Voor het schenden van mensenrechten kan een individu worden aangeklaagd bij het Internationaal Strafhof in Den Haag. Is de dader een bedrijf, dan kan dat niet. Ecuador wil daar via de VN verandering in brengen, maar de rijke landen liggen dwars. Ook de Europese Unie.
Chevron-Texaco dumpte tijdenlang giftig afvalwater en ruwe olie in het regenwoud van Ecuador. Dat land probeert al jaren compensatie te krijgen, tevergeefs. Vervolging van zulke misdaden wordt bemoeilijkt door een lacune in de wetgeving, waarvan natuurbeschermers de dupe zijn. Een bedrijf dat mensenrechten schendt of de milieu-wetgeving overtreedt, kan niet worden aangeklaagd bij het Internationaal Strafhof in Den Haag.
Al in september 2013 stelt de vertegenwoordiger van Ecuador dit probleem in de VN-Mensenrechtenraad aan de kaak. Luis Gallegos leest in Genève een historisch statement voor. Hij wil een internationaal verdrag dat multinationals aansprakelijk stelt voor mensenrechtenschendingen: het UN Treaty on Business & Human Rights. Liefst 85 lidstaten scharen zich achter het initiatief, maar het Westen – waaronder onze eigen Europese Unie – verzet zich ertegen. Tot nog toe zonder succes: aankomende oktober gaan de onderhandelingen van start.
Rampen
Mensenrechten, milieuwetten en arbeidsstandaarden worden door multinationals regelmatig met voeten getreden. Tragedies spreken het meest tot de verbeelding, zoals de dodelijke gaslekken in het Indiase Bhopal in 1984. Of de grootschalige olievervuiling door Shell in de Nigeriaanse Nigerdelta. Meer recent leidden de slechte werkomstandigheden bij elektronicafabrikant Foxconn in het Chinese Shenzhen tot internationale verontwaardiging. Ook het instorten van de kledingfabriek Rana Plaza in Bangladesh haalde alle voorpagina’s. Andere schendingen springen minder in het oog, zoals de slavernij in de Thaise garnalenvisserij. Of de Roemeense boeren die hun grond kwijtraken aan dubieuze – uit naam van Nederlandse beleggingsfondsen werkende – tussenhandelaren. Ecuador zelf zit klem in de strijd tegen Chevron-Texaco omdat het olieconglomeraat zich beroept op een investeringsverdrag dat de Ecuadoraanse regering in 1997 met de VS sloot. Het bedrijf was al jaren eerder uit Ecuador vertrokken.
Lacune
Een groep van enkele honderden internationale ngo’s, milieu- en mensenrechtenorganisaties schaart zich achter het Ecuadoraanse voorstel. “Als individuen op grote schaal mensenrechten schenden, kunnen ze voor het Internationaal Strafhof in Den Haag worden gedaagd,” vertelt Anne van Schaik van Friends of the Earth Europe. “Maar activisten die in Nigeria met de door Shell veroorzaakte olievervuiling kampen, hebben geen toegang tot internationaal recht.” Als een bedrijf zich niet aan afspraken over mensenrechten of milieustandaarden houdt, staat de burger met lege handen. Bedrijven aansprakelijk stellen voor mensenrechtenschendingen kan momenteel alleen met zogenaamde UNGP’s: niet-bindende VN-richtlijnen. Van Schaik: “Er bestaat geen bindend, internationaal arbitragehof waar slachtoffers van misstanden door bedrijfsactiviteiten zich tot kunnen wenden.” Het nieuwe verdrag moet die lacune vullen. “Door bindende regels voor internationale bedrijven op te stellen, kunnen er in de toekomst boetes worden opgelegd. Of vergunningen kunnen bij overtreding worden ingetrokken, of een CEO kan zelfs gevangenisstraf krijgen. Nu kan dat allemaal niet.” Ondertussen genieten de multinationals zelf dankzij allerlei handelsverdragen verregaande rechtsbescherming.
Productieverschuiving
Sinds de neoliberale revolutie begin jaren tachtig spelen multinationale ondernemingen een centrale rol binnen de mondiale economie. Er is een hoofdkwartiereneconomie ontstaan waarbij duurbetaalde marketingafdelingen in Londen of Amsterdam de bedrijfsstrategie uitdenken. Ondertussen wordt de fysieke productie uitbesteed aan lagelonenlanden. Daar werken lokale fabrikanten vaak op contractbasis of in speciale productiezones waar mensenrechten, minimumloon, arbeidsnormen of milieuwetten niet gelden. Daardoor blijft onduidelijk wie er binnen die complexe, internationale productieketens precies verantwoordelijk is voor misstanden. Slachtoffers van ongelukken, uitbuiting of milieuaantasting hebben geen poot om op te staan.
