
Monocultuur en monopolievorming: de landbouwindustrie is misschien wel de grootste vijand van biodiversiteit. Door zaden zelf te bewaren en te ruilen wil Reclaim the Seeds boeren minder afhankelijk maken van de grote bedrijven. “Met zo’n ruilmarkt hou je een levende genenbank in stand.”
In de boomgaard van Fruittuin van West, een boerderij aan de rand van Amsterdam, hangen in een loods bossen koriander te drogen. Ze zijn verpakt in een grote papieren zak waarin het gedroogde zaad wordt opgevangen. Zo kan het makkelijk worden verzameld, legt Emma Ebeling uit. Zij en Lucienne Walstra, beiden vrijwilligers van Reclaim the Seeds, zijn een zadenruilmarkt aan het voorbereiden. “Als we met z’n allen nog maar één variant koriander verbouwen en die sterft uit, dan is het voorgoed gedaan met de koriander”, vult Lucienne aan. “Als mensen zelf koriandersoorten blijven verbouwen en uitwisselen, dan werken we aan biodiversiteit en aan het vergroten van de weerbaarheid van ons ecosysteem.”

Reclaim the Seeds organiseerde haar eerste ruilmarkt in 2012. “Dat was een reactie op nieuwe zadenwetgeving waar de Europese Unie toen mee bezig was”, vertelt Flip Vonk. Hij was destijds als medewerker van Aseed – een organisatie die zich sterk maakt voor klimaat- en sociale rechtvaardigheid in de voedselproductie – een van de initiatiefnemers. “In verschillende landen waarschuwden mensen dat met deze wetgeving nog meer macht bij de grote bedrijven zou komen te liggen, wat de boeren nog afhankelijker zou maken van een handjevol multinationals. Daar wilden we met een zadenbeurs tegenwicht aan bieden. Het was een groot succes, er kwamen zo veel mensen op af dat ze niet in de zaal pasten. Heel verschillende mensen ook, ik kwam er zelfs mijn kleuterjuf tegen.”
“Door je eigen koriander te verbouwen en de zaden te ruilen, vergroot je de biodiversiteit”
Na die eerste editie reisde Reclaim the Seeds een tijd het land door om elk jaar zoveel mogelijk nieuwe mensen te bereiken. In Groningen bestond al een zadennetwerk, en sinds een aantal jaar organiseren meer lokale groepen een eigen markt. Dit voorjaar is Reclaim the Seeds te vinden in acht plaatsen, waaronder ook Nijmegen, Wageningen, Groningen en Rotterdam. In Vlaanderen worden, zoals ieder jaar, grote ruilmarkten georganiseerd door de ecologische vereniging Velt.
Oligopolie
Het handjevol bedrijven dat de wereldwijde zadenmarkt beheerst, is de afgelopen jaren nog verder ingedikt. Het zijn er nog maar twee: ChemChina en Bayer. In 2016 werd Syngenta overgenomen door ChemChina, de grootste buitenlandse aankoop ooit door een Chinees bedrijf. In datzelfde jaar werd Monsanto opgekocht door Bayer, wat daarmee het grootste zaden- en chemieconcern ter wereld werd. Onderzoekers van Action Group on Erosion, Technology and Concentration becijferen in hun meest recente rapport dat in de meeste voedselsectoren 40 procent van de markt in handen is van slechts vier bedrijven. Een cruciale combinatie: een markt die voor 40 procent – of meer – door vier spelers wordt beheerst, wordt door economen doorgaans getypeerd als een oligopolie.

