“Hallo? Spreek ik met de Zeeuw?”
“Wis en waarachtig, de Zeeuw hier, die worstelt en komt boven.”
“Waar bevindt u zich nu?”
“Wat had je gedacht Bijlo, in de Hedwigepolder, o wacht, nee, ik ben er al weer uit. Weet je wat het is met dat lapje, er wordt al jaren over geluld, maar het is zo verrekte klein, je doet vier passen, althans, een Zeeuw doet vier passen en hij is alweer in de Prosperpolder. Jullie zouden er een dag over doen, met jullie witte-wijn-randstadbenen. Wat kunnen jullie ouwehoeren over dat kleine aan de zee ontfutselde rotstukkie zeg.”
“Vindt u, Zeeuw, dat er een referendum moet komen over het onder water zetten?”
“Ja, ja, nee nee ja nee, dat wil die gek van een De Mos van de PVV, die heeft gezegd dat-ie desnoods zelf voor de dijk gaat liggen als er toch wordt besloten hem door te steken, nou, ik wens hem veel succes, het water houd je niet tegen, dat weten wij Zeeuwen. Stoere praatjes, daar trappen Zeeuwen niet in. Want hoorde je die De Mos toen in 1584 de Hollandse soldaten de dijken doorstaken waardoor heel Saeftinghe verdronk? Nou dan. Kijk, Bijlo, er wordt nu steeds gedaan alsof alle Zeeuwen faliekant tegen het teruggeven van land aan de zee zijn. En waarom is dat?”
“Ehm, omdat er ook kiezers in Zeeland wonen.”
“Precies, jij begrijpt het.”
“Maar ik heb dan ook Zeeuwse voorouders.”
“Dacht ik wel. Met jou kan ik praten. Het gesodemieter moet afgelopen zijn. Die zogenaamde dissident van een Koppejan, die er wel akkoord mee gaat als we de polder tot kniehoogte laten vollopen, die Koppejan, die Sacharov van het CDA, die moet nou toch eens ophouden. Nu denken alle Hollanders dat alle Zeeuwen net zo zeuren als die Koppejan, dat is heel slecht voor ons imago. Dus, ik zou zeggen, en ik ben niet de enige Zeeuw, geef de Hedwigepolder terug aan waar hij sinds 1584 thuishoort, geef hem terug aan het Verdronken Land Van Saeftinghe. Weg met die sentimenten, weg met die slappe knieën, afspraak is afspraak, zoals een Zeeuw een Zeeuw is. Steek door die dijken, of zal ik het zelf even doen, ik ben het zat hoor je, zat!”
Geef een reactie