Vrijwillig
In 1996 waarschuwde de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) van de VN al dat het uitbesteden van complete productieafdelingen naar landen met minder goede regels gevaarlijk kan zijn voor mens en milieu. Toch duurde het nog tot 2004 voor er serieuze gesprekken op gang kwamen over internationale gedragsnormen voor multinationals. Het bedrijfsleven verzette zich van meet af tegen de plannen, blijkt uit een voortgangsdocument van de VN zelf. Uiteindelijk werd er een Speciaal Rapporteur aangesteld: John Ruggie. In 2011 presenteerde hij de United Nations Guiding Principles on Business and Human Rights. Met deze richtlijnen wordt de verantwoordelijkheid voor mensenrechten nadrukkelijk bij overheden gelegd. Bedrijven krijgen alleen een ‘responsibility to respect’ toebedeeld. Het grote probleem is dat VN richtlijnen zoals de ‘Ruggie Principles’ vrijwillig zijn.
En vrijblijvende afspraken werken niet, benadrukt Van Schaik. Nog altijd komen er misstanden bovendrijven. Activisten en journalisten die zich daartegen verzetten, kunnen nergens naartoe. “De Ruggie Principles zijn boterzacht, omdat er uiteindelijk niemand ter verantwoording wordt geroepen. Nu wordt eindelijk een poging gedaan om de regels waaraan multinationals zich moeten houden, bindend te maken.” Het formuleren van mondiaal geldende regelgeving is geen sinecure, geeft ze toe: “Gaat zo’n verdrag alleen gelden voor multinationals of voor alle internationaal opererende bedrijven? En in hoeverre zijn financiers verantwoordelijk voor overtredingen?” Ook moet er goed gekeken worden naar de verhouding tussen een internationaal verdrag en de nationale rechtssystemen in zwakke staten. “Voor je het weet rennen Nigeriaanse boeren wiens grond door Shell is vervuild, linea recta naar een internationaal hof. Dat ondermijnt de nationale regelgeving.”
Eensgezind
De rijke landen lijken echter geen bindende afspraken voor multinationals te willen. De VS stemde tegen de Ecuadoraanse resolutie – net als Japan, Zuid-Korea en alle Europese landen die lid zijn van de Human Rights Council. De EU benadrukt dat alweer een nieuw verdrag de Ruggie Principles zal ondermijnen en wijst op de eigen verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven. Opvallend, zegt Van Schaik. “Europa en de VS proberen in allerlei handelsverdragen wél steeds meer rechten voor bedrijven te bedingen. Maar handhaving van mensenrechten en misbruik door datzelfde bedrijfsleven tegengaan: dat steunen ze niet.” De EU is zelf geen VN-lidstaat, en heeft officieel in Genève dus niets in de melk te brokkelen. Maar de afzonderlijke Europese lidstaten – wel VN-lidstaten – zijn opvallend eensgezind in hun verzet tegen het UN Treaty on Business & Human Rights. Dat gezamenlijke standpunt wordt uitgedragen door de Europese Raad, dus door de regeringsleiders van alle Europese lidstaten tezamen.
Gezichtsverlies
Binnen het Europese Parlement ligt dat anders. Het Parlement is voorstander van het nieuwe verdrag, zegt fractiemedewerker Jorge Conesa de Lara van de links georiënteerde, Spaanse partij Podemos. Het Europese Parlement steunt al jaren allerlei resoluties voor betere arbeidsomstandigheden en milieuproblemen in mondiale productieketens. Zo werd de Pakistaanse overheid opgeroepen om internationale arbeidsstandaarden in de textielindustrie te respecteren. Europese parlementariërs oefenden druk uit op de Cambodjaanse autoriteiten om 23 activisten vrij te laten. En eind 2016 werd een Commissievoorstel goedgekeurd om conflictmineralen uit te bannen. Daardoor importeert de EU vanaf 2021 alleen duurzaam gewonnen goud, tin, tantalium en wolfraam.
Podemos hielp bij de totstandkoming van een resolutie waarin het parlement de UN Treaty on Business & Human Rights zegt te ‘verwelkomen’ – niet bepaald harde taal. “Al die verdragen en convenanten zijn onderdelen van een groter bouwwerk dat we proberen te construeren”, verklaart Conesa de Lara de voorzichtige bewoording. “Je moet niet vergeten dat de meerderheid van het parlement uit conservatieve partijen bestaat. Een deal waardoor bedrijven aangeklaagd kunnen worden, ondersteunen ze liever niet. Maar ze vrezen politiek gezichtsverlies wanneer ze tegen een mensenrechtenverdrag als dit stemmen, dus steunen ze het toch. Alleen: hun collega’s van de Europese Raad, die achter gesloten deuren het officiële standpunt bepalen, maken andere afwegingen.”
Nederlands bedrijfsleven
Ook het kabinet Rutte II steunde de VN-werkgroep voor het mensenrechtenverdrag niet, hoewel Nederland geregeld een voortrekkersrol claimt waar het mensenrechten betreft. Wel wil Nederland voor dertien economische sectoren gedragsrichtlijnen opstellen waarbinnen ‘een constructieve houding van betrokken partijen het uitgangspunt is’. Naleving van die afspraken ligt uitdrukkelijk bij het bedrijfsleven zelf, schreven ministers Henk Kamp en Lilianne Ploumen eind 2014 aan de Tweede Kamer.
