurdersheffing moeten opbrengen.”
Van de Groep gelooft er niet zo in. “Het kan nu al uit, de verhuurdersheffing wordt meer als een excuus gebruikt.” Is er hier een uitruil mogelijk? Schaf de verhuurdersheffing af in ruil voor meer energieneutrale renovaties?
Een andere barrière is de terechte zorg van huurders dat zij na renovatie een hogere huur moeten betalen. Vn Leeuwen: “Een aantal jaren geleden was dat makkelijker. Toen steeg de gasprijs met 7 procent per jaar en was het een makkelijke rekensom. Nu zijn veel huurders er niet van overtuigd dat meer huur betalen voor een renovatie zich uitbetaalt met een lagere energierekening.”
Dat is vooral een probleem voor mensen met een laag inkomen die nu veelal in warmte lekkende huurhuisjes zitten. Zeker 30 procent van de huurders heeft moeite zijn huur te betalen. Woningbouwcoöperaties renoveren dan ook vaak met de gedachte dat er bij een volgende huurder wel een forse huurverhoging gevraagd kan worden. De angst van woningbouwcoöperaties dat huurders in een zuinig huis meer energie gaan gebruiken is ongegrond. Jaap van Leeuwen: “De Woonbond houdt dat bij voor een aantal projecten, en we zien het niet gebeuren.”
Koophuizen
Voor koopwoningen is na het falen van het verplichte energielabel geen degelijk nieuw beleid teruggekomen. Vaak is hier renovatie duurder omdat het huis voor huis gebeurt. Er is voor ongeveer 600 miljoen aan goedkope leningen beschikbaar voor investeringen maar voor de rest moeten huiseigenaren het vooral zelf uitzoeken. Met de huidige afspraken kan er daardoor 3 petajoule besparing gehaald worden.
Allerlei organisaties moeten veel werk verzetten om huizenbezitters over te halen vrijwillig iets aan hun huis te doen. Doorgaans komen mensen pas in beweging als er naast een wortel ook een stok is. Bijvoorbeeld een verplichting om bij aankoop van een woning te investeren in het naar een hoger energielabel tillen, vergelijkbaar met een schone grondverklaring. Wie nu op Funda rondkijkt ziet dat de meeste huizen zonder informatie over hun energiegebruik te koop worden aangeboden.
Bedrijfsgebouwen
Het vreemdste is dat er amper ingezet wordt op het binnenhalen van de 28 petajoule aan besparing die te boeken zijn in fabrieken, kantoren, scholen en zorginstellingen. Er zijn wat goedbedoelende initiatieven en proefprojectjes, maar het mist volledig aan ambitie en stokken achter de deur. Van de Groep: “In de woningbouw is energie geld. Maar in bijvoorbeeld een kantoor is het een productiemiddel. Dus moet je eigenaren of gebruikers van een pand er vooral van overtuigen dat het een beter werkklimaat en een gezondere werkomgeving oplevert.” En een bedrijf dat niet failliet gaat aan een te hoge energierekening.
Het simpelst zou zijn het handhaven van de Wet Milieubeheer die bedrijven verplicht tot elke investering in energiebesparing die zich binnen vijf jaar uitbetaalt. Het is nog wachten op de eerste krantenberichten over controleurs die kantoorpanden binnen vallen. In dat geval zullen bouwbedrijven overspoeld worden met opdrachten voor verduurzaming. En welke milieuorganisatie en vakbond slaan de handen ineen om via de werkvloer deze investeringen af te dwingen?
Er zijn steeds meer bedrijven die door hebben hoe makkelijk dat is, en die het energiebeheer van hele gebouwen over nemen. Hun verdienmodel zit hem in de aanname dat investeren in energiebesparing uit kan. Als de afnemers van deze service dezelfde energierekening blijven betalen dan is er winst te halen uit het verminderen van het energiegebruik.
