Het opdrogen van het Aralmeer was een van de grootste ecologische rampen van de 20e eeuw. Maar nu keert het water terug en daarmee de vis. Fotograaf Lieven Engelen documenteert de heropleving.
Het is koud, heel koud, en de mannen uit Aralsk en Baikonur rijden met hun jeep langs de takken die ze in het ijs hebben gestoken. Daaronder hangen hun netten, eindelijk weer vol vis. Jarenlang was dit meer leeg en droogde langzaam op, maar nu vult het zich weer met water en zijn de vangsten goed. Daarom keren de seizoensvissers terug, die bij -30 graden celcius de hele winter in een ondergronds hutje langs het meer bivakkeren. Ook de omliggende dorpen leven weer op. Fotograaf Lieven Engelen hoorde dit onverwacht positieve verhaal en reisde naar Kazachstan om het te documenteren. “Het opdrogen van het Aralmeer is een van de grootste milieurampen van de 20e eeuw. Maar de bewoners hier denken aan de toekomst.”
Katoenteelt
Het Aralmeer, ooit het vierde grootste meer ter wereld, strekte zich uit over de grens van het huidige Kazachstan en Oezbekistan en voorzag heel Rusland van vis. Tot de Sovjet-Unie in de jaren ‘60 in het kurkdroge Oezbekistan katoen begon te telen, een gewas dat verschrikkelijk veel water nodig heeft. Het opdrogen van het Aralmeer werd toen al voorzien, maar de katoenteelt werd belangrijker gevonden. Nu ligt op die plek een onvruchtbare vlakte: de Aralkumwoestijn. Van het meer zijn twee waters over: het Noordelijke ofwel Kleine Aralmeer, en het Zuidelijke, ofwel Grote Aralmeer.
De Sovjet Unie bedacht later toch plannen om de verdroging tegen te gaan. Zelfs overwoog men de loop van Siberische rivieren om te leggen naar het meer, met behulp van kernbommen – een plan dat uiteindelijk vanwege de kosten en risico’s niet uigevoerd werd. Met geld van de Wereldbank werd uiteindelijk de doorstroming van omliggende rivieren verbeterd. Dit had wel succes. In 2005 werd de Kokaraldam gebouwd, die het Noordelijke van het Zuidelijke Aralmeer scheidt. Sindsdien gaat het heel goed in het noordelijke meer.
Nomadisch bestaan
Lieven Engelen kent het tragische verhaal van het Aralmeer vanaf zijn schooltijd. Hij was er altijd al door gefascineerd. Toen hij hoorde van de opleving, vond hij dat dit verhaal ook verteld moest worden. “Uiteindelijk hebben wij mensen het meer verwoest, maar zijn wij het ook die het weer tot leven wekken.” Hij reisde twee keer naar het gebied: in de lente en in de winter. “De Kazachs in de dorpen hier hebben sterke wortels in hun nomadische bestaan. Alles vindt plaats op het tapijt, alleen staat er nu een huis omheen in plaats van een tent. Ze hebben zowel paarden als jeeps – auto’s die ze zelf repareren, er is geen garage. Ze hebben zelfs geen waterleiding. Kamelenmelk en -vlees zijn onderdeel van elke maaltijd.”
Dankzij de dam zijn snoekbaarzen, karpers en allerlei andere vissoorten teruggekeerd. De Kazachs vissen in de winter vanaf het ijs en in de zomer met bootjes. De waardevolste soorten gaan naar de vismarkt in Aralsk om, net als vroeger, verkocht te worden aan Rusland. Daar gelden ze als een delicatesse.
