George Monbiot wil de wereld redden van het neoliberalisme. Hoe? Door het verhaal te brengen waarmee we deze verwoestende ideologie af kunnen schudden. Van Brexit tot Bernie Sanders.
“Als je hem spreekt, begin dan alsjeblieft niet over kernenergie”, zeiden enkele groene vrienden. “Hij heeft zo veel interessanters te zeggen.” George Monbiot moet er hartelijk om lachen als ik hem via Skype spreek over zijn net verschenen boek, Out of the wreckage, het vervolg op How did we get into this mess. In de karakteristieke, scherpe schrijfstijl die we kennen van zijn columns in The Guardian en boeken als Heat, beschrijft hij in zijn nieuwste boek hoe we van het neoliberalisme af kunnen komen. Een ontegenzeggelijk opbeurend boek over de kracht van verhalen, het inherent altruïstische in de mens, en gemeenschapszin. En hoe je al die dingen kunt gebruiken om de wereld te veranderen.
Het mag gezegd: voor iemand wiens nieuwste werk zo hamert op verbondenheid, is de Britse schrijver George Monbiot (1963) al zijn hele leven een meester in het maken van vijanden. Zijn vroege onderzoeksjournalistieke werk maakte hem een persona non grata in zeven landen. Het leverde hem in Indonesië bij verstek een veroordeling op tot levenslang. Als wekelijkse columnist ontziet hij niemand, ook de groenen niet. Zo verwijt hij Britse natuurbeschermingsorganisaties ‘lafheid, kruiperigheid, hielenlikkerij en leugenachtigheid’ in hun onvermogen de bodem te beschermen tegen wat hij de ‘witte plaag’ noemt: schapen. En hij verwijt – inderdaad – de anti-kernenergiebeweging dat zij ernstig overdrijven. Dit resulteerde in een oproep tot zijn ‘burgerarrestatie’ voor ‘nucleaire misdaden’, met een premie voor wie dit probeerde. Monbiot was niet onder de indruk en arresteerde zichzelf. Waar bleef die premie?
Waar de als zoöloog opgeleide activist zich wel druk om maakt: het verlies van biodiversiteit, de klimaatcrisis, rechtvaardigheid en de verwoestende effecten van het neoliberalisme. Hier komt ook een andere Monbiot naar voren, die in het dagelijkse geweld van journalistiek en opinie niet zo zichtbaar is. Feral, zijn pleidooi voor het terugbrengen van groot wild in de natuur en wilde natuur in ons leven, raakte een snaar op onverwachte plekken, zoals de klimaatsceptische krant The Telegraph. Ook prachtig: zijn essay over de dodelijke effecten van eenzaamheid. Dit mondde uit in een muziekproject, een samenwerking met Ewan McLennan, dat met troostrijke songs eenzaamheid wil verlichten.
Zijn nieuwste boek Out of the Wreckage gaat over hoe je met zulke verbondenheid een beweging bouwt. Hierin betoogt Monbiot dat we vastzitten aan het neoliberalisme omdat er geen alternatief politiek ‘verhaal’ beschikbaar was toen het begon te falen. Zijn boek moet dat alternatieve verhaal brengen. Let wel: geen nieuw verhaal, maar een extra spotlight op de successen van anderen in het creëren en mobiliseren van gemeenschapsgevoel. Hij heeft, zo blijkt, zijn hoop voor de wereld gevestigd op ‘community’, gemeenschap. Daarop zou de milieubeweging haar strategie moeten bouwen. Want, zo zegt hij, “dat gemeenschap iets goeds is, is een van de weinige dingen waar men over alle politieke lijnen heen achter kan staan”.
“Het is essentieel dat we de politieke kloof met ‘rechts’ dichten”, zegt Monbiot, die zichzelf neerzet als iemand met doorgaans sterk linkse sympathieën. Omdat de manier waarop we over voor ons belangrijke onderwerpen spreken, vervreemdend kan werken voor de mensen met wie we willen praten. “Ik weet dat ik een van de ergsten ben; ik heb waarschijnlijk een heleboel mensen vervreemd. Maar het is belangrijk om te zoeken naar een manier van praten die niet noodzakelijk op de verkeerde knoppen drukt, zodat mensen zich direct afsluiten. Het punt waarop we elkaar raken en waar mensen aan de linkerkant hun principes niet hoeven te verlaten, is gemeenschap. Een sterk gemeenschapsgevoel wordt door iedereen gezien als iets goeds.”
Is dat wel waar? Er zijn toch voldoende voorbeelden waarbij mensen worden uitgesloten of als tegenstander worden gezien?
“Het is waar dat je extreem intolerante gemeenschappen kunt hebben, net als buitengewoon vrijgevige en inclusieve gemeenschappen. Natuurlijk bestaan er radicaal verschillende invullingen van wat een gemeenschap is. Maar het is een startpunt, het geeft je een raakvlak van waaruit je zaken kunt bespreken die belangrijk zouden moeten zijn voor iedereen. Zaken die vaak niet besproken of gehoord worden, omdat er een bepaalde politieke bagage aan een term hangt.”
Een term als klimaatverandering?
“Precies. Terwijl het zo’n belachelijk mild woord is! Het is alsof je een buitenlandse invasie ‘onverwachte gasten’ noemt. Maar zelfs dit drijft mensen al uiteen. Dat geldt niet voor een term als gemeenschap. Vervolgens kun je gaan praten over hoe je dat in kunt vullen op een manier die goed is voor iedereen, en die van niemand iets afneemt. En ik denk dat er veelbelovende manieren zijn om dat te doen.”
Brexit, de per referendum besloten exit van Groot Brittannie uit de EU, is vast niet zo’n veelbelovend voorbeeld?
“Nee. Brexit was een enorm uitzonderlijke situatie. Dit referendum was de eerste mogelijkheid die mensen hier hadden om iets te doen dat voelde als een échte politieke keus. Natuurlijk is dit een irrationele koers als je ziet wat er op het spel staat, maar wat betreft het uitoefenen van je macht als burger, was het een heel rationele keuze. Jarenlang hebben we een politiek gehad met een diep geloof in de neoliberale agenda, die helemaal gaat over het verminderen van politieke keus en in plaats daarvan alles aan de economie wil overlaten. Een politiek die bedrijven en miljardairs vrijheid geeft. Om te vervuilen, mensen uit te buiten, geen belasting te betalen. Die hen vrijstelt van de controle van de democratie. Toen kregen we plots de mogelijkheid onze stem te laten horen. Maar als je die macht wilde behouden, was ‘leave’ stemmen de enige optie. ‘Remain’ stemmen was een stem voor de status quo, waarmee je dat ene moment dat je macht kreeg, die macht meteen weer terug zou geven. Ik heb gestemd voor blijven, maar ik begrijp ‘leave’-stemmers heel goed.
De gebruikelijke verklaring is dat mensen ‘leave’ stemden omdat ze minder vluchtelingen wilden. Er was een interessant onderzoek dat suggereerde dat de aanwezigheid van immigranten niet overeenkwam met het geografische stempatroon. Wel waren de ‘leave’-stemmers oververtegenwoordigd in regio’s waar goedkope Chinese import de lokale industrie het hardst vernietigd had. Ik denk niet dat de twee verklaringen elkaar uitsluiten, maar elkaar kunnen aanvullen.”
Is het latente racisme dus gebruikt door politieke partijen?
“Zonder twijfel. UKIP, de UK Independence Party, en andere elementen in de ‘leave’ campagne hebben het anti-immigratiesentiment gebruikt. Dit is waar politicoloog Hannah Arendt voor waarschuwde toen ze beschreef hoe ‘atomisering’ in Duitsland leidde tot de opkomst van het fascisme. Dat wil zeggen: als mensen voelen dat ze geen plek hebben, geen macht hebben en dat de politiek niet langer voor of met hen spreekt, zullen ze gemakkelijk voor reactionaire anti-politiek kiezen. Dus hoewel ik me vanzelfsprekend zorgen maak over de xenofobe elementen van de campagne, denk ik dat het belangrijk is te begrijpen waar ze vandaan komen. En wat we moeten veranderen om dit tegen te gaan. Je kunt zeggen: ‘we verachten deze racisten’. Maar dat zal niets veranderen aan de redenen waarom mensen zo reageren op de diepe politieke en economische krachten die hun levens kapot hebben gemaakt.”
Maar de werkgelegenheidscijfers, bijvoorbeeld, zijn toch prima?
“Dat hangt ervan af wat je definieert als banen. Er is misschien wel werk, maar er zijn weinig traditionele banen meer. Werk is tegenwoordig onzeker, tijdelijk, freelance, met flexplekken, op basis van nulurencontracten. Zo is het moeilijk om een relatie op te bouwen met collega’s en solidariteit te voelen. Waar de werkplek vroeger mensen samenbracht, drijft het ze nu uiteen. En als je een baan hebt, word je vaak onderworpen aan een vernederend regime van monitoring.
Het gekke is: als je je baan verliest, kom je in eenzelfde regime terecht. Dan moet je aan allerlei voorwaarden voldoen om een uitkering te krijgen. Dat is een van de ironische kenmerken van het neoliberalisme. Het beloofde ons vrijheid. We zouden niet langer onderworpen zijn aan bureaucraten. Maar het vereist dat mensen doorlopend geïdentificeerd worden als winnaars en verliezers. Daarvoor heb je een krachtig monitoringssysteem nodig dat veel erger is dan de bureaucratie van de sociaaldemocratische staat dat door het neoliberalisme vervangen is.”
Je schrijft over mensen echter als natuurlijk altruïstisch. Is dat dan wel zo?
“Altruïsme en empathie zijn geëvolueerde en aangeboren kwaliteiten. De kleine groep die ze niet heeft, zijn psychopaten en sociopaten. Wij waren de zwakste en langzaamste grote diersoort op de savanne. Overleven hing af van intense samenwerking. In die zin zijn we extreem ongebruikelijk in het dierenrijk, een biologisch buitenbeentje. De grote tragiek is dat we dit zelf niet beseffen. Ons brein is doorlopend bezig om op te letten of anderen niet gevaarlijk voor ons zijn. Als er iets ergs gebeurt, zoals een terroristische aanval, domineert dat onze nieuwsmedia. Zulk zeer atypisch gedrag van een enkeling doet ons dan toch denken dat mensen inherent slecht zijn.”
Hoe kan het dan dat we overal in een neoliberaal systeem zijn terechtgekomen?
“Helaas kunnen complexe samenlevingen makkelijk uitgebuit worden door psychopaten. Neoliberalisme is vaak met geweld afgedwongen, maar daarna zien we één van de bij-effecten van onze sociale natuur. We hebben de neiging de dominante culturele normen te internaliseren en te reproduceren. We willen er graag bij horen, dus onbewust accepteren we een heleboel van wat het neoliberalisme ons vertelt, ook al gaat het tegen ons eigenbelang in en schildert het onszelf slecht af. Als we schulden hebben, vertellen we onszelf dat dat komt door onverantwoordelijk gedrag. Ondertussen vergeten we dat onze woonkosten twee of drie keer zo hoog zijn als die van onze ouders. Als onze kinderen niet fit zijn, vinden we onszelf slechte ouders. We vergeten dat ze nergens meer buiten kunnen spelen. Het neoliberalisme maakt van structurele krachten een individueel probleem, zodat wij ons er verantwoordelijk voor voelen, zonder dat we er direct iets aan kunnen veranderen.”
Hoe kunnen we wel iets veranderen?
“We praten veel over welke technologie welk probleem kan oplossen, maar daarmee vernauwen we onze blik. Terwijl we juist een brede blik nodig hebben; een nieuw groot, verbindend verhaal dat toepasbaar is op al die problemen. Dat ons vertelt waar we staan en hoe we ons van deze rotzooi kunnen bevrijden. Zulke verhalen werden door de eeuwen heen door alle politieke bewegingen in een of andere vorm geboden, en ze volgden altijd hetzelfde stramien. En dat doen ze nu nog. De boodschap luidt dat het land is vervallen in chaos, door een groep mensen die tegen het algemene belang in handelde. Wij, de helden, pakken de macht weer van deze mensen af en herstellen de orde in het land. Je ziet het nu weer gebeuren.
Kijk naar de Verenigde Staten. Daar leven enorm veel mensen met flinke ellende; verslavingsproblematiek, torenhoge zorgkosten, een compleet gebrek aan sociaal vangnet. Het bracht ons de opkomst van Trump. Tegelijkertijdzetten heel veel mensen, die normaal gesproken heel anders zouden stemmen, zich nu ineens gepassioneerd in voor Bernie Sanders – toen ze daar de kans voor kregen. In zijn campagne was community organizing de kern. Ik geloof erin dat we hiermee over politieke lijnen heen mensen kunnen verbinden. Ik denk echt dat het voor het oprapen ligt. Helaas koos de democratische partij Hillary Clinton, die het neoliberale Wall Street-beleid wilde doorzetten. Daarmee vervreemdde zij de mensen die ze probeerde te bereiken.”
Wat kan de rol van de media zijn? Je was betrokken bij de ‘keep it in the ground’ campagne van The Guardian om fossiele brandstoffen in de grond te laten. Is dat wel goede journalistiek?
“Er is een verschil tussen wat sommigen verstaan onder ‘onpartijdig’ zijn, en je aan de feiten houden. Het is eigenlijk niet onpartijdig om je passief op te stellen tegenover milieuvernietiging, want daarmee krijgt het dominante verhaal alle ruimte. Als je echt onpartijdig wilt zijn, versterk je juist de stemmen die doorgaans het zwijgen worden opgelegd. Ik denk dat het heel gepast is om te graven naar verhalen die onder de dominante ideeën verborgen liggen. Onpartijdigheid, voor mij, is een actief proces om iets te doen aan die machtsonbalans. Het vieren van de verhalen van mensen die we vergeten zijn in het debat, die lijden onder klimaatverandering of betalen voor de economische groei: dat is werkelijke onpartijdigheid. Hoe paradoxaal dat ook klinkt.”
Je boeken zijn optimistisch, maar veel mensen voelen wanhoop.
“Met wanhoop negeren help je mensen niet, dat is evident. Maar die wanhoop moet gemobiliseerd worden om de crisis af te wenden, om hoop te brengen waar die afwezig lijkt. Hoop is een actief proces van het stimuleren van de verbeelding. Hoop ontstaat in onverwachte hoeken en gaten, in de politiek en het leven, die we kunnen gebruiken om de wereld te transformeren. Wat ik wil doen met mijn boek is verhalen vertellen die duidelijk maken dat hoop realistisch is. Politiek falen is in de kern het falen van onze verbeelding.”
Biografie
Out of the Wreckage: A New Politics for an Age of Crisis
George Monbiot
September 2017 Verso Books
ISBN 9781786632883
Hardcover, 224 pag.
Prijs: 20,99
Geef een reactie