Als het gaat om economische vernieuwing in Nederland speelt MVO Nederland een belangrijke rol. Dit bedrijvennetwerk heeft in totaal 2.300 partners en brengt uiteenlopende partijen zoals werkgeversorganisatie VNO-NCW, Oxfam Novib, vakbonden en duurzame bedrijven samen. “MVO Nederland richt zich op verduurzaming”, stelt directeur Maria van der Heijden. “Veel van onze leden kopen grondstoffen in het buitenland en exporteren hun producten vervolgens weer. Nederland is klein, waardoor onze bedrijven al snel actief zijn in landen waar de mensenrechten minder goed geregeld zijn. Voor grote bedrijven is ketenverantwoordelijkheid nemen vaak eenvoudiger dan voor het midden- en kleinbedrijf. Zulke problemen los je niet zomaar op met een bindend verdrag.”
Tegenstander van een bindend verdrag is de organisatie echter niet, benadrukt Van der Heijden. “Consumenten eisen steeds meer van bedrijven. De veranderingsbereidheid binnen het bedrijfsleven is nu veel groter dan in het verleden. Ik geloof daarin. Maar als bedrijven hun verantwoordelijkheid niet blijken te nemen, komen bindende afspraken in de toekomst wel degelijk in het vizier.”
Meepraten
Van Schaik is minder enthousiast over die veranderingsbereidheid van het bedrijfsleven. “Europa heeft altijd een grote mond over mensenrechten. Nu daar binnen de VN eindelijk over wordt gesproken, probeert de EU het proces eerst te blokkeren en nu zijn we wel aanwezig bij de discussies over het VN-verdrag maar geven ze herhaaldelijk aan er niet in te geloven.” Die hardnekkige tegenstand bevestigt het beeld bij veel ontwikkelingslanden dat het westen zijn rol als mensenrechtenbeschermer alleen met de mond belijdt. De EU leest grootmachten als Rusland en China keer op keer de les over mensenrechten, terwijl die juist wel instemden met de Ecuadoraanse VN-resolutie. “Europese overheden bedingen in allerlei vrijhandelsverdragen rechten voor hun bedrijven. Maar als het aankomt op een verdrag voor bindende regels, lopen ze achteraan in plaats van vooraan. Daarmee worden de asymmetrische machtsverhoudingen tussen bedrijven en burgers over de hele wereld versterkt. Het lijkt wel of Europa automatisch de beleidsagenda’s van diens grootste bedrijven uitvoert.”
Wat voor problemen veroorzaken de huidige vrijwillige richtlijnen voor bedrijven voor natuur- en milieubeschermers in de praktijk? En hoe krijgt Europa het voor elkaar om voor mensenrechten te zijn, maar er toch voor te zorgen dat geen van de lidstaten dit VN-verdrag steunt? Lees de komende tijd nieuwe stukken in onze serie in ons dossier over het VN Mensenrechtenverdrag.
M. Grobbe zegt
Goed om te we ten dat de europese ministerraad deze mogelijkheden om mensen Hun recht te geven blokkeren. Ga door met deze misstanden aan de kaak te stellen!
M. Grobbe zegt
Goed om te we ten dat de europese ministerraad deze mogelijkheden om mensen en groeien hun recht te geven blokkeren. Ga door deze mistandentanden aan de kaak te stellen. Ik zal in mijn omgeving mensen hier over berichten en aanspreken..
John Verpaalen zegt
De Europese Unie ligt dwars, dus ook Nederland, dus ook de Partij van de Arbeid die nog altijd deel uit maakt van de (demissionaire) regering. De PvdA heeft bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen 9 zetels behaald. Wat mij betreft zijn het er nog negen teveel, zolang het bij mooie woorden blijft en ze zich niet actief inzet om dit onrecht te bestrijden!
A. van het Kaar-Oostra zegt
De rechten van de mens tellen niet, alleen de rechten van het grote geld tellen. Is dit geen vorm van criminaliteit ? Zo kan de politiek nimmer het vertrouwen krijgen van het volk.
A.M.Geevers zegt
Dit is zó TTIP. Iedereen die dit leest begrijpt waarom we dat niet moeten willen ( Nederland en de EU wilden wel graag !) Dat grote bedrijven de dienst gaan uitmaken , slavernij bedrijven , vervuilen , mensenrechten schenden mag allemaal wel. Een individu wordt voor het Int.Gerechtshof gedaagd als hij/zij iets heeft misdaan. Het Europees Parlement ziet wel in dat het de campagne moet steunen maar de Europese Unie is tegen ! ( Snapt U het allemaal nog ?) In dit geval schaam ik me weer eens kapot dat ik een Nederlander en een Europeaan ben !! EU in Brussel doe eindelijk eens iets positiefs voor deze wereld……………….