Genetisch gemodificeerde gewassen worden vaak gepresenteerd als de oplossing voor het voedselprobleem. Een rapport van Friends of the Earth International weerspreekt deze claim en beschrijft verschillende nadelen. Pesticidengebruik neemt toe, een monopolie op de productie van GM-zaden zorgt voor exorbitant hoge prijzen en de gezondheid van mens en dier wordt bedreigd.
Genetisch gemodificeerde gewassen bestaan nu zo’n twee decennia en zijn sinds dag één controversieel. Bij genetische modificatie wordt DNA uit het ene organisme ingebracht in het andere. Het is ontwikkeld om ‘positieve’ eigenschappen, bijvoorbeeld weerstand tegen pesticiden, in gewassen in te bouwen. Het gaat een stap verder dan het kruisen van gewassen en zou sneller en gecontroleerder zijn.
Volgens biotechbedrijven als Monsanto zijn GM-gewassen beter voor het milieu en onze gezondheid, doordat minder pesticiden nodig zijn. Zoals bekend vinden tegenstanders dat nadelige gevolgen voor de biodiversiteit en de gezondheid op de langere termijn absoluut niet zijn uitgesloten.
Gebruik van GM wereldwijd
Hoewel voorstanders altijd schermen met de groeiende wereldbevolking die moet worden gevoed, wordt het grootste gedeelte van de teelt gebruikt voor iets anders dan voedsel, zoals bijvoorbeeld veevoer, textiel of biobrandstoffen. Zo belandt 70 procent van de GM-maïs uiteindelijk in de voedseltrog van de veestapel.
Op dit moment worden GM-gewassen niet in elk land toegestaan. Het grootste areaal aan GM-gewassen vinden we op het westelijk halfrond (met name in de VS, Brazilië, Argentinië en Canada) en daarnaast in India. Hoewel er weinig betrouwbare cijfers zijn, lijken GM-gewassen op ongeveer 11 procent van het totale landbouwareaal op de wereld voor te komen. Het gaat om minder dan 1 procent van het totale aantal boeren.
Het verbouwen van GM-gewassen is dus niet zo wijdverbreid als vaak wordt gedacht, toch maakt Friends of the Earth International zich zorgen over de negatieve effecten ervan. Het rapport Who Benefits from GM crops? An industry built on myths stelt dan ook dat “er een groeiend bewijs is voor de impact die de productie op industriële schaal van GM-gewassen heeft op het milieu en het levensonderhoud van kleine boeren.” Waar dat bewijs uit bestaat, lichten zij als volgt toe.
Meer pesticiden
RoundUp Ready soja van Monsanto is een GM-gewas dat op grote schaal wordt verbouwd. Het zou als enige plant bestand zijn tegen glyfosaat, een relatief milieuvriendelijk herbicide, waardoor het gebruik van herbiciden sterk zou afnemen. Naar nu blijkt ontwikkelen ‘onkruiden’ in rap tempo resistentie tegen RoundUp.
Een onderzoeksteam van de Penn State University luidde dan ook de noodklok: “Ondanks claims van door bedrijven gefinancierd onderzoek dat resistentie niet zou voorkomen, hebben 21 verschillende onkruidsoorten weerstand ontwikkeld tegen verschillende op glyfosaat gebaseerde herbiciden.”
In de VS bleek in 2012 bij bijna de helft van de boeren resistente onkruiden voor te komen, die zich bovendien steeds sneller bleken te verspreiden. Ze beslaan inmiddels een aanzienlijk oppervlak van de gronden met GM-gewassen.
Ook in de rest van de wereld neemt de resistentie tegen glyfosaat toe, waardoor het gebruik van herbiciden noodgedwongen weer toeneemt. Volgens onderzoek van de Universiteit Wageningen worden in Argentinië zelfs meer herbiciden op GM-sojabonen gesproeid dan op conventionele sojavariëteiten.
Bedreiging voor gezondheid
De European Network of Scientists for Social and Environmental Responsibility (ENSSER) stelde onlangs in een boodschap, ondertekend door ruim 200 wetenschappers en experts: “de veronderstelde consensus over de veiligheid van GM-gewassen bestaat niet”. Volgens hen zijn er onvoldoende epidemiologische studies uitgevoerd om het eten van GM-gewassen als veilig te bestempelen en ook de gevolgen van pesticidengebruik zijn onvoldoende onderzocht. Zij roepen op tot meer onderzoek.