Algemene hindernissen
Deze ontwikkelingen gaan een grote vlucht nemen en het kan sneller als een aantal hindernissen wordt opgeruimd. De grootste hinderpalen zijn het ministerie van Financiën en de Belastingdienst. Huizen en kantoren die grotendeels hun eigen energie opwekken nemen geen of minder stroom of gas af van een bedrijf, en betalen dus minder belasting. En een derde van onze belastinginkomsten is direct of indirect afkomstig van de belasting op fossiele brandstof. Zodra huizen een fors deel van hun energie zelf gaan opwekken ondergraaft dat de inkomsten van de overheid. Over energie die je zelf opwekt en gebruikt betaal je geen belasting. Nu trapt het ministerie uit angst om inkomsten te verliezen nog aan de rem, maar het zou eigenlijk op zoek moeten gaan naar een ander ‘verdienmodel’ voor de BV Nederland.
De Belastingdienst is ook een hinderpaal bij het energieneutraal maken van bestaande gebouwen die niet volledig in hun eigen energie kunnen voorzien. Is het technisch slimmer om die zonnepanelen niet op je eigen dak maar op een wijkgebouw of school in je straat te leggen, dan komt opeens de Belastingdienst en eist BTW. Het is alsof de Belastingdienst controleert of dat zelfverbouwde kropje sla uit je achtertuin of uit je volkstuin komt. En in het laatste geval BTW wil heffen. Daarmee bestraft de belastingdienst een aanpak die door samenwerking in de buurt hele wijken energieneutraal kan maken.
Een ander obstakel is de grootverbruikerskorting, die veel van de grotere energiegebruikers een belastingkorting geeft op stroom en gas. Veel investeringen die nu al uitkunnen voor huizenbezitters lonen daardoor nog niet in een bedrijf of instelling.
Tenslotte is er een wereld te winnen met een cultuuromslag. Moet die CV echt op 22 graden of trek je eerst een vest aan? En waarom niet alleen je huiskamer verwarmen? Moeten we echt elke uithoek van ons huis en ook nog onze tuinen de hele nacht laten baden in het licht? Waarom staan ’s nachts in zoveel kantoren nog overal lichten en monitors aan?
roland zegt
Goed punt, in niet woongebouwen, bij scholen, cultuur instellingen, overheidsgebouwen, onderwijsgebouwen … is heel wat energiebesparing mogelijk, niet alleen bij gas, maar steeds meer bij stroomverbruik. Vervangen we (een deel van) het gasverbruik door (kolen)stroom dan schieten we niet echt op.
Waarom die nadruk op aardgasvrij en weinig aandacht voor de lage grootverbruikersprijs? Die lage gas-en stroomprijs maakt de inzet van de Wet Milieubeheer met de terugverdientijd van 5 jaar niet gemakkelijk. “wachten op de eerste krantenberichten over controleurs die kantoorpanden binnen vallen.” is nogal eenzijdig. Elke verhoging van de grootverbruikersprijs geeft meer mogelijkheden voor de Wet Milieubeheer.
Natuurlijk moet de overheid beginnen bij de eigen panden en die van gesubsidieerde instellingen voor cultuur, sport, onderwijs … Ook dat mis ik.
Moeilijker zijn de zakelijke panden waar de energiekosten niet echt tellen, zoals dure winkel- of kantoorpanden. Daar kan een goede publicatieplicht van het energieverbruik helpen. Belangrijke stroomvreter in dergelijke panden is koeling. Daar lees je nauwelijks over, terwijl juist daar aanzienlijke besparingen mogelijk zijn, zoals met omschakeling naar een iets hogere temperatuur, waardoor veel minder gekoeld hoeft te worden.
Frits W. van Dijk zegt
Als je met een schone lei kunt beginnen, kan ik me als TU-ingenieur van alles voorstellen hoe je een energieneutraal gebouw neer kunt zetten. Maar hoe moet het met de ca. 7.000.000 bestaande woningen? Stel je hebt een redelijk geïsoleerd huis uit 1980, met een HR-combiketel van 25 kW. Vertel het maar hoe je dat eenvoudig aanpakt. “NL in 2050 aardgasvrij” is een raar verhaal. Aardgas is om allerlei redenen de ideale overgangs-energiebron tot het eind van deze eeuw. (Schoner dan kolen en olie) Dat geeft ons alle tijd voor het uit-ontwikkelen van b.v. de schone kernfusiecentrales. En veel meer tijd om al die ombouw te plegen. Ik zal 2050 niet meemaken, maar ben er zeker van dat ‘aardgasvrij’ een wensdroom is.