“Ooit was het heel gewoon dat boeren hun eigen zaden bewaarden, die werden van generatie op generatie overgedragen”, vertelt Emma. “Nu zitten we met gigantische bedrijven die – al dan niet genetisch gemodificeerde – zaden verkopen die overal en altijd precies hetzelfde zijn. De verhouding tussen het land en de mensen wordt compleet verstoord. We leven in een economie waar op alles winst moet worden gemaakt en de markt zich alles toe-eigent. Ook zaden, waar dan weer patent op wordt aangevraagd zodat boeren nog afhankelijker worden van de multinationals. Terwijl wij, de consumenten, ons eten kopen in de supermarkt en niet eens meer weten hoe een boerenkool eruit ziet. Daarom vind ik de zadenruilmarkt zo tof. Het is voor mij de kern van de relatie tussen mens en natuur. Door hiermee bezig te zijn realiseer ik me weer: het begint allemaal met een zaadje.”
Niet ruilen over de grens
De Europese zadenwetgeving lag lange tijd stil. “Het voorstel van de Europese Commissie van destijds werd gelukkig grandioos weggestemd door het parlement, dat was heel bijzonder. Vervolgens gebeurde er 10 jaar lang niets”, vertelt Flip. Een paar jaar geleden werd het weer opgepakt. “Over de nieuwe voorstellen wordt nu druk onderhandeld. Ze zijn iets minder dramatisch dan de vorige, maar nog steeds problematisch. Vooral voor kleine boeren. Zo mag je geen zaden ruilen over de grens. Voor tuinders in een grensregio is een landsgrens natuurlijk niet erg relevant, zeker niet als je je probeert aan te passen aan klimaatverandering. Oostenrijkse boeren hebben bijvoorbeeld veel interesse in uitruil met Noord-Italië, daar worden variëteiten geteeld die ze straks ook in Oostenrijk nodig hebben. Maar dat mag niet.”
“Wortels in Spanje of Nederland, in september of maart: ze moeten precies hetzelfde zijn”
Het grote probleem voor de bioboer zijn de zogenaamde DUS-criteria van de zadenwetgeving: distinctiveness, uniformity en stability. Alleen als zaden homogeen, uniform en stabiel zijn – als je ze 3 jaar achter kunt zaaien zonder dat er veranderingen optreden – kunnen ze worden geregistreerd en op de markt gebracht. “Terwijl een bioboer het juist allemaal net wat anders wil. Dan heb je risicospreiding: als het te droog is, doet de ene helft van je plantjes het. Is het te nat, dan heb je de andere helft nog. Van de planten die het beste groeien, heb je het meeste zaad. Zo krijg je een populatie die zich heeft aangepast aan jouw specifieke omstandigheden, maar dat werkt alleen als je zelf je zaden bewaart. De DUS-criteria zijn eisen van een landbouweconomie die gebaseerd is op export en verkoop aan de voedselverwerkende industrie en supermarkten. Of je nu wortels in Spanje of in Nederland koopt, in september of in maart: ze moeten allemaal precies hetzelfde zijn.”
Alternatief systeem
Dat laatste is een probleem voor leveranciers van grote supermarktketens. Om dat te omzeilen wordt er gewerkt aan een alternatief systeem door Stichting Zaadgoed bijvoorbeeld, een samenwerkingsverband van biotuinders en -boeren. Zij promoten het in eigen beheer houden van zaden en het zelf veredelen van gewassen, bijvoorbeeld door elkaars producten op verschillende boerderijen te testen. Maar in de winkel blijft dat onzichtbaar en dat is een probleem, legt Flip uit. “Als je groenten wilt kopen van een boer die werkt met zaadvaste rassen (die niet zijn opgekweekt uit hybride zaden, want met het zaad van die planten kun je niet verder kweken, die zijn onvruchtbaar – red.), dan kom je niet ver. Je kunt in de winkel wel zien of iets biologisch is, maar niet wat voor zaad er is gebruikt. Niemand die er iets van weet, de groothandel niet, zelfs de meeste boeren niet. Die kopen hun gewassen gewoon als plantjes in.”

Want dat is wat verreweg de meeste boeren die voor de markt produceren doen: zaailingen inkopen. Zelf het zaad opkweken is specialistisch werk en als dat niet goed gebeurt, loopt een boer qua inkomen een groot risico. En zelfs de bio-wereld heeft last van monopolisering, verzucht Flip. Boeren die zaadvaste plantjes in willen kopen, hebben weinig keuze. “Er zijn wel pogingen om een zaadvaste zaailingenmarkt op te starten, maar vooralsnog is er op die markt weinig ruimte voor nieuwe aanbieders.” Als meer mensen biologische groenten zouden kopen, groeit de biologische sector en komt er meer ruimte voor aanbieders van zaadvaste zaailingen. Maar het aandeel biologische inkopen is in Nederland al jaren maar 4 procent.
Hoe we die cirkel kunnen doorbreken? Reclaim the Seeds is in ieder geval een deel van de oplossing, zegt Flip. “Op zo’n markt zijn honderd soorten tomaten te vinden, tientallen soorten bonen en ga maar door. Zo breng je enorm veel bijzondere variëteiten in omloop, je houdt als het ware een levende genenbank in stand. Daarnaast spreekt het een heel nieuw publiek aan, dat eerder niet in het onderwerp geïnteresseerd was. Iedereen is dagelijks met eten bezig, en consumenten kunnen bewuste keuzes maken. Het is belangrijk om het verhaal achter onze groentes te vertellen.”

Nog een stap verder
Dat verhaal ‘achter de groentes’ wordt tijdens de ruilmarkten verteld in lezingen en workshops. Hoe een zaadvaste voedselvoorziening bijdraagt aan herstel van biodiversiteit bijvoorbeeld. “We hebben wereldwijd de afgelopen 50 jaar meer dan 75 procent van onze zaadvariatie verloren”, zegt Emma.
Reclaim the Seeds brengt het verhaal nog een stap verder. Lucienne: “We willen ook laten zien hoe de ecologische crisis verband houdt met andere politieke ontwikkelingen.” Afgelopen jaar was er bijvoorbeeld een lezing van mensenrechtenorganisatie La Via Campesina over migrantenarbeid in de landbouw en de uitbuiting van ongedocumenteerden. “Maar we moeten niet vergeten dat het ook om de lol gaat”, voegt ze eraan toe. “Het klinkt nu allemaal heel serieus, maar op de markt is het ook gewoon relaxed rondhangen, muziek luisteren, lekker eten en mensen ontmoeten. Het is heel ecologisch om veel koriandersoorten te kweken, maar we willen ook van de smaak genieten. En van elkaar.”
Ook een zadenruilmarkt bezoeken?
Er zijn dit voorjaar zadenbeurzen in Rotterdam, Groningen, Oedelem, Amsterdam, Kempen, Lier, Wageningen en Nijmegen.
Heb je zelf niks te ruilen? Geen probleem. Neem je wel zaden mee, stop ze dan in een envelop en schrijf erop wat erin zit. Hoe meer info, hoe beter.
Geef een reactie