Voorlopig beloven de bevindingen uit de praktijk weinig goeds. Met name uit Zuid-Amerikaanse landen met grote sojavelden met Roundup Ready komen verontrustende berichten over een verhoogd aantal kankergevallen en geboorteafwijkingen door veelvuldig en onzorgvuldig gebruik van herbiciden.
Zo vond Dr. Maria Carmen del Seveso dat in de Argentijnse Chaco-provincie het aantal afwijkingen bij geboorte in viervoud toenam na de introductie van GM-gewassen. Nader onderzoek liet zien dat significant meer ziektes worden gevonden in dorpen rondom de grote sojavelden dan rondom weidegronden. In diezelfde dorpjes lag het aantal sterftegevallen door kanker ook schrikbarend hoger.
Monopolie
Een ander probleem dat naar voren komt in het rapport is de monopoliepositie waarin de biotechbedrijven als Monsanto zich bevinden. Normaliter, wanneer sprake is van voldoende concurrentie, nemen de prijzen van nieuwe technologieën af. Niet bij GM-gewassen: de zaden worden duurder en duurder.
Om een idee te geven van de dominantie op deze markt: slechts vier bedrijven verzorgen 54 procent van de mondiale zadenmarkt en zes bedrijven zijn goed voor 76 procent van de totale verkoop aan pesticiden. In specifieke landen is die dominantie nog uitgesprokener: Monsanto heeft in de VS een aandeel van 98 procent in de sojazadenmarkt, in Brazilië 89 procent van alle GM-soja. In Zuid-Afrika is de monopoliepositie compleet: alle GM-zaden die daar worden verkocht, bevatten de gepatenteerde eigenschappen van Monsanto.
Waar leidt deze monopoliepositie toe? Zoals gezegd zijn de prijzen van GM-zaden aanzienlijk hoger dan die van conventionele gewassen: vijf keer zo hoog in India, bijna anderhalf keer zo hoog in de VS. Dit heeft ook een impact op de zadenprijzen in het algemeen, die ruim 200 procent stegen sinds de introductie van de GM-zaden. Dit werd helaas voor de boeren niet goedgemaakt door een even grote stijging van de opbrengst: de toename in de zaadprijs was twee keer zo groot als de toename in opbrengsten.
De GM-technologie wordt door biotechbedrijven gepropageerd als een oplossing die ook kleine boeren wereldwijd verder zal helpen. Deze lokale boeren hebben een groot aandeel in de landbouwproductie, dat bijvoorbeeld in Afrika oploopt tot 90 procent.
Maar steeds meer onderzoeken wijzen op het tegendeel. Niet voor niets kiezen weinig boeren in Afrika voor het planten van GM-gewassen. Degenen die ze wel verbouwen lopen tegen hogere prijzen aan en meer gebruik van pesticiden (waarvan de productie ook in handen is van die biotechbedrijven). Bovendien mogen ze zaden van de oogst ervoor niet bewaren en weer gebruiken, maar moeten ze ieder jaar opnieuw zaad kopen. Een studie in de Filipijnen vond dat onder meer de hoge prijzen voor GM-zaden ervoor zorgen dat kleine boeren eerder een schuld opbouwen.
Alternatieven
Het rapport is dus erg kritisch over de GM-gewassen, maar welke richting moeten we dan opgaan om de groeiende wereldbevolking te voeden? Daarin sluit het aan bij eerdere aanbevelingen van de VN. Er is toenemend bewijs dat op basis van agro-ecologische principes duurzame landbouw kan worden gevoerd, een grote toename in opbrengsten kan worden behaald, landbouw aan de klimaatverandering kan worden aangepast en plagen kunnen worden gecontroleerd.
Zo raakt in Afrika de push-pull-methode meer en meer in zwang, waarbij tussen het gewas planten worden gezet die insecten afweren en juist aantrekkelijke aan de rand van de velden. Zo maken de boeren gebruik van ecologische interacties die direct zijn ontleend aan de natuur. Rijstopbrengsten in Kenia zijn met een derde toegenomen door het toepassen van agro-ecologische principes als het toevoegen van organische materie aan de bodem en nieuwe beplantingsmethoden. Deze principes lijken een meer duurzame landbouwtoekomst te beloven dan de GM-gewassen kunnen.
Geef een reactie