Het Wereldkampioenschap Voetbal in Brazilië zou een “Green World Cup” worden. Of zoals de Braziliaanse minister van milieu Izabella Teixeira in januari 2013 zei: “Wij zullen groene kampioenen zijn van de beste en meest duurzame World Cup”. Of dat gelukt is? In deze blog zoekt Cornell Evers de komende weken naar antwoorden.
Achteloos, met een grote zwaai, gooit hij het lege bierblikje over zijn schouder het water in. Voor veel Brazilianen is de rivier de slokop voor alles wat niet meer bruikbaar is. Wat er daarna mee gebeurt? De schouders worden opgehaald. De rivier is eindeloos. En anders vist de reinigingsdienst de rommel er wel weer uit.
Deze houding kan nog worden afgedaan als een gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef, gevolg van het slechte onderwijs waartegen al maanden wordt gedemonstreerd. Triester is het als een Amazone toeristengids zegt dat hij voor 50 duizend dollar best bereid is een jaguar te schieten.
Veel Brazilianen hebben weinig binding met het milieu. Hun leven draait om geld. En macht. In de woorden van de toeristengids: “Wil je geld verdienen, dan moet je de mensen geven waarom ze vragen”.
Regenwoud
En zo geschiedde. De wereld wilde de uitstoot van broeikasgassen afkopen en Brazilië faciliteerde dat vanuit de Amazone en het Atlantisch regenwoud met CO2-kredieten. Dat dit een grote druk legde op het milieu zelf en de bevolking werd genegeerd. Het leverde geld op en een groene naam.
Wat wil je als land nog meer? Een Green World Cup dus. Er werd zelfs een mascotte voor gecreëerd, een fantasie gordeldier met de naam Fuleco, van Futebol (voetbal) en Ecologia (ecologie).
Een van de ideeën was om voetbaltoeristen een bezoek te laten brengen aan de nationale parken. Een opsteker voor het eco-toerisme en de wereld kon zien dat Brazilië zijn verantwoordelijkheid neemt met natuurbescherming. Er zou in de 23 nationale parken in totaal 223 miljoen euro worden geïnvesteerd. Vier jaar later was dat echter nog maar 3,5 miljoen euro. Nu, met het WK op het punt van beginnen, blijkt dat er slechts 350 duizend euro is geïnvesteerd, de helft daarvan in de Anavilhanas Archipel in Amazonas en de andere helft in Nationaal Park Itatiaia in de staat Rio de Janeiro, samen 0,15 procent van het oorspronkelijke bedrag.
Manifest
De Braziliaanse milieu-organisaties zijn onaangenaam verrast. Eerder deze maand hadden zij de kamer van afgevaardigden nog een manifest aangeboden: een pleidooi voor publiek gebruik van de parken. In het document, dat was getekend door onder andere WWF-Brazil en SOS Mata Atlântica, stond berekend dat openstelling tot aan de Olympische Spelen 600 miljoen euro per jaar kan opbrengen.
De Vice-President van Conservation International in Brazilië André Guimarães betoogt in een reactie dat het land een uitstekende mogelijkheid heeft laten schieten om het nationale erfgoed te verbeteren. “Het is een anachronistische situatie. De toeristen die voor het WK naar Brazilië komen, zijn ervan overtuigd dat zij in contact komen met de natuur. De regering blijkt echter geen interesse te hebben in het behouden van gebieden die hen die ervaring kunnen bieden.”
Marion Evers zegt
Wat de eerste alinea betreft is het in Nederland helaas niet anders;
E.M. zegt
Wanneer de gekte van voetbal los breekt is al het andere niet meer belangrijk ,in de ogen van de machthebbers .