Duurzame maatregelen stuiten vaak op weerstand. De uitvoering zou te duur zijn of sommige mensen duperen, terwijl de voordelen voor het milieu twijfelachtig zijn. Onzin, zeggen milieuclubs: de baten zijn de kosten meer dan waard. Down to Earth bekijkt groene regels van alle kanten. Deze keer: isolatievouchers.
Nederlandse huizen moeten nodig geïsoleerd worden. Het liefst de meest tochtige woningen eerst. Met een isolatievoucher voor huiseigenaren kan de overheid dat stimuleren. Gaat het geld dan niet alleen naar mensen die toch al wilden investeren in isolatie?
[credits]
Tekst Katja Keuchenius
[tekst]
Er moet meer geïsoleerd worden. Daar is bijna iedereen het over eens. In maart dit jaar pleitten Koninklijke Bouwend Nederland, de Consumentenbond, Natuur & Milieu en de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie samen voor een nationaal isolatieprogramma. Onderdeel daarvan is de isolatievoucher: een bon van waarschijnlijk 2.000 euro, die wordt uitgedeeld aan huiseigenaren, met een looptijd van zo’n 2 jaar.
Demissionair minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken waarschuwde eerder dat er nu nog weinig geld is om isolatiesteun uit te breiden. De subsidiepotjes zijn al leeg. Ze verwees bovendien naar een enquête van het WOON-onderzoek uit 2018 waaruit blijkt dat 63 procent van de woningeigenaren van 2013 tot 2018 had geïnvesteerd in minimaal één vorm van energiebesparing, klein of groot. I We isoleren dus al flink, zou je denken. En dat is ook niet gek. ,,Investeren in isoleren levert de bewoner drie keer voordeel op: een lagere energierekening, een comfortabel huis en een betere prijs bij verkoop van de woning’’, zegt Olaf van der Gaag, directeur van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie.
Is zo’n voucher dan wel nodig?
Eerst de tochtige woningen
Ja, zegt Wilma Berends van Natuur & Milieu. “Als we in het huidige tempo doorgaan, zijn woningen pas in 2100 goed geïsoleerd.” Bovendien kunnen de vouchers ook huiseigenaren zonder spaargeld in beweging krijgen. “In bestaande subsidies zitten best hoge drempels. Je hebt vooraf geen zekerheid of je je geïnvesteerde geld terugkrijgt. Mensen zonder spaargeld maken daar dus weinig gebruik van.”
Dat er dan ook ‘free riders’ zijn – huiseigenaren die toch al zouden verbouwen en het vouchergeld als bonus krijgen – neemt Berends op de koop toe. “Daar maakt men zich in Den Haag altijd heel druk om, maar je moet kijken naar de mensen die achterblijven. 2,7 miljoen huizen zijn niet goed geïsoleerd. Niet alleen slecht voor het klimaat, maar ook voor bewoners. Het is een schande, al die tochtige woningen.”
Juist die woningen wil Berends aanpakken. Daar kan de overheid goed bij helpen door groepen eigenaren van een bepaald soort woning in een bepaalde volgorde een voucher te sturen. In 2022 zijn dan bijvoorbeeld de woningen uit de jaren 70 aan de beurt. Berends: “Begeleiding is zeker nodig en dat moet lokaal gebeuren. Met energieloketten, gemeentes of commerciële partijen. Je kunt ook denken aan teams die langs de huizen gaan: ‘U heeft een voucher gekregen, zal ik u helpen?’”
Niet huisje voor huisje
Koninklijke Bouwend Nederland ziet nu al dat bouwbedrijven consortia vormen. “Met allerlei specialisten en één aanspreekpunt voor huiseigenaren”, zegt persvoorlichter Richard Massar. Dat is vooral belangrijk voor mensen voor wie isolatie nog een ver-van-mijn-bedshow is. Een voucher helpt ze op weg. “Met 2.000 euro kun je een hoop doen”, zegt Massar. “En daarna merk je dat de isolatie comfort biedt en je energielasten omlaag brengt.”
Massar wil het isoleren slim faseren. “Pluk eerst het laaghangend fruit: woningen die in de jaren 70, 80 en 90 gebouwd zijn. Dan wacht je tot de technologie beschikbaar is om oudere huizen meer kostenefficiënt te isoleren, zoals woningen zonder spouwmuren.”
Het Verenigd Koninkrijk lanceerde in 2020 nog de Green Homes Grant vouchers, eenzelfde concept. Dat werd in 2021 weer stopgezet, omdat de uitvoering niet goed ging. Volgens Berends van Natuur & Milieu kwam dat omdat de vouchers een enorme piek in werk teweegbrachten: bouwbedrijven moesten zich voor de vouchers accrediteren, maar lieten dat na omdat ze meer dan genoeg werk hadden. Dat kun je volgens Berends deels voorkomen door de vouchers in fases uit te delen. “En je moet dus zorgen dat de markt meedoet.”
Hoe dat moet, kan Massar nog niet zeggen. “Over de technische en organisatorische invulling wordt nu met Bouwend Nederland gesproken.” Wat hij wel weet, is dat alle bestaande bedrijven en nieuwe toetreders inderdaad keihard nodig gaan zijn. Tegelijkertijd zitten ook bouwbedrijven te springen om grotere opdrachten. “Zij willen niet huisje voor huisje verduurzamen, maar liever concepten verzinnen voor soortgelijke woningen, zoals isolatiepakketten om jaren-70-woningen makkelijk te verduurzamen”, legt Massar uit. “Dat vraagt wel investeringen van bouwbedrijven in materiaal en fabrieken, dus ze moeten zicht hebben op een continue marktvraag. Dat soort impulsen zijn er nu nog weinig.”
[Kader, indien ruimte]
En de huurwoningen dan?
In de meeste berekeningen van de isolatievoucher worden huurhuizen niet meegenomen. Verhuurders zijn waarschijnlijk minder gemotiveerd om mee te doen, omdat de lagere energiekosten niet voor henzelf, maar voor hun huurders zijn. Bovendien is een verbouwing lastig organiseren als de huiseigenaar het huis niet zelf bewoont. Verhuurders worden in voorgestelde isolatiepakketten daarom op andere manieren tot isolatie gestimuleerd, zoals via afschaffing van de verhuurdersheffing.
Geef een reactie