Landbouwgif
Het opdrogen van het meer was rampzalig voor de regio. Er is hoge werkloosheid. En ook de woestijn zelf is een bron van problemen. Zo werd een eiland met een door de Sovjets verlaten lab voor biologische wapens ineens bereikbaar over land, en moest opgeruimd worden. Ook is de rest van de woestijnbodem vervuild. “Toen ik er in de lente was, voelde ik dat het een soort cocktail is van zand, zout en opgedroogd landbouwgif. Het plakt aan je kleren, aan alles. Er groeit niets.” Maar dat is niet alles. In de zomer, als het 45 graden wordt, blazen zandstormen de gifstoffen overal heen. “De stoffen zijn zelfs in pinguïns in Antarctica teruggevonden. In Aralsk komen veel gezondheidsproblemen voor. Daar blijft alles tussen de gebouwen hangen. Afval wordt er bovendien verbrand. Het stinkt vreselijk rondom Aralsk.” In Tastubek, dat dicht bij het meer ligt, valt het juist mee. “Dat is een dorp met twee straten, alles waait er zo doorheen.”
Hergebruik
Engelen probeerde ook om een van de laatst overgebleven exemplaren van de iconische grote, stalen vissersboten van weleer te bereiken, die in de woestijnvlakte bleven liggen toen het meer verdampte. Na drie pogingen lukte het. “De boot die ik fotografeerde, bestaat nu niet meer. Die is helemaal gestript. Eigenlijk is dat zonde, het is zo’n krachtig beeld van de ramp. Maar het is een regio waar alles hergebruikt wordt, en ook waar men niet zomaar iets opruimt – van boot tot legerbasis, alles wordt achtergelaten en door bewoners gebruikt. Afstanden zijn enorm en de omstandigheden extreem, het land vormt jou. Dat zie je ook terug in Tastubek. De dorpelingen hebben een vrije geest, ze leven zonder toezicht. Kijk bijvoorbeeld naar die kerstboom. Deze mensen zijn moslims, maar toch stond er midden in het dorp een kerstboom. Wat deed ‘ie daar? Niemand kon me vertellen wie ‘m neergezet had.”
Trots
Niet alles is positief. Het Zuidelijke Aralmeer is dankzij de dam ten dode opgeschreven. De katoenteelt in Oezbekistan gaat ondertussen stug door. En klimaatverandering speelt de dorpelingen aan de goede kant van de dam parten. “Soms is er midden in de winter een dag dat je in een trui naar buiten kan. Afgelopen winter zijn drie vissers van een nabijgelegen dorp met hun jeep door het ijs gezakt en verdronken.” En of de visserij in het noordelijke meer wel aan de richtlijnen van de visinspectie voldoet, is de vraag. “Er worden wel inspecteurs omgekocht, om te mogen vissen met goedkope Chinese netten met te kleine mazen.” Die zijn bovendien zo broos, dat er veel plasticvervuiling ontstaat. Op termijn zullen er daarom nieuwe problemen ontstaan. “Dat is een culturele erfenis van Rusland.” Toch hoopt men dat Aralsk binnenkort weer aan het water ligt, en er zijn zelfs plannen voor een tweede dam. De dorpelingen van Tastubek willen intussen dat het niet enkel maar gaat over de droogte en de vervuiling. “Ze vinden het net als ik belangrijk dat ook de positieve kant belicht wordt: de heropleving. Ze willen niet gezien worden als slachtoffer. Ze zijn trots op hun leven.”
Slotenmaker zegt
Bijzonder, altijd op school geleerd dat het meer einde oefening was. Maar inderdaad groet het weer wat. Maar de landbouw is nog steeds zo groot dat het meer nooit meer wordt wat het was.
gozer zegt
nou dat weet ik dus nog niet bro ik denk dat het mischien toch nog wel weer gaat worden als eerst
Davy zegt
Het Aralmeer was net een antwoord in een tv-quiz. Ik kende het verhaal erachter nog niet. Thanks voor deze uitleg.
gozer zegt
a.u.b.
gozer zegt
a.u.b.
gozer zegt
hallo ik ben een klojo en ik zeur
gozer zegt
hallo ik ben een klojo en ik zeur