Als rasechte Arnhemmer koester ik een speciale band met de Rijn. Ieder seizoen heeft zo zijn charmes. De lokale natuur biedt comfort én ongemakken. Op zomerse dagen blijf je botsen tegen een muur van warmte. Als het regent, dan waait de wind net iets harder over de Rijn. Noem het gerust een duwtje in de rug of ach, een boodschap van voren om te vertragen in onze haastige tijd.
In de winter van 1995 heerste er in mijn toenmalige wijk Arnhem Zuid lichte paniek. Als ik zoek naar nieuwsberichten, lees ik over een evacuatie van 250 duizend inwoners uit Rivierenland. De uiterwaarden waren volgelopen. Ik moest thuisblijven van school en logeerde met mijn zusje een week bij oma. Wanneer ik dit schrijf, is de hoogwatersituatie in Nederland opnieuw zorgelijk. Dat is ons lot, als inwoners van een land waarvan een kwart onder zeeniveau ligt. De afgelopen jaren zijn opvallend veel boeken verschenen met water als onderwerp. Zullen we er eens in duiken?
In allen een boodschapper
In Jona zonder walvis (2022) bezoekt Mounir Samuel gebieden “van de woestijn naar de polder, van de Nijl naar de Noordzee, van water dat land werd naar ons land dat onder water dreigt te verdwijnen”. Hij maakte ook een papieren reis door stapels publicaties. Naast de feitelijkheden loopt er een aangename persoonlijke rode draad door het boek. Het begint met een jeugdherinnering aan een vakantie in de Franse Dordogne. Wanneer zijn ouders een specifieke plek kiezen om de familietent op te zetten, voorziet de 8-jarige Mounir problemen: als het gaat regenen, loopt juist die plek onder water. Later die nacht barst inderdaad het onweer los en krijgt hij gelijk: de familie moet vluchten naar de auto. De volgende ochtend zou duidelijk worden dat de bliksem op verschillende plaatsen was ingeslagen. Drie mensen overleefden de nacht niet.
Jona zonder walvis ontleent zijn naam aan het Bijbelse verhaal waarin Jona een goddelijke opdracht krijgt om de inwoners van Nineve te waarschuwen. Hun stad zal binnen 40 dagen worden vernietigd. Jona probeert eerst te ontsnappen aan die verantwoordelijkheid, maar redt uiteindelijk toch de bewoners van Nineve. Mounirs boek is niet voor niets doorspekt met verwijzingen naar Jona. Ook Mounir neemt zijn verantwoordelijkheid door ons te informeren, maar in onze tijd volstaat een alarmerende boodschap niet meer. Hij gaat dan ook een stap verder door bijvoorbeeld de politiek te benaderen, in samenwerking met een Nationaal Actiecomité Klimaat, met een pakket acute en concrete maatregelen.
Eigenwijs water
Eva Meijer blijft dichter bij huis met Zee Nu (2022). In de roman staat Nederland centraal. De zee trekt vanaf de eerste pagina’s steeds verder ons land in en wordt zelfs opgevoerd als een karakter: “De zee denkt en voelt niet, tenminste niet op een manier die de mensen zodanig kunnen herkennen, met hun denken en voelen, dat noodzakelijkerwijze beperkt is want gebonden aan hun fysieke gesteldheid en voorstellingsvermogen.” De originaliteit van Eva is ongeëvenaard, naast de ongemakkelijke confrontatie met een Nederland onder water is er ook ruimte voor loyaliteit en moed. En op de laatste pagina’s toont de zee een zwaar staaltje denkwerk.
Zee Nu bracht mij tot een nieuw inzicht over het denken van de zee. Als de zee denkt, dan kunnen wij slechts volgen. De zee denkt door te doen. Door nieuwe vormen aan te nemen, door alsmaar weer grenzen te verleggen die dieper en verder liggen. We kunnen wel zeggen dat wij de zee aan het denken zetten. We negeren de signalen die leiden tot de verdere opwarming van de aarde en veroorzaken zo een steeds dieper denkende zee.
Strijd met water
In het essay Het water komt (2020) onderzocht Rutger Bregman de strijd die Nederland in het verleden tegen water voerde en onze huidige opgave. Je leert ook de briljante Johan van Veen kennen die de Watersnoodramp in 1953 voorzag. Net als Mounir maant Rutger tot actie: “Het voortbestaan van Nederland staat op het spel. Er is een kans dat onze kinderen afscheid moeten nemen van steden als Den Haag en Delft, Rotterdam en Amsterdam, Leiden en Haarlem. Eeuwen aan erfgoed, cultuur en geschiedenis zullen dan verloren gaan.”
Als we het echt niet meer weten, dan rest ons nog de poëzie. In Zwemlessen voor later (2021) spreken honderd klimaatdichters zich in een enorme rijkdom aan variatie uit over het klimaat. Ze maken zich zorgen om de continue bedreiging van onze wereld en alle bewoners. Het menselijk handelen is niet meer houdbaar, maar ons gedrag aanpassen is moeilijk. Kennis over klimaatverandering verlamt ons, de schaal van de schade is niet te bevatten, een bepaalde onverschilligheid ontstaat. Toch weigeren de klimaatdichters te zeggen dat het te laat is. Ik schaar mezelf achter hen.
Thecla de Waal zegt
Hoop doet leven, al is het mogelijk al te laat om te doen wat we eerder hadden moeten doen. Goddank zijn steeds meer jongeren op dit gebied actief. Het is ingewikkeld om mensen over de naderende milieurampen te benaderen, die ongeïnteresseerd zijn in de wereld om hen heen – onze bestaansgrond notabene..- die geen kranten lezen,of, via verkeerde kranten of TV of hearsay de ernst van de a.s. milieurampen ontkennen, dan wel alleen maar fun-programma’s op de tv zien (Nederlanders schijnen doorlopend te moeten lachen, mond wijd open.) Het zal er op aan komen om daarbij de basisgegevens aan hen door te geven, maar dan niet in een te ingewikkelde, academische taal.
Toch hadden we, al begin jaren ’50 van de vorige eeuw al iets kunnen voorvoelen; denk aan Rachel Carson en haar boeken ‘The Sea aroud Us’en ‘Silent Spring’ en, in de jaren ’90 de toenemende aandacht voor vele alarmerende verschijnselen. In Nederland zijn we echt te lui en afwerend, te weinig ook geneigd samen te werken en verder te kijken dan onze neus lang is….ik ik ik gaat voor.
Radjan Hanoeman zegt
Beste Thecla, ik deel je zorgen. Wat dat betreft zijn er gelukkig ook mensen die zich blijven inzetten voor een betere wereld. Soms gaat het niet snel, maar iedere activiteit in de juiste richting biedt hoop. Groeten